De vragen die er werkelijk toe doen

De roman De kwetsbaren van Sigrid Nunez is een aangename melting pot, net zoals de geboren Amerikaanse schrijfster zelf zowel Duitse, Chinese als Panamese wortels heeft. Tijdens de lockdown vanwege de Covid-pandemie komt een personage dat sterke overeenkomsten vertoont met de schrijfster, net als zij een babyboomer is, min of meer gedwongen terecht in een grote loft in New York. Een hoogzwangere vriendin, die zichzelf heeft teruggetrokken ergens buiten de stad in een tweede huis, vroeg haar op te passen op haar huisdier, een ara, een zielsverwant eerder. Een vraag die ze ook al had gesteld aan een jonge student, een exponent van de generatie Z.

De narrator is een romanschrijfster die, zoals veel mensen in isolatie, last heeft van concentratieproblemen, die niet kan lezen, in elk geval niet zoals in normale tijden. Ze wordt wel overweldigd door het nieuws, slurpt dat tegen heug en meug op. Het schrijven lukt ook niet. En dat is in feite de grap, het tongue-in-cheek element, het Droste-effect. Want met dat ‘writers block’, met het verwerken van de dagelijkse beslommeringen, met essayistische uitweidingen bouwt Nunez deze roman op.

Ze kauwt als het ware op de nieuwe realiteit, zoekt verbindingen binnen de literatuur, binnen haar eigen ervaringswereld van voor deze wereldwijde ramp. Ze weet daarmee regelmatig te verrassen. De toon is laconiek. De hele aanpak heeft iets lichtvoetigs. Waarschijnlijk is dat ook de enige manier om onderhoudend over een dergelijk onderwerp te schrijven. Ongewild voelt de verteller zich schuldig dat ze geniet van de uitgestorven straten. De fantasie dat niemand zou terugkeren. ‘Schrijvers lijden minder dan andere mensen.’ (Als je het obsessieve gepieker niet meetelt.)

Waar je een hekel kunt hebben aan schrijvers die uitweiden over het ambacht van het schrijven, geeft Nunez door het hele boek heen aardige steekjes naar redacteuren, naar lezers, naar collega-schrijvers, gebruikmakend van klassiekers, van situaties die bijvoorbeeld ontstaan bij lezingen, bij boekpresentaties, bij dreigende of liefkozende ‘fanmail’. Onbekenden die haar van ‘prutswerk’ betichten.

Eerder deze week een boos bericht van iemand die iets wat ik heb geschreven niet had gelezen, maar er wel over had gehoord. Naar hij begreep – beter gezegd verkeerd begreep – had ik een universitair docent aangevallen omdat hij jonge vrouwen seksueel intimideerde. Waar was JIJ, schreef deze persoon, toen IK misbruikt werd door een OUDERE VROUW.

Dergelijks onverklaarbare mini-uitbarstingen van het publiek combineert Nunez met hilarische gevallen uit de praktijk (van anderen.) De schrijver die bijvoorbeeld besloot om een personage te baseren op een vriendin. Hij ‘vermomde’ haar met een bril met schildpadmontuur, een kort kapsel en gaf haar een zoon van in de twintig. Vlak voordat het boek uitkwam verdroeg de vrouw in kwestie haar contactlenzen niet meer, raadde haar kapper een kort kapsel aan. Juist in die tijd was een kind dat ze als baby ter adoptie had weggeven op zoek gegaan naar zijn biologische moeder. Het gevolg: de grootste heibel toen het boek verscheen.

De kern van het schrijven van Nunez is het vastleggen van het ontbrekende, van dat wat verloren is gegaan of dreigt te gaan. Een pandemie is dan op z’n zachtst gezegd een interessante tijdspanne. Het dagboekachtige karakter van De kwetsbaren verhoogt het kwetsbare van de schrijver zelf. Tijdens dit soort intense periodes intensiveert als vanzelf ook het oog voor details van de beschouwer. Er is een algemene wanhoop over het ongewisse, over wat er te wachten staat, maar ook tijd om ergens langer bij stil te staan. Relaties in het toenmalige heden of in het verleden. Of je gewoonweg buigen over een opbloeiend plantje, een spelende hond bekijken, zich van geen kwaad bewust. Schoonheid die ineens wordt gewaardeerd. Het overdenken van je daden, je leven, misschien zelfs over de verspilling van tijd.

