Het denkende hart

Op zaterdag 7 oktober jl. richtte Hamas een ongekend bloedbad aan onder de Israëlische bevolking, waarbij meer dan duizend dodelijke slachtoffers vielen. Mensen werden in koelen bloede mishandeld, verkracht en vermoord. Mannen, vrouwen en kinderen werden ontvoerd en velen zijn nog spoorloos. De omvang en impact van deze laffe terreurdaad zijn nog moeilijk te peilen, er is nog veel onduidelijk over wat er precies is gebeurd en er zullen nog vele afschuwelijke details boven tafel komen.

Als er zulke ingrijpende gebeurtenissen plaatsvinden in het Midden-Oosten ben ik altijd benieuwd hoe Israëls belangrijke schrijvers en denkers de situatie duiden. Een van hen is David Grossman, een linkse vredesactivist die sinds jaar en dag pleit voor een dialoog met de Palestijnen. Hij deed dat ook nadat zijn twintigjarige zoon Uri in 2006 in de laatste dagen van de Libanon-oorlog op het slagveld zijn leven verloor.

Vier dagen na Hamas’ terreurdaad schreef David Grossman een opiniestuk dat in diverse westerse kranten is verschenen. Natuurlijk, schrijft hij, Hamas heeft het bloedbad aangericht. Maar Israël heeft het er in bepaald opzicht ook naar gemaakt, meent hij, een opvatting die je van rechts Nederland bijna niet mag huldigen. ‘We hebben het land verkwanseld zien worden ter wille van kleine belangen, ten gunste van cynische, kleinzielige, verdwaasde politiek.’ Hij hekelt Israëls corrupte leiderschap dat democratische instituties ter discussie stelt en de rechtsstaat aanvalt, en de defensie en het onderwijs schromelijk heeft verwaarloosd. Het land wordt geregeerd door een armzalig kabinet dat bereid is ‘het land in gevaar te brengen om de premier uit de gevangenis te houden.’

Dit bijzondere, heet van de naald geschreven artikel is een van de tien stukken die uitgeverij Cossee heeft gebundeld in het boekje De prijs die we betalen. Ze zijn eerder in de Belgische krant De Standaard gepubliceerd. Het zijn veelal gelegenheidsstukken: dankwoorden, zoals bij de aanvaarding van de Erasmusprijs, toespraken bij protest- en andere bijeenkomsten. Ze geven een weliswaar gefragmenteerd, maar uiterst helder beeld van Grossmans politieke opvattingen. Hij is een seculiere Jood die gelooft in de staat Israël als een thuis voor het Joodse volk, zolang deze onderdak biedt aan Joden én Palestijnen, en beide groepen gelijk behandelt. Hij vraagt aanhoudend aandacht voor het netelige lot van de Palestijnen en is een groot tegenstander van de nederzettingenpolitiek op de Westelijke Jordaanoever, die al decennialang wordt gevoerd. ‘Een bezettingsregime kan nooit tegelijkertijd een democratie zijn.’ Grossman wijst erop dat het Joodse volk, dat in het verleden een vervolgde minderheid was, ‘nu moet leren hoe een meerderheid te zijn.’ Dat is een belangrijke constatering: Israël moet leren wat voor plichten een meerderheid heeft tegenover de minderheden in de eigen samenleving. De ultrarechtse regering van Benjamin Netanyahu denkt daar anders over en Grossman ziet die dan ook als een ernstige bedreiging voor de democratie. Al voor het Hamas-bloedbad noemde hij het aan de macht komen van de huidige regering-Netanyahu, met ultranationalisten in de gelederen, als oorzaak van een van de grootste crises die het land ooit heeft gekend.

David Grossman is een baken van redelijkheid en nuance in een steeds gepolariseerder en gewelddadiger wereld. In zijn aanvaardingsrede voor de Erasmusprijs eind 2022 haalde hij Etty Hillesum aan, de moedige Joodse vrouw die in het concentratiekamp ‘het denkende hart van de barak’ wilde zijn. Zij is voor hem een voorbeeld om de wanhoop het hoofd te bieden. Dat ziet Grossman als onze opdracht: ‘Het denkende hart te zijn. Telkens weer, het denkende hart.’ Het is de moeite waard naar Grossman te luisteren, een Israëlische stem die compassie toont voor de grootste vijanden van zijn land en zijn bestaan. Ik zou willen dat er meer verlichte geesten waren zoals hij, maar ik ben bang dat de stem van Grossman en zijn geestverwanten steeds meer overschreeuwd zal worden door de rechtse, nationalistische hardliners. Grossman weet dat zelf ook, hij ziet steeds minder ruimte voor verzoening: ‘Israël zal na de oorlog veel rechtser, militanter en racistischer zijn.’

Deze bundel, hoewel het natuurlijk een gelegenheidsproject is, vormt een goede kennismaking met de politieke opvattingen van deze grote schrijver. Maar beter is het zijn romans te lezen en de vele interessante interviews die hij in de loop der tijd in vele media heeft gegeven en overal op het internet zijn terug te vinden.

Aart Aarsbergen

David Grossman – De prijs die we betalen. Essays. Vertaald door Ruben Verhasselt. Cossee, Amsterdam. 93 blz. € 16,99.