Meer een portret dan een verhaal

Meer dan een echt verhaal is Een tafel bij het raam, de nieuwe roman van schrijver en documentairemaker Mirthe van Doornik, een portret van een zonderlinge kok, die probeert een restaurant op de heuvel te redden.

De roman is geschreven vanuit de eenzelvige ‘Alp’, Alphonse, een chef-kok in het restaurant van Slootjes. Vol overgave probeert hij iedere avond de verschillende gerechten tot een goed einde te brengen. Hij is daarin perfectionistisch. De gerechten zijn voor hem belangrijker dan de gasten, die steeds meer, soms bizarre, eisen beginnen te stellen. Hij probeert zo weinig mogelijk met hen te maken te hebben en trekt zich vooral terug in de keuken. Daar heeft hij te stellen met diverse hulpjes.

Er is nauwelijks een verhaallijn. Dat zorgt ervoor dat het een poos duurt voordat je in het verhaal zit. Tot het midden van de roman kun je wachten tot er een keer iets gebeurt. Dat komt omdat Alp dan samen met Slootjes een reis naar de Vogezen maakt. Die reis komt behoorlijk uit de lucht vallen, ook voor Alp: ‘Naar de Vogezen? Wat moesten we daar? Het sloeg nergens op, hoe konden we helemaal naar Frankrijk rijden als ons restaurant dit weekend open moest?’ Pas als Alp uit zijn min of meer ‘veilige keuken’ wordt getrokken, valt pas echt het licht op zijn persoonlijkheid. Pas dan valt op hoe hij eigenlijk niets anders wil dan in die keuken zijn en aan de gerechten werken. Daar in de Vogezen wil hij niets liever dan terug naar het restaurant.

Andere mensen zijn hem eigenlijk tot last. Dat geldt niet alleen voor de gasten, maar ook voor zijn ouders die hem voortdurend bellen en willen dat hij hun meer aandacht geeft. Hij probeert ze af te wimpelen, maar je voelt hoe hij eronder lijdt: ‘Ik dronk mijn glas leeg en keek naar een duisternis die zo warm bleef dat je er makkelijk van in paniek kon raken. De meeuwen boven de zaak begonnen harder te krijsen. Ik moest maar eens ophangen.’ Als hij hun eten brengt, dan zet hij het voor de deur en rijdt weer weg.

Hier wordt ook meteen duidelijk hoe subtiel metaforisch Van Doornik schrijft. Je kunt heel veel observaties letterlijk lezen, maar tegelijkertijd laten ze zien hoe het met de hoofdpersoon is gesteld:

Kun je ooit klaar zijn voor kou, voor een winter? Voor de feestdagen die alles opslurpen? Voor families die hert of ander dood wild willen met cranberrysaus, extra glazen rode wijn, alles rood, de servetten, de cassis voor de kinderen. Pas vier maanden na kerst, in de lente, wanneer de gierzwaluwen komen en de vogels hun nesten beginnen te bouwen, buigt de wereld langzaam terug. Aankomend jaar zou alles anders worden. Dan zou ik het restaurant kopen, een eigen zaak waar alles ging zoals ik het wilde.

Daardoor raak je steeds meer verzonken in een diepere laag: de existentiële eenzaamheid van Alp, die zich met zo veel moeite tussen anderen begeeft. Er zijn tegenwoordig wellicht allemaal etiketten op te plakken, maar het is mooi dat het hier juist niet gebeurt, maar dat je wel wordt meegetrokken in de diepte van die worsteling.

Iets vergelijkbaars gebeurt er bij alle bijzondere dieren die de revue passeren: de dode eend die Slootjes op de werkbank legt, een karper in de vijver, onder aan de heuvel, die steeds opnieuw wordt opgevist, de schildpad die het hulpje van Alp in de koelkast wil bewaren, de dode mol die door Alp gevoerd wordt aan het uilskuiken in het kistje bij de schuur. De dieren spiegelen allemaal de erbarmelijke toestand waarin Alp zich bevindt tussen al die mensen van wie hij zich het liefst wil losmaken. De hitte stijgt hem naar het hoofd, hij heeft het benauwd, en hij is eigenlijk als een eenzame karper in de vijver. Het is overleven: eten, of gegeten worden. Ook het motto van de roman is veelzeggend: ‘When you’re not hungry but you eat because your mouth is lonely.’ Gerechten maken betekent voor Alp overleven. Daarvoor maakt hij de dode dieren schoon en verwerkt ze in de gerechten. Dat doet hij misschien meedogenloos, maar tegelijkertijd ook met liefde voor de zaak.

De kracht van Een tafel bij het raam ligt vooral in dit bijzondere portret. Deze kok ga je niet gauw vergeten, hij komt bij je binnen. Zoals Alp het leven bij elkaar probeert te houden door de focus op de gerechten, houdt zijn portret deze roman bij elkaar, die anders als los zand uit elkaar zou vallen. Niet alleen het portret houdt de roman bij elkaar, maar ook de talloze prachtige zinnen die bijna stuk voor stuk schilderijtjes zijn.

Dietske Geerlings

Mirthe van Doornik – Een tafel bij het raam. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam. 224 blz. € 22,50.