Hoewel je zou kunnen denken dat Nunez veel toevoegt, zijn de voorbeelden, de uitweidingen, het aanhalen van schrijvers, van citaten, niets anders dan onderbouwingen van haar zoektocht in in het soms verwaarloosde verleden. Het bewuster, meer ingetogener verwoorden van de geschiedenis van de verteller. Een kernverhaal is het overlijden en de uitvaart van een oude vriendin. Een begrafenis die bijna een uitje, een ontsnapping, een reünie wordt. Nunez fileert daarin met compassie de verschillen tussen de seksen, tussen de generaties. De gewoonste zaken van de voorbije wereld die tegenwoordig tot grote controverses kunnen leiden. Een groep vriendinnen die hun zegeningen tellen.

Volwassen worden met de pil en in een bevrijde generatie. Ik moet er niet aan denken hoe mijn leven eruitgezien zou hebben als ik eerder was geboren. Ik zou zo’n geschifte, drankverslaafde, barbituratenslikkende huisvrouw zijn geweest.

De verteller komt dus terecht in een luxueus appartementencomplex, inclusief een voltallige staf en een oude lorre, Eureka genaamd. Het bevalt haar zeer. De uren die ze doorbrengt met de ara vliegen zogezegd voorbij. Het gezelschap dat ze o zo nodig heeft. De hulp die ze kan geven, de remedie tegen ziektes en stress. Nunez geeft een glansrol aan de gevoelige naprater. Weet via het beestje ook hete hangijzers aan te kaarten. Tegenstanders van milieubescherming en klimaatontkenners die ecocide aanwakkeren, hun haat op de natuur zelf botvieren. T-shirts met Shoot a Wolf, Make a Liberal Cry. Oef. Een provocatie van een man op straat die snel langs fietst, haar expres uit balans brengt en met opzet hard in haar gezicht hoest, vat de angst, de agressie van die tijd samen.

Als het waar is dat het onvermogen om de toekomst onder ogen te zien een teken van geestelijke gestoordheid is, ken ik niemand die nu niet gestoord is; die niet al enige tijd gestoord is.

En dan verschijnt de student. De generatie Z, grofweg geboren na 2000, die gecategoriseerd wordt als maatschappelijk betrokken, mondig en ondernemend en uiteraard technisch goed onderlegd. Aanvankelijk wil ze hem weg hebben, leiden ze, geholpen door de grootte van het appartement een gescheiden leven, maar met behulp van zijn vegan gerechten, van wat psychedelica komen ze nader tot elkaar, vormen ze samen een nieuwe ’tegencultuur’.

De kwetsbaren vaart wel bij het associatieve karakter, bij het golvende ritme. De kwetsbaren zijn niet alleen de personages in deze roman, de mensen die zuchten onder de lockdown, maar de mensen in het algemeen, van alle tijden. Nunez, om Coetzee te parafraseren, concentreert zich op de vragen die er werkelijk toe doen in een ingetogen, onopgesmukte taal.

Natuurfilms waren tijdens de lockdown erg populair. My Octopus Teacher, over het contact tussen een duiker en een inktvis, was indrukwekkend, rustgevend, bemoedigend. Een stuk genade in een tijd van onafgebroken nieuws over ellende. Zo zou je De kwetsbaren ook kunnen kwalificeren. De herinnering van één persoon over een collectief verleden, als een soort startpagina. Schrijver was zogenaamd geen essentieel beroep tijdens de pandemie.

Guus Bauer

Sigrid Nunez – De kwetsbaren. Atlas Contact, Amsterdam. 224 blz. € 23,99.