Pleidooi voor de boom

Stefano Mancuso is hoogleraar en deskundige op het gebied van plantengedrag en intelligentie van planten. Misschien iets om in eerste instantie je wenkbrauwen bij op te trekken. We kennen de verhalen van mensen die met bomen praten of ze knuffelen. Maar Mancuso laat in zijn verhalen en essays in Bomen van de wereld zien dat er veel meer schuilgaat achter die stammen en eindeloze blaadjes of naalden aan de takken. Sowieso wordt de plantenwereld onderschat. Die is veel omvangrijker dan alle mensen en dieren bij elkaar: ‘wij dieren vertegenwoordigen slechts een miezerige 0,3% van de totale biomassa op aarde, planten 85%.’ En volgens de auteur zijn we er veel afhankelijker van dan we denken.

Aan de hand van verschillende invalshoeken laat hij het belang van bomen zien. Hij duikt onder andere de geschiedenis in. Zo valt het hem op dat in de centra van Middeleeuwse steden geen plaats was voor groen, terwijl we in de steden van nu daar wel oog voor hebben, maar lang niet genoeg. Er moeten veel meer bomen geplant worden om stadsbewoners gezondere lucht en aangenamere temperaturen te kunnen geven. In 2050 zal 70% van de wereldbevolking in stedelijke gebieden wonen, dat kan niet zonder bomen en groen.

Ook heeft hij onderzocht dat bomen in een bos met elkaar verbonden zijn en voedingsstoffen, water en informatie kunnen uitwisselen. Het klinkt wellicht wat zweverig, maar door de onderbouwing met wetenschappelijke onderzoeken en de serieuze benadering van het onderwerp, wordt de lezer langzaam vertrouwder met deze voor hem of haar misschien onbekende materie.

En hoe komt het dat die ene boom, de fijnspar, zo geschikt is om een Stradivarius van de bouwen? Om het hout van deze beroemde violen te onderzoeken, krijgt de auteur met een andere onderzoeker toegang tot een groot aantal instrumenten in het Museo del Violino in Cremona. De uitkomst is dat het echt het hout is dat zorgt voor de verfijnde klanklast. Uit sommige stammen werden daarom door de jaren heen verschillende violen gemaakt. Soms drie, soms vijf, maar Antonio Stradivari maakte tussen 1695 en 1705 ten minste veertien altviolen en violen uit het hout van een en dezelfde fijnspar.

Allereest de prachtige klankgeleiding, die volgens vioolbouwers te danken is aan de piepkleine harskanaaltjes die door de hele lengte van de stam lopen en die ook als het hout droogt hol blijven, zodat er binnenin lucht kan trillen, zoals in microscopische orgelpijpjes.

Andere hoofdstukken gaan over de oudste bomen op aarde en hoe onzorgvuldig daar soms mee omgegaan wordt. Zo zijn er ooit bomen ontdekt van 4600 jaar oud, waarvan het oudste exemplaar geveld werd voor onderzoek. En planten kunnen ook gebruikt worden bij het oplossen van misdrijven, als er maar serieus naar plantkundigen geluisterd wordt, omdat een specifiek stuk hout veel informatie over een plaats delict kan geven.

Kortom, Bomen van de wereld is een vermakelijk en informatief pleidooi om zorgvuldiger met bomen om te gaan. Op die manier zou de mens meer profijt van ze kunnen hebben, en zij van ons.

Arjen van Meijgaard

Stefano Mancuso – Bomen van de wereld. Vertaald door Etta Maris. Cossee, Amsterdam. 224 blz. € 24,99.