In het Volkskrant Magazine staat een groot interview met Peter Middendorp. Aanleiding is de verschijning van De kant van Ada. De kant van Ada is ook de titel van de toneelmonoloog die Middendorp schreef voor Lotte Dunselman die deze maanden met deze voorstelling door het land trekt. De kant van Ada gaat verder waar Jij bent van mij eindigde en is geschreven vanuit het perspectief van de vrouw van Tille Storkema, de man die een meisje vermoord heeft en dat jarenlang verzwegen heeft.

Interviewster Sara Berkeljon vraagt Middendorp expliciet naar een artikel van Joost de Vries in De Groene Amsterdammer waarin deze schrijft over ‘narrative journalism en schrijvers/regisseurs die zich het verhaal toe-eigenen’. Daarin staat onder meer:

Jij bent van mij is een heel geserreerd geschreven roman, vol heldere poëtische beelden van het boerenbestaan, met het soort laconieke, vlakke vertelstem waar veel critici mee weglopen. Het literaire is het probleem niet. Wat dan wel? […] Maar het kost veel moeite dat beeld van de succesvolle schrijver die wegrijdt van een moordplek, zich vrolijk verheugend over het idee er een roman over te schrijven, niet obsceen te vinden.

Middendorp vindt dat een ‘hele domme opmerking’:

Toen ik dat las, wist ik: die is jaloers. Het is niet zuiver, want Joost de Vries schrijft zelf boeken. Ik zou dolgraag recensent willen zijn, maar ik doe het niet, want ik ga niet mijn eigen concurrenten afzeiken. Dan zou ik doen wat Joost de Vries doet. En ondertussen zat hij in een jury die een van zijn vriendjes bij De Groene nomineerde voor een literaire prijs. Dat deugt niet. Schrijf maar op dat het een dikke sukkel is.’
Schaterlach. ‘Een jaloers krengetje.’
Neemt een hap van zijn krakeling. ‘Sorry, ik liet me even gaan.’

Even later komt hij al op zijn woorden terug:

Ik heb nu ook alweer spijt van het feit dat ik Joost de Vries een dikke sukkel heb genoemd. Liefde verspreiden, dat zou ik moeten doen.

Lees het hele interview hier.