Albanië in de Unie! Of toch maar niet nog?

Robert Menasse (Wenen, 1954) schrijft, net als zijn zuster Eva trouwens, dikke romans. Zijn nieuwste, De uitbreiding, onlangs in vertaling verschenen bij De Arbeiderspers, telt 624 bladzijden. Een belangrijkste grondstof voor Menasses werk is de hedendaagse politieke geschiedenis van Europa, met name het democratische Europa dat tracht zich economisch en bestuurlijk te verenigen. Met De hoofdstad, uit 2017, schreef hij een roman die beschouwd wordt als de eerste roman die als onderwerp de Europese Unie kent. De hoofdstad is min of meer satirisch van toon, maar daar mag beslist niet uit worden geconcludeerd dat Menasse een euroscepticus is.

Die satirisch-laconieke toon kenmerkt ook De uitbreiding. Hier en daar zet Menasse die kracht bij met kolderieke scènes. De plot – die fungeert als een paraplu waaronder allerlei subplots worden ontvouwd – vormt de kwestie van het al dan niet door de Unie plaveien van de weg naar het EU-lidmaatschap van Albanië. Dat vereist unanieme steun van de lidstaten, een voorwaarde die in deze roman door Polen, een relatief nieuwe lidstaat waarin helaas antidemocratische tendensen dominant zijn, wordt misbruikt om Brussel onder druk te zetten. Menasse moet daarbij het Polen van de rechts-nationalistische (populistische en antisemitische) PiS voor ogen hebben gehad en hield misschien te weinig rekening met een machtswisseling in democratische richting, resultaat van de verkiezingen van najaar 2023. Het is altijd riskant, actualiteit in literaire fictie verwerken; achteraf zal Menasse hebben gedacht dat hij beter Hongarije, Fidesz en Orban had kunnen nemen, want Orban lijkt zijn machtspositie in beton te hebben gegoten. Aan de andere kant, bepaald niet de minst interessante subplot wordt gevormd door een gezamenlijk verleden in de Poolse anticommunistische ondergrondse van een Poolse EU-ambtenaar en populistische Poolse premier.

Overigens is niet alleen Polen tegenstander van uitbreiding van de EU met Albanië. Maar in Brussel is men ervan overtuigd dat Nederland wel bij zal draaien als daar een aardige post in de Europese Commissie of iets dergelijks tegenover staat. Wat dat direct, dan wel indirect duidelijk maakt, is dat de motieven van lidstaten voor hun standpunten zelden met de zaak zelf van doen hebben en meestal gevoed worden door platte eigenbelangen.

Een andere subplot wordt ingeleid met de diefstal uit een Weens museum van de ‘Helm van Skanderbeg’. De 15e-eeuwse Skanderbeg (Skander = Alexander en beg is het Turkse bey = heer) is voor Albanië wat de 16e-eeuwer Willem van Oranje voor Nederland is. In de strijd tegen de Ottomanen slaagde hij erin – wat voordien nog niemand was gelukt – de Albanese stammen te verenigen. Overigens is een belangrijk verschil tussen Skanderbeg en Willem van Oranje dat de laatste slaagde, waar de eerste uiteindelijk faalde: Skanderbeg kon de verovering en vervolgens de islamisering van de zuidwestelijke Balkan door de Ottomanen niet tegenhouden. Dat hij desondanks tot op de dag van vandaag als een vader des vaderlands vereerd wordt in het overwegend islamitische Albanië heeft dus een paradoxaal trekje. Die helm is een raar ding: kindermaat en gekroond met een gesmede geitenkop.

De meervoudige handelingslijnen kennen verschillende hoofdpersonages: de eerdergenoemde twee Polen, een Oostenrijkse EU-ambtenaar en een dito politie-inspecteur en de Albanese minister-president en diens perschef om de voornaamste te noemen. Daaromheen cirkelen nog tal van andere niet onbelangrijke personages. Plaatsen van handeling van De uitbreiding zijn Brussel, Polen, Wenen, Albanië, Zuid-Italië en de mobiele plek waar alle subplots en alle personages uiteindelijk samenkomen in een even grandioze als rampzalige ontknoping: als genodigde passagiers aan boord van het pas van een Albanese werf van stapel gelopen luxe cruiseschip SS Skanderbeg. Een naam die een saillant terzijde oproept: tijdens de Duitse bezetting werd door de nazi’s een Skanderbeg-SS opgericht, speciaal voor Albanese vrijwilligers.

Menasse weet van begin tot eind met zijn soepele stijl de vaart en de spanning erin te houden. En passant steekt de lezer veel op over de politieke massage-, respectievelijk beentje-licht-technieken, die er kennelijk bij moeten horen tijdens de aanloop naar lastige besluitvorming in het verenigde Europa. Maar de veelheid van verwikkelingen maakt dat je blij bent aangekomen te zijn bij het laatste deel van De uitbreiding, de boottocht. In dit laatste deel is Menasse op zijn best. De uitbreiding is een goede roman en dik zijn is in de gedrukte literatuur in het algemeen geen bezwaar, maar dit boek zou gewonnen hebben bij een onsje verwikkelingen minder.

Hans van der Heijde

Robert Menasse – De uitbreiding. Vertaald door Wil Boesten. De Arbeiderspers, Amsterdam. 624 blz. € 29,99.