Het avonturenboek Olaf

Olaf gaat iedere zomer een weekje bij zijn grootouders logeren. In hun grote tuin is het achterin een heerlijke wildernis. Olaf bouwde er een vorige zomer een boomhut samen met zijn opa. Maar sinds hij een schep heeft gevonden op de zolder van zijn grootouders wil hij een groot gat graven. ‘Een diep gat zou hij graven. Helemaal achterin de tuin. Dieper dan hij ooit gedaan had.’

Op school heeft Olaf het namelijk niet gemakkelijk. Hij wordt gepest en zijn bijnaam is dan ook Zolaf. Dat Olaf zich voortdurend van alles afvraagt maakt zijn verhouding met zijn klasgenoten er ook niet beter op.

Olaf snapte heel goed wat opa bedoelde, maar toch bleef hij dat ‘tussen de middag’ maar een rare zin vinden. Niemand zegt ‘tussen de ochtend’ als je ontbijt en van ‘tussen de avond’ had hij ook nog nooit gehoord. Op school had hij een keer aan meester gevraagd of dat wel klopte. Meestal noem je toch twee dingen als je het over ‘tussen’ hebt. Tussen de boom en het huis, tussen kerst en nieuwjaar, maar tussen de middag…? De meester had er nog om gelachen, maar daarna werd hij nog vaker gepest door de pestkoppen. Sindsdien bewaarde hij zijn vragen liever.

Rob Stoker weet zo in een paar zinnen scherp neer te zetten wat voor type jongetje Olaf is: fantasievol, leergierig, onzeker, vol vragen over de wereld en met een talenknobbel.

Als Olaf eindelijk bij zijn opa en oma is, stort hij zich meteen vol overgave in zijn graafproject. Op een gegeven ogenblik ontdekt hij een houten schot. Met een zakmes, dat hij van zijn dementerende oma heeft gekregen, peutert hij het schot los en stapt een gang in. Daar ontmoet hij een aantal bijzondere wezens zoals Terremus en Alchemistus. Natuurlijk vraagt Olaf zich af wat er aan de hand is. ‘Luister goed Olaf. Wij ontmoeten jaarlijks veel mensen. Sommigen weten precies waarom ze bij ons zijn terechtgekomen en sommigen hebben geen idee. En….’

Het avontuur kan beginnen. Olaf moet de komende dagen diverse zaken zoals het Noorderlicht en een splinter van blauwe planeetsteen verzamelen. Iedere dag opent Olaf een nieuwe deur naar een soort andere dimensie. De prachtige tekeningen van Tom Beijering illustreren deze nieuwe werelden treffend. Aan de andere kant wordt de fantasie van de lezer door deze illustraties wat minder gestimuleerd, omdat de avonturen een letterlijk beeld krijgen. Ook de rest van het kinderboek is trouwens mooi vormgegeven met de hoofdstuktitels en kleine stukjes tekst in kleur gedrukt.

Olaf is een prettig leesbare avonturenroman met een onvervalste outsider in de hoofdrol. Stoker laat de sympathieke Olaf meerdere avonturen beleven en gebruikt daarvoor de in veel fantasyboeken voorkomende magische toegangspoort naar een andere wereld. De avonturen lijken wat lukraak gekozen, maar het effect op Olaf is er niet minder om. Olafs opa en oma lijken ook nog meer van deze andere wereld te weten, maar dat werkt Stoker niet helemaal uit in zijn eerste kinderboek. Dat Olafs oma dement is en zich ook in een andere wereld lijkt te bevinden ondersteunt de belevenissen van Olaf ook op een andere verhaalniveau.

Cilla Geurtsen

Rob Stoker – Olaf, Uitgeverij kleine Uil. 160 blz. € 17,50.