Deze recensie van Het recht op terugkeer verscheen voor het eerst in 2008.

Kiezen voor mededogen

In 2024 is Poetin nog steeds aan de macht in Rusland. Dat blijkt uit Het recht op terugkeer van Leon de Winter. Een in Israël wonende jood van Russische afkomst weet waarom het zo slecht gaat met Israël:

‘Leren van Vladimir Vladimirovitsj Poetin! Hij tweeënzeventig. Grote leider. Hij macht weten. Acht jaar president, vier jaar premier. Toen: acht jaar president, vier jaar premier. Nu weer president.’

De joden kunnen nog veel van Poetin leren, aldus de Rus. Leon de Winter laat van de staat Israël niet zo veel meer over in 2024. Jeruzalem behoort aan de Palestijnen en de joden zijn voor een groot deel gevlucht naar rijke landen in Europa, zoals het florerende Polen. In het kleine stukje Israël dat is overgebleven wonen de armen, de doorzetters en de mensen die geen uitreisvisum kregen. Onder hen ook Bram Mannheim, die met een collega een bureautje beheert dat gespecialiseerd is in het lokaliseren van verdwenen kinderen. Dat doet hij niet zomaar, want in 2008 is zijn eigen zoon verdwenen.

De periode tot aan de verdwijning van zijn zoontje is het meest aangrijpend. Bram Mannheim woont tijdelijk in Amerika waar hij een baan heeft aangenomen op de universiteit van Princeton. Je weet dat zijn zoontje op een gegeven ogenblik uit Brams leven wordt weggehaald en dat verhoogt de spanning in het begin van het boek dat nog vrij realistisch in onze tijd speelt.

De hoofdstukken daarna zijn alleen al doordat ze in een fictieve toekomst spelen speculatiever en daardoor minder dreigend. Bram Mannheim draait door, zijn vrouw verlaat hem en uiteindelijk wordt Bram door zijn nog geleerdere vader naar Israël teruggehaald waar hij weer langzaam tot zichzelf komt en zijn verdriet kan verwerken.
De Winter weet het literaire spel knap te spelen. Het recht op terugkeer gaat voor een deel over familieverhoudingen, vader-zoonrelaties en verliefdheden. Maar het gaat ook over politiek: de manier waarop de staat Israël zich zou moeten verhouden tot de buren. Keihard terugslaan en niet van dat halfzachte vredesgedoe is het devies. En niet in de laatste plaats is dit ook een spannende detective. Wordt de zoon van Bram teruggevonden? Het is de verdienste van De Winter dat hij al deze verhaallijnen aan elkaar kan knopen zonder ongeloofwaardig te worden.

Leon de Winter heeft enige tijd geleden zijn pen als rechtse columnist voor Elsevier neergelegd. Deze roman met de vreselijk prozaïsche titel toont aan dat hij zijn politieke ideeën over bijvoorbeeld de radicale islam nog steeds kwijt kan. Toch is hij aangenamer op het kleine vlak: als hij schrijft over de gevoelens tussen gezinsleden, collega’s en geliefden. Alle harde politieke taal verdwijnt als Bram een moeder moet troosten van wie het kind is doodgegaan. Geen enkele ideologie klinkt meer door in het verdriet van een wanhopige vader die zijn zoon zoekt op onmogelijke plekken. Daar zien we een schrijver die kiest voor het mededogen. Daar is hij op zijn best.

Coen Peppelenbos

Leon de Winter – Het recht op terugkeer. De Bezige Bij, Amsterdam. 462 blz.

Eerder verschenen in de Leeuwarder Courant op 4 juli 2008.