Letten we op, uitgevers der Lage Landen?

Toen Didier Eribon in 2009 Retour à Reims (vertaald als: Terug naar Reims, 2018) publiceerde, werd het, tegen ieders verwachtingen in, een gigantisch succes. Toen zijn vader op sterven lag, keerde hij terug naar zijn ouderlijke woonplaats. De tocht stond symbool voor het sociale milieu waar hij van was gevlucht. Het boek is een terugblik op de levensloop van de auteur die hij probeert te duiden aan de hand van sociologische, filosofische en psychoanalytische inzichten. Dat maakte het boek zo krachtig: het was niet een typisch gedenkschrift met een kop en een staart, waarin de hoofdpersoon allerhande obstakels overkomt of zijn verlangens realiseert. De hoofdpersoon groeit op binnen een sociologische context. Een context waarin onze ideeën over wie wij zijn niet individueel zijn, maar worden bepaald binnen een onpersoonlijke structuur van de klasse waarin je opgroeit.

Wanneer je opgroeit in een sociaal milieu als Eribon, je je omhoog werkt op de sociale ladder en aanbelandt in wat heet de Franse academische en culturele elite, dan is je arbeidersachtergrond niet iets waar je met trots over spreekt. En als je er al over spreekt, zul je je te midden van het publiek – veel afkomstig uit de gegoede burgerij – je buitenaards voelen. Of ze zullen misschien geïnteresseerd naar je luisteren, maar zullen zich nooit kunnen inleven in wat klassenonderscheid werkelijk betekent als je je hele leven omhoog moet stoten.

De publicatie van Retour à Reims leidde tot wat heet een zekere ‘herontdekking van de arbeider’, bij gebrek aan een beter woord. De publicatie viel tegelijk met de eurocrisis en de opkomst van bruin-rechts, in Frankrijk aangevoerd door Front National. En met het verschijnen van dit werk was de discussie over de verloren linkse, socialistische identiteit een onderwerp van gesprek geworden. Een discussie die, bijna vijftien jaar na dato, nog tot weinig vruchtbare, nieuwe ideeën op links heeft geleid. Noch in Frankrijk, noch in Nederland niet. Wellicht hielp het niet dat het bijna tien jaar duurde voordat de Nederlandse vertaling verscheen.

Buiten de politieke invloed was het ook van invloed op de literatuur: Edouard Louis, de lieveling van de Franse literatuur, noemde het boek ‘een keerpunt’ voor zijn toekomstige carrière als schrijver. Ongetwijfeld zal het boek een kruisbestuiving hebben gehad met de groter geworden waardering van Annie Ernaux.

Eribon had de bedoeling om na de publicatie in alle rust terug te keren naar zijn eigenlijke werk als academicus. Maar de stormloop leidde tot vele heruitgaven en zelfs tot een pocket editie, die vaak worden bedoeld als een manier om een groter publiek te bereiken. Wanneer de uitgever hem vraagt een foto uit zijn jeugd aan te leveren hiervoor, heeft hij lang getwijfeld. Dit punt is waar Het vonnis van de samenleving (oorspronkelijk gepubliceerd als La société comme verdict in 2013) begint.

Eribon reflecteert lang op een foto van hem en zijn vader. De man waar hij in zijn jeugd zo’n moeite mee had. De man waar hij als volwassen man zo’n moeite mee heeft. Hij besluit de foto waarop hij naast zijn vader staat, leunend tegen de eerste auto die de familie kocht, te scheuren, zodat zijn vader van de foto verdwijnt. Maar onvermijdelijk bleef de linkerarm van zijn vader op het portret van het als tiener binnen de kaders. Hoeveel hij zich wilde verwijderen van zijn achtergrond en zijn vader, het bleef de man hem achtervolgen.

Het is moeilijk om dit boek niet te spiegelen aan Terug naar Reims. Een boek dat zo’n weergaloze invloed heeft gehad, dat zulke kritische inzichten verschafte in de werking van de samenleving, dat verscheen in een tijdperk waarin de illusie van de meritocratie hoogtij vierde, lijkt zulke hoge verwachtingen te scheppen waar de opvolger bij voorbaat al niet aan kan voldoen. Is het vonnis over Het vonnis van de samenleving daardoor al geveld?

De verschillende aanleidingen van dit boek geeft het daarom een heel ander karakter: Terug naar Reims is zowel een afrekening met zijn eigen milieu als een afrekening van zijn keuze om zijn achtergrond zo lang te verbergen. Maar deze bezieling kent Het vonnis van de samenleving niet: mensen wilden meer, de uitgever wilde meer en dus kwam er meer. Daardoor begint het werk met een valse start. De lezer verwacht weer een rode draad te vinden in het werk. Daarentegen is het begin warrig, mist het de scherpte die men verwacht. Het is duidelijk dat Eribon zoekende is: reflecties op de sociologische context waarin migranten kinderen in de banlieus opgroeien voelen geforceerd en missen scherpte. Dat hij een spreekbuis is voor zijn eigen mensen, maakt niet dat hij scherpe inzichten kan bieden voor een andere gemarginaliseerde groep. Tussen de regels door lijkt hij dat zelf ook in te zien.

Bovenal zijn veel van deze observaties ‘terzijdes’: halverwege de paragraaf ontbreekt hij zijn gedachtestroom om kort te verwijzen naar een aanverwante gedachte, alsof hij vanuit zijn positie als gelauwerd auteur en hoeder van de sociologische herwaardering van de arbeider er moreel toe verplicht is deze terzijdes te benoemen. Eribon zit op de praatstoel zonder een duidelijke lijn in zijn verhaal.

Pas halverwege begint het boek op stoom te raken. De reflecties op het werk van Annie Ernaux zijn scherp en doeltreffend. De vele herinneringen aan Pierre Bourdieu zijn soms wat langdradig, maar zijn analyses aan de hand van Bourdieu’s werk bieden dezelfde ontwaking als wat de lezer vond in Terug naar Reims. Het is meer van hetzelfde, maar – eerlijk is eerlijk – hetzelfde was geweldig.

De schatplichtigheid van auteurs als Ernaux, Eribon en Louis aan Pierre Bourdieu is onmiskenbaar. Dit werk is wederom een eerbetoon aan zijn nalatenschap. Het blijft verbazingwekkend in hoeverre wij in Nederland blind blijven als het aankomt op de invloed en rijkheid van het werk van Bourdieu. Er zijn slechts een handvol boeken van Bourdieu in het Nederlands verschenen, waarvan slechts ééntje een hoofdwerk is. Als de boeken van de voorgenoemden een groot succes zijn, dan moeten de boeken van Bourdieu een nog grotere reuring in ons land kunnen verspreiden. (Letten we op, uitgevers der Lage Landen?)

Al met al is Het vonnis van de samenleving de moeite waard voor de liefhebber van zijn werk. Men moet niet eenzelfde werk als Terug naar Reims verwachten (al wekt de keuze voor dezelfde stijl voor de omslag wel die indruk), maar zoals filmliefhebbers met alle liefde behind the scenes materiaal of de ‘The making of’-documentaire te kijken. Je hebt genoten en je wilt meer van datgene waarvan je hebt genoten, maar je wilt niet exact hetzelfde kijken. Het vonnis van de samenleving biedt precies die ervaring.

Willem Vernooij

Didier Eribon – Het vonnis van de samenleving. Vertaald door Jeanne Holierhoek. Leesmagazijn, Amsterdam. 248 blz. € 27,95.