Een lappendeken van essentiële verhalen

Teju Cole is schrijver, fotograaf en kunstcriticus. Hij schreef in 2012 met Open stad een originele en vernieuwende roman. Er was duidelijk een compleet nieuwe en krachtige stem aan het woord. De hoofdpersoon van de roman, een jonge psychiater, wandelt door de straten van Manhattan, ontmoet mensen met verschillende culturele achtergronden en verzamelt op die manier de meest verscheiden verhalen. De link met de actualiteit is bij herlezing dikwijls frappant. Zo zegt iemand dat het Palestijnse vraagstuk de belangrijkste kwestie van onze tijd is.

In zijn nieuwe roman gaat Cole inhoudelijk en vormelijk op dezelfde lijn door: er worden verhalen verteld die dikwijls essayistisch zijn geschreven. Bovendien spreekt niet altijd dezelfde persoon: er zijn wisselingen in het perspectief omdat verhalen immer subjectief zijn. Het hoofdpersonage is dit keer Tunde, een fotograaf en docent aan Harvard University in Cambridge, Massachusetts en evenals de auteur een Amerikaan met Nigeriaanse roots. Het boek heeft opnieuw geen afgelijnde plot of coherent verhaal, maar is een caleidoscoop van teksten over hedendaagse en belangrijke kwesties als racisme en kolonialisme en hoe vandaag dat kolonialisme nog steeds doorwerkt. Er komen gruwelijke verhalen aan bod waarbij witte mannen telkens gruwelijkheden begaan: verkrachting, mishandeling, moord, uitroeiing. Cole schrijft ook over roofkunst: hoe Westerse mensen zonder enige gêne kunst van gekoloniseerde landen hebben geroofd en in eigen land tentoongesteld. Cole stelt dat op die manier het bestaan zelf van mensen wordt veronachtzaamd. Is de westerse zienswijze nu echt zoveel belangrijker dan de visie van de makers van de kunst? Als een onderzoeksassistente beweert dat Samuel Little de grootste seriemoordenaar uit de Amerikaanse geschiedenis is, dan gelooft in eerste instantie niemand haar. Blijkt dat de oorzaak hiervan moet gezocht worden in het feit dat de slachtoffers zwarte vrouwen waren die leefden aan de rand van de maatschappij, mensen die niemand mist.

Bij het begin van de roman gaat de auteur met zijn partner op antiekjacht. Ze kopen een antilopemasker en filosoferen over het begrip ‘authenticiteit’. Waarom is een zogenaamd origineel masker, een masker dat werd gebruikt voor rituelen, meer waard en dus duurder dan een masker gemaakt voor de toeristische industrie? Die authenticiteit raakt natuurlijk ook aan het onderwerp van de kolonisatie en komt daarom doorheen de roman veelvuldig terug. Amerika is uiteindelijk gebaseerd op de ontkenning van authenticiteit: met de uitroeiing van de inheemse bevolking door Amerikaanse kolonisten werd die authenticiteit meteen tenietgedaan. Als fotograaf stelt zich de vraag naar authenticiteit natuurlijk ook. Een foto is per definitie een weergave van de werkelijkheid en achter elke weergave zitten keuzes. Op reis naar Nigeria wordt een man boos omdat hij denkt dat Tunde een foto van hem heeft genomen. Met welk recht wordt die foto gemaakt? Een studente vraagt of Tunde misschien beweert dat witte mensen in Afrika geen foto’s mogen maken.

Tussendoor, en even belangrijk, worden culturele onderwerpen aangesneden. Cole schrijft over de meest diverse vormen van muziek: er zijn passages over Bach en John Coltrane, maar ook over muziek uit Nigeria, Mali en andere Afrikaanse landen. Een lezer met een abonnement op een streamingsdienst heeft niet enkel een boek gekocht, maar ook een playlist. Een vriend van Tunde hield zich bezig met Bachs cellosuites en was ervan overtuigd dat ze gebaseerd waren op improvisatie – een beetje zoals Trilling zelf. Op zijn reis naar Nigeria geniet Tunde met volle teugen van muziek. In de Chameleon Club hoort hij iemand een cover van ‘Titati’ door Bako Dagnon zingen. Blijkt dat de zangeres de dochter is van Dagnon. Sowande heeft dan weer voor een omwenteling gezorgd in de Nigeriaanse kerkmuziek, heeft invloed gehad buiten het Afrikaanse continent en heeft zelfs Coltrane geïnspireerd. Maar welke lezer van Trilling kende die naam voor het lezen van het boek?

Trilling is een verzameling essays vermomd als roman. Cole sprokkelt verhalen en anekdotes die actueel en maatschappelijk relevant zijn. Racisme en kolonialisme, muziek, fotografie en schilderkunst. Maar ook vriendschap en liefde. Voor een dergelijk patchwork zal niet elke lezer te vinden zijn, maar wie met een open geest aan het lezen begint, zal ongetwijfeld beloond worden met inzicht, nieuwe kennis én literair genot.

Kris Velter

Teju Cole – Trilling. De Bezige Bij, Amsterdam. 224 blz. € 23,99.