Simson en een oudtestamentische annunciatie

In het oudtestamentische boek Richteren, hoofdstukken 13 tot en met 16, wordt het levensverhaal verteld van Simson. De Israëlische auteur David Grossman (Jeruzalem, 1954), die met vrienden over verhalen uit het Oude Testament pleegt te discussiëren, schreef over het Simsonverhaal Leeuwenhoning, omdat het zoveel aangrijpingspunten voor uiteenlopende interpretaties bevat. Leeuwenhoning is geen spelfout, wat Lion King-liefhebbers misschien denken. De titel verwijst naar de honing van een bijenvolk dat voor zijn nest het karkas van een door Simson verscheurde leeuw heeft gekozen.

In Richteren wordt het Simsonverhaal erg sec verteld, zonder ook maar een tel stil te staan bij problematische aspecten. Simson wordt opgevoerd als een der richteren – rechters die deze titel verwierven door als leider van hun Israëlitische stam met succes de strijd aan te binden met een van de volken, Filistijnen en Moabieten bijvoorbeeld, die de Israëlieten bedreigden en hun dorpen overvielen en brandschatten. Simson mag dan zijn gaan gelden als onversneden oudtestamentische held en charismatische joodse leider – zo wordt hij althans in het joodse onderwijs aan de kinderen gepresenteerd -, goed beschouwd heeft hij het joodse volk of een stam daarvan nooit geleid. Aan de andere kant, met zijn reuzenkrachten heeft hij wel degelijk flink huisgehouden onder Filistijnse stammen die de Israëlieten terroriseerden, aldus Richteren.

Grossman ziet Simson als een man die naar ouderlijke en andere liefde haakte, maar wist dat hij die nooit zou kunnen ervaren omdat hij louter op aarde was gezet om een door God opgelegde taak te vervullen en zijn lot te ondergaan: met zijn reuzenlijf en enorme kracht was hij eigenlijk niets meer dan een instrument in handen van zijn schepper.

In de christelijke wereld is het nieuwtestamentische verhaal van de annunciatie welbekend: God stuurde de aartsengel Gabriël naar Maria met de boodschap zij de moeder zal worden van Zijn zoon. Die annunciatie grijpt terug op een eerdere, soortgelijke aankondiging, verteld in het Simsonverhaal. De onvruchtbare vrouw die Simons moeder zal worden wordt, tot tweemaal toe zelfs, bezocht door een engel die zegt dat zij Simson zal baren. Grossman ziet daar (ook) een illustratie in van de hardvochtigheid van de Heer: hij heeft het vehikel van een baarmoeder nodig om Simson geboren te doen worden, die niet zozeer de zoon zal zijn van het tot dan toe kinderloze echtpaar, maar Zijn instrument voor het verrichten van speciale taken. En daardoor nooit (ouderlijke) liefde zal kunnen ervaren. Grossman gaat niet in op de vraag of je ook het Nieuwtestamentische verhaal van de Christusgeboorte in het licht van Gods hardvochtigheid kunt lezen.

Simson had ook zo zijn liederlijke kant, die hij uitleefde in de bordelen van onder meer Gaza. Daar zal zijn bekoring voor Delila hem fataal worden. Maar zie dat niet als straf voor de zonde van zijn liederlijkheid, aldus Grossman. Door hem uit te leveren aan de Filistijnen verrichtte Delila de daad die nodig was om Simson diens laatste dodelijke kunstje te laten vertonen.

Grossman heeft met succes gepoogd om van Simson een mens te maken, een mens die ouderlijke liefde mist en met impulsieve acties op dat besef reageert. Van het voelen van goddelijke sturing of van besef een taak uit te voeren, door God in zijn handen gelegd, is amper sprake, meent Grossman: Simson doet, doet wat hij doet impulsief en kijkt niet om. Wij weten dat onversneden helden niet bestaan en we weten ook dat de motieven van de mens zelden enkelvoudig zijn. Om tot enig begrip te komen van de Simsonfiguur onderzoekt Grossman het Simsonverhaal (door hem consequent mythe genoemd), uitgaande van die twee inzichten. In Leeuwenhoning zijn de hoofdstukken 13 tot en met 16 van Richteren opgenomen, in het Nederlands van de Nieuwe Bijbelvertaling.

Hans van der Heijde

David Grossman – Leeuwenhoning. Vertaald door Shulamith Bamberger. Cossee, Amsterdam 144 blz. € 22,99.