Schoonheid is waarheid. Maar is waarheid ook schoonheid?

De jongste bundel (een ‘fictie-essay’) van dichteres en hoogleraar klassieke literatuur Anne Carson De schoonheid van de echtgenoot is opgehangen aan het idee van de achttiende-eeuwse dichter Keats dat waarheid schoonheid is. In ‘Ode on a Grecian Urn’ schrijft hij: ‘Beauty is truth, truth beauty,—that is all / Ye know on earth, and all ye need to know. ‘Schoonheid is een mysterie. Carson combineert dat gegeven met een verhaal over een ontrouwe echtgenoot. Dat is een interessante mix, wat gebeurt er als je een lelijke waarheid met schoonheid in verband brengt?

De echtgenoot van de ik is niet eerlijk geweest maar het verhaal over hem is waar, dus mooi, dus troostrijk. Het is vooral een intertextuele, intellectuele en filosofische exercitie, temeer omdat Carson de gedichten opbouwt als tango’s. Een tango is een gestileerde passionele dansvorm, die tot het eind gedanst moet worden: de partners hebben elkaar nodig om het verhaal te vertellen. Maar de regels van de dans zijn belangrijker dan de emoties van de dansers. Dat is de makke van dit boek: de vorm is sterker dan de emotie, het is gekunsteld. Ieder gedicht is een tango met een ander gedicht, van Homerus tot Duchamp. Maar nergens word ik geraakt door schoonheid of door het verdriet van de bedrogen echtgenote.

Achterin het boek wordt vermeld naar welke teksten verwezen is. Piet Gerbrandy schrijft in zijn laatste, met de Ida Gerhardtprijs gekroonde leerdicht Niets dan dit, dat bolstaat van de verwijzingen naar klassieke teksten: ‘De literatuurverwijzingen zijn uitsluitend bedoeld om indruk te maken. Voor de interpretatie van het gedicht hebben ze geen enkele relevantie.’ Dat is natuurlijk een statement, maar het idee dat je je ook kunt onderdompelen in een tekst, kunt ervaren in plaats van alleen herleiden en vergelijken, dat mis ik bij Carson.
Het openingsgedicht gaat zo:

IK DRAAG DIT BOEK OP AAN KEATS (VERTELDEJIJ ME DAT KEATS DOKTER WAS?) OMDAT EEN OPDRACHT NIET VOLMAAKT MAG ZIJN WIL EEN BOEK IN VRIJHEID BESTAAN EN HIJ ZICH VOLLEDIG OVERGAF AAN SCHOONHEID

Een wond straalt licht uit
zeggen chirurgen.
Als alle lampen in huis waren gedoofd
kon je de wond verbinden
bij het licht dat deze geeft.

Geachte lezer ik zeg dit bij wijze van analogie.

Vertraging.

‘Zeg vertraging in plaats van schilderij of schets –
een glasvertraging
zoals in prozagedicht of zilverbeslag.’
Aldus Duchamp
over De bruid ontbloot door haar vrijgezellen

dat onderweg van het Brooklyn Museum naar Connecticut

in acht stukken brak (1912).

Wat wordt vertraagd?
Het huwelijk denk ik.
Dat strijdtoneel zoals mijn man het noemde.
Kijk eens hoe het woord
oplicht.

Keats legt een verband tussen schoonheid en eeuwigheid: het gedicht over de Griekse urn waar de frase over schoonheid uit komt gaat immers over een antiek kunstvoorwerp. De mens is vergankelijk, een glimp van het eeuwige, blijvende is schoonheid. Vertragen is volgens deze filosofie dus het zoeken naar schoonheid. Dat heeft Duchamp gedaan in zijn kunstwerk en dat doet Carson dus blijkbaar ook. Duchamp heeft ook het gewone bijzonder gemaakt (denk aan zijn toiletpot die hij als kunst presenteerde) en daarmee eeuwig. Maar lukt het Carson om een alledaagse mislukte liefde door daar conceptuele kunst van te maken te vereeuwigen? Ik vind het lichtgevend maken van het woord ‘strijdtoneel’ eerder pathetisch en uitleggerig dan schoonheid. En het aanspreken van de lezer en hem even wijzen op een analogie? Het lijkt meer op een college van de hoogleraar dan een kunstwerk van de dichter.
In de bundel Big data van Anne Vegter wordt ook een verloren relatie beschouwd, waarin de echtgenoot de schuldige is, eveneens aan de hand van klassieke teksten, zoals Medea van Euripides. Maar in het werk van Vegter kun je je onderdompelen, daar kun je iets bij voelen, dat is niet een puur intellectuele denkoefening. Het refereren aan andere teksten kan een werk rijker maken, gelaagder, meerduidiger. Maar als het op de voorgrond komt te staan, wordt het huiswerk.

In het slotgedicht lezen we:

Sommige tango’s doen of ze over vrouwen gaan maar kijk hier.
Wie zie je
klein weerspiegeld
in elk van haar tranen.

Zie hier hoe ik eindig opdat jij denkt dat het om jou gaat.

Alleen al dat er geen vraagteken staat na de vraag, dat het dus geen vraag is maar een soort overhoring. En dan het versperren van mogelijke interpretaties. Ik snap dat het een spel is, maar ik vind het geen verheffend spel.

In de bundel Rood, die uitgeverij Koppernik eerder uitgaf, (eveneens in vertaling van Marijke Emeis) laat Carson zien dat ze dit soort literair spierballenvertoon helemaal niet nodig heeft. In die bundel kun je verdwalen. Want juist niet alles begrijpen, zelf mogen interpreteren is het ervaren van het mysterie van schoonheid. Het is dapper dat Carson steeds nieuwe dingen probeert, verkent. Maar soms levert een experiment ook de conclusie op dat iets niet werkt. Een rouwproces over een mislukt huwelijk moet met vertraging, maar niet alleen met je hoofd.

Hanz Mirck

Anne Carson – De schoonheid van de echtgenoot. Koppernik, Amsterdam. 214 blz. € 24,50.