Vrijmoedig te negeren wegwijzers

Kameren van vuur van Henk Ester is zijn vijfde bundel ‘Bijgeluiden’ en bevat de nummers lxviii t/m lxxxiii. De eerste bundel, die nog gewoon Bijgeluiden heette, verscheen in 2013, waarna de dichter zijn laverende reis tussen de schotsen van (exacte) wetenschap, filosofie en poëzie met een haast metrische regelmaat voortzette. Zijn laatste bundel heette Wiskunde van lyriek en die zoekt in Kameren van vuur contact met zijn opvolger in een kort gedicht met dezelfde titel:

Wiskunde van lyriek

Wie vuur kamert in een toren, oogst ladders in somber licht
Poëzie is geen uitweg, het zijn de ladders die de toren bouwen
zoals de bergen de botten in mijn hand Er is geen uitgang, geen
buiten, elk mysterieus plafond verziekt het zoeken, het verlangen,
de openheid De cilinder is gesloten, juist daardoor is hij licht
transparant Er is geen binnen Ladders ruimen, laten alom
tegenwoordig aan wat het voorstelt

Wie vuur kamert, probeert orde en overzicht te scheppen te midden van de alles verziedende chaos. Want, zoals de achterflap terecht stelt, met een uitslaande brand is niets te beginnen. Misschien is dat nog wel de grootste overeenkomst tussen wiskunde en lyriek: beiden jagen het scheppen van een bedachte, fictieve beheersing van het onbeheersbare na. Zowel de dichterlijke taal als de wiskundige formules ‘verwoorden’ tijdelijk de woordloze werkelijkheid. Inderdaad tijdelijk, want beide laten zich maar al te graag vervangen door een betere formule.

Zo bezien biedt het aan Vincent Icke ontleende motto voorin de bundel de broodnodige ambiguïteit. ‘Wie geen bestemming heeft, verdwaalt nooit’ staat er. En natuurlijk gaan de eerste gedachten hierbij uit naar een verlangen naar de absolute vrijheid waarin niemand kan verdwalen. Stel je geen al te vaste doelen in het leven, lijkt het motto te adviseren, dan zul je niet langer kwijtlopen in dat datzelfde leven. Het lijkt een hele geruststelling.

Maar er is een tweede interpretatie, waarbij het motto meer een waarschuwing is. ‘Zorg ervoor dat je een bestemming hebt,’ adviseert het motto dan, ‘want anders loop je de kans mis om te verdwalen.’ En verdwalen willen we allemaal wel, is dan het idee. De wegwijzers van wiskunde en lyriek hebben pas zin als er ook wegen gewezen kunnen worden. En daarvoor moet je eerst verdwalen.

Het gedicht ‘De tafel van Miłosz’ zoekt daartoe steun bij de Pools-Amerikaanse dichter en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz, bij wie zowel in zijn essays als in zijn poëzie de positie van intellectuelen voorbijkwam. Een echte intellectueel zou zich niet als dissident buiten het maatschappelijk debat moeten plaatsen, ook niet onder een totalitair (communistisch) regime.

De tafel van Miłosz

Poëzie verbijstert door te zien
dat binnen van buiten wordt gemaakt
dat er geen overgang is
dat het verschil tussen beide werkt
dat een buitenstaander niet staat en zeker niet buiten
maar wacht: oneindig binnen
dat oneindig binnen is, overal tegelijk
dat oneindig denkt in plaatsen, talen en getallen
in tafels, messen en blauw porselein
dat oneindig verlaten ligt: alles is mogelijk
surreëel, onmiddellijk
Poëzie verbijstert door te zien
dat zij een tafel is die schrijft

‘Poëzie verbijstert door te zien […] dat een buitenstaander niet staat en zeker niet buiten / maar wacht’. Op het gevaar af dat ik me hier schuldig maak aan beschamend hineininterpretieren, lees ik ook hier een zekere afkeer van dissidenten. Zij plaatsen zich immers buiten de actuele werkelijkheid en vertrekken zonder bestemming naar een wereld waarin het (dus) onmogelijk is te verdwalen. De Poëzie daarentegen wacht ‘oneindig binnen […] dat oneindig verlaten ligt’.
De intellectuele rust en het geduld dat zowel de wiskunde als de lyriek kenmerkt, nodigt niet uit te vluchten, maar de ongebreidelde ruimte vangen in woorden, getallen, formules en beelden. En dat alles in het wellicht en desnoods ongefundeerde vertrouwen ‘dat dingen wegen / wat met woorden / is gezegd’, zoals het gedicht ‘Sluiers’ het kernachtig formuleert.

Net als zijn vier voorgangers biedt Kameren van vuur geen methoden en geen zekerheden, maar uitsluitend vrijmoedig te negeren wegwijzers naar bestemmingen waarheen het aangenaam verdwalen is.

Jan de Jong

Henk Ester – Kameren van vuur. Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen. 80 blz. € 19,99.