Toon Tellegen heeft altijd gelijk

Sinds 1984 publiceert Toon Tellegen dierenverhalen. Dit jaar verscheen Waar gaan we eigenlijk heen. Inmiddels zijn er wel vijftig titels verschenen over de eekhoorn en de mier en hun vrienden. De lijst bekroningen is zo ongeveer even lang. Maar inmiddels lijkt de ‘Fiep Westendorpisering’ van Tellegen toch echt een feit: het uitmelken van een succesformule. Vooral als uitgevers gethematiseerde bloemlezingen gaan produceren met slappe titels als Maar niet uit het hart. Dierenverhalen over afscheid, Met hart en ziel. Dierenverhalen voor elk feest, Een hart onder de riem. Dierenverhalen vol troost, Na aan het hart. Dierenverhalen vol vriendschap, Beterschap. Dierenverhalen over ziekte en gezondheid, Welterusten. Dierenverhalen over slaap en sluimer… moet ik doorgaan? Goede reis. Dierenverhalen over vertrek en aankomst, Houd moed. Dierenverhalen over verdriet en eenzaamheid weet je dat de kassa rinkelt. Tellegens werk staat namelijk steevast in de bestsellerlijsten. Uitgeverij Querido zal voor een belangrijk deel drijven op de kurk die inmiddels 83 jaar is. De personages van zijn parabels worden evenmin oud; ze ontwikkelen zich niet en blijven zich verwonderen over de wereld om zich heen.

Het is een fantastisch oeuvre, waarin filosofie en kinderverhaal, humor en empathie, naïviteit en arrogantie hand in hand gaan. Hoeveel lessen, coachings en andere introspectieve cursussen beginnen niet met een verhaal van de oud-huisarts, die aanvankelijk vooral voor zijn eigen kinderen schreef. Ze bieden troost en zijn laagdrempelig, leeftijdsloos en zeer authentiek. Probeer maar eens zo’n simpel verhaaltje te schrijven, je zult merken dat het meestal heel strak in elkaar zit en precies de juiste toon heeft.

Maar toen ik zijn jongste boek opensloeg, getiteld Waar gaan we eigenlijk heen (sic, zonder vraagteken), dacht ik: zou Tellegen zich dat zelf ook afvragen? Waarom dijt dit oeuvre nog steeds verder uit, wat voegt een nieuwe bundel verhalen nog toe aan wat er al gezegd is? De personages ontwikkelen zich niet, de vragen worden niet beantwoord, de volgorde van de verhalen gaat… nergens heen. Er zijn boeken van Tellegen die over één dier met problemen gaan, zoals Het verlangen van de egel. Die onderscheiden zich van de verhalenbundels door een ontwikkeling, een verdieping. Maar de verhalen in Waar gaan we eigenlijk heen zijn compleet inwisselbaar voor die uit andere verhalenbundels, sterker nog, ze zijn ook voor een deel eerder gepubliceerd. Ik weet het, ik maak me schuldig aan heiligschennis, want wie houdt er niet van Tellegen? Ook ik, in mijn kast staan wel twintig Tellegens.

Maar al lezend betrapte ik mezelf op een soort overvoerdheid. Het kwam me toch een beetje mijn neus uit. Wat is het bestaansrecht van een nieuw dierenverhaal als het inwisselbaar is geworden voor een ander?

Het slotverhaal gaat over het stokstaartje dat niet wil dat de zon ondergaat. Hij bouwt een stellage die de zon moet tegenhouden, en de eekhoorn helpt hem die klaar te zetten. Natuurlijk lukt het niet om de zon te stoppen maar het stokstaartje is vastbesloten:

‘Ik geef niet op. Nooit. Op een dag gaat hij niet meer onder en wordt het geen avond meer.’ Hij ging op zijn rug liggen met zijn armen onder zijn hoofd en deed zijn ogen dicht. ‘En al helemaal geen nacht!’ zei hij nog.

Dit is de subtiele filosofie van Tellegen: wordt het geen nacht meer als de zon niet meer ondergaat? Dat is mooi, dat lees je met een glimlach. Vooral omdat het stokstaartje (mooi gekozen dier voor eigenwijsheid) niet accepteert wat zich aan onze invloed onttrekt, en de eekhoorn daarover kalmpjes nadenkt terwijl hij in het donker verder loopt. Maar je kunt het ook toepassen op Tellegen zelf. Zolang hij schrijft gaat zijn zon niet onder, wordt het geen nacht voor hem. Hij kan niet stoppen. Natuurlijk weet hij waar het heen gaat met zijn verhalen, met zijn schrijverschap. Maar hij geeft niet op. Hij heeft groot gelijk.

Hanz Mirck

Toon Tellegen – Waar gaan we eigenlijk heen. Met illustraties van Thé Tjong-Khing. Querido, Amsterdam. 120 blz. € 22,00.