Ik ben geen fan

Ik ben fan is het romandebuut van Sheena Patel. Het boek kwam in het Engels uit in 2022, werd genomineerd voor de Women’s Prize for Fiction, de Dylan Thomas Prize en Jhalak Prize, en won de British Book Award. In 2024 werd het boek vertaald naar het Nederlands. Thema’s als sociale media, stalking en minnaressen zorgden voor interesse bij de podcast Lezen is Vurrukkulluk, en daardoor bij mij. Helaas voldoet dit boek niet aan de verwachtingen.

Het boek begint lekker direct. De openingszin ‘Ik stalk een vrouw op het internet die naar bed gaat met dezelfde man als ik’ staat ook op de achterflap, en gek genoeg is deze zin ongeveer het hele plot van dit boek. Of anders gezegd: dit boek is tamelijk plotloos. Het bestaat uit vele hoofdstukjes; sommige maar een halve pagina, sommige een aantal pagina’s. Die hoofdstukjes zijn veelal variaties op: ‘de man met wie ik wil zijn wil niet met mij zijn en dat vind ik stom’; ‘de vrouw door wie ik geobsedeerd ben heeft meer privileges dan ik’; en, in mindere mate: ‘ik kom er mee weg als ik stom doe tegen mijn vriendje’. De hoofdstukjes zijn niet chronologisch geordend en waarom dat zo is, wordt niet helemaal duidelijk. Op zichzelf kan dit een interessant boek worden, maar het grootste probleem is dat we in het hele boek nooit onder de oppervlakte duiken. Het is bij vlagen grappig en vlot, maar na een pagina of vijftig wordt er bijna alleen nog maar herhaald.

Al op pagina 20 staat:

Ik ben geen hoofdpersonage in deze overbevolkte romantische komedie van verraad, ik heb een bijrol. Hij loopt geen enkel gevaar om op mij verliefd te worden. Ik ben niet de regisseur van mijn eigen leven. Ik ben van een lagere sociale klasse dan zij en in dat opzicht zijn zij gelijken en passen ze beter bij elkaar. Het zou bij niemand opkomen om mij uit te nodigen voor een privérondleiding door de Royal Academy – ik ben niemand. Ik ben een fan en daarom kan ik geschrapt worden.

Waarvan akte, en dat krijgen we dan nog tweehonderd pagina’s opgediend. De hoofdpersoon volgt de andere minnares (consequent ‘de vrouw door wie ik geobsedeerd ben’ genoemd, wat vermoeiend is) op Instagram. Zij is namelijk een bekende influencer. Er volgen uitvoerige beschrijvingen van alles wat op Instagram gebeurt. De influencer-minnares verkoopt bijvoorbeeld heel dure spullen (er worden eindeloos veel merken en objecten genoemd) en laat elke dag zien welk duur, biologisch voedsel ze voor zichzelf koopt en bereidt. Hier levert de ik-persoon vervolgens commentaar op met bij vlagen scherpe cultuurkritiek en gevatte opmerkingen over de hypocrisie van rijke witte mensen. Dit heeft potentie, denk je aan het begin van het boek. Na de tiende pagina’s-lange opsomming in de trant van ‘zij krijgt alles in haar schoot geworpen en ik krijg dat niet, omdat ik arm en niet wit ben’, en eindeloze oppervlakkige herhalingen van wat eerder in het boek is gezegd, en bovendien daarvoor al door talloze anderen en beter, wordt dit gewoon vervelend om te lezen.

Twee keer lijkt het even spannend te worden. De eerste keer gaat de hoofdpersoon naar het huis van de minnares en doet zij zich voor als potentiële klant van het hobbybedrijfje met dure spullen van de influencer. De tweede keer organiseert de hoofdpersoon dat ze een geleende hond op de juiste locatie mag uitlaten, om bevriend te raken met de halfzus van de influencer. Dit zijn situaties waardoor je je als lezer kunt gaan afvragen: hebben we hier misschien te maken met een ietwat verknipte verteller, een obsessieve stalker met een verwrongen wereldbeeld? Hoe ver gaat dit nog? Beide keren volgt echter een anticlimax: de influencer is zelf niet thuis ten tijde van het bezoek, en nadat de hoofdpersoon bevriend is geraakt met de halfzus, stopt die verhaallijn. Einde, niks meer.

