‘Paul Beers is een echte oeuvre-vertaler. Beers verbindt zich aan zijn auteurs, met wie hij als het even kan ook een persoonlijke band aanknoopt en van wie hij liefst alles vertaalt.’ Zo begint het juryrapport van de Letterenfonds Vertaalprijs 2014. Paul Beers overleed vorige week. Hij vertaalde onder meer Robert Menasse, Ingeborg Bachmann, Marguerite Yourcenar en Witold Gombrowicz. In het dankwoord voor die prijs betoonde hij zich dankbaar, maar ook kritisch:

Ook tegen mijn zin was het feit dat de uitgever mijn inmiddels zesde boek van Menasse, hoe klein het ook was, en mijn inmiddels dertiende voor deze uitgeverij met geen cent méér dan het zogenoemde minimumhonorarium van 6 komma 3 cent wilde honoreren. Je zult zo’n kleine vijftig jaar vertalen en geen cent méér krijgen dan welke beginnende vertaler voor welk literair boek ook. Mag ik dat een misstand noemen?
Zeker, de meeste literaire uitgeverijen gaan vriendschappelijk met ons om, maar het ontbreekt aan concrete waardering. Zonder het Letterenfonds hadden de
Letterenvertalers nog steeds op een houtje moeten bijten, want van uitgeverszijde is nooit ook maar enig initiatief uitgegaan om financieel en qua naamsbekendheid van hun waardering blijk te geven.

Op de site van het Letterenfonds staat ook een uitgebreid in memoriam.