Erg mysterieus blijft waarom de hoofdpersoon geïnteresseerd is in de man met wie ze wil zijn. Uit alles blijkt namelijk dat hij geen prettige man is. Waar zij fantaseert over een huwelijk en een baby, geeft hij continu aan dat híj in elk geval géén toekomst met haar ziet. Er komen enkele mogelijke verklaringen voor de obsessie voorbij: zijn piemelformaat, zijn rijkdom en zijn status; het feit dat hij makkelijk kan krijgen wat hij wil. Over het algemeen lijkt de obsessie echter nergens op gebaseerd te zijn, behalve misschien op een diepe zelfhaat van de ik-persoon. Ook speelt een proces van aantrekken en afstoten misschien mee: doordat hij heel lang geen contact met de hoofdpersoon opneemt, wil de hoofdpersoon hem des te meer en is ze altijd volledig beschikbaar voor hem, terwijl hij dat bijna nooit voor haar is.

In het boek spelen klasse en afkomst ook rollen, maar zoals gezegd blijft alles aan de oppervlakte. Hetzelfde gebeurt met teksten die wat diepzinnig of essayistisch over moeten komen:

handen in de lucht

Relaties draaien om winnen of verliezen, niet om verbinding en veiligheid, maar om dominantie en onderwerping. Elk gebaar, woord, vriendelijk gezicht, elke daad, kans, seksuele toenadering, onverschillige houding, weigering, viering, afwijzing, uitnodiging, vooruitgang, glimlach, blik, stap voor- of achteruit en elke geboden compensatie moet in de eerste plaats worden opgevat als een belediging, een dreigement of een potentiële daad van geweld die geleidelijk wordt geneutraliseerd. Dit is de enige manier om je leven te leven: door iedereen die te dichtbij komt als vijand te beschouwen, als iemand die sowieso iets van je af zal pakken, je tot symbool reduceert, je behandelt alsof je minderwaardig bent omdat je anders bent.

Absoluut dieptepunt in deze categorie is ook het hoofdstuk dat Rhythm 0 van Marina Abramović beschrijft, zonder er verder ook maar iets mee te doen of er een enkele gedachte over te delen. Wat voegt dit toe? De lezer kent deze performance al – en wat is de link met het verhaal in het boek?

Qua plot mist er veel in dit boek, maar qua personages ook. Er is in geen van de personages sprake van enige ontwikkeling: de hoofdpersoon blijft in continu dezelfde woede en frustratie zitten, zonder dat ook maar iets duidelijk wordt over waar haar handelen vandaan komt of waar het heen gaat. In het hierboven geciteerde hoofdstukje zitten opvattingen die interessant kunnen zijn, als die verklaard kunnen worden door hoe het personage is, of hoe het personage zich heeft ontwikkeld. Elke link met enig personage ontbreekt echter. Zo is de uitvoering van een boek dat interessant had kunnen zijn helaas uitermate teleurstellend.

Mocht besloten worden tot een tweede druk van deze vertaling, dan is het verstandig nog een redactieronde te organiseren. Matig lopende zinnen zijn tot daar aan toe, maar onderstaande taalfouten (een selectie!) hadden echt voorkomen kunnen worden: ‘gewoven manden’, ‘het clientèle’, ‘Ik zal waarschijnlijk verweten worden’, ‘…dat zijn geld de eventuele kinderen die ik op deze wereld zet kunnen bieden’, ‘een decennia’, ‘In Spanje is er een groot landelijk tournee georganiseerd voor de man met wie ik wil zijn dat erg goed verloopt’.

Erik-Jan Hummel

Sheena Patel – Ik ben fan. Vertaald door Hannalore Daudeij. Cossee, Amsterdam. 272 blz. € 22,99.