Recensie: Bart Stouten – Zonde van de hemel
Lagen wegpellen
Als kind zag de Vlaamse schrijver, dichter en radiomaker Bart Stouten op een bibberend zwart-wit tv-schermpje voor het eerst een Japanse film, ook nog eens een visionair werk van de beroemde regisseur Yasujiro Ozu. Zijn fascinatie voor Japan was geboren. En dan vooral het fijnzinnige, mysterieuze land van de rijzende zon. Zonder het precies te kunnen duiden werd een binnenlicht ontstoken. Een eerste gevoel van connectie, met een mentaliteit, met een levenswijze, met een visie op het leven, op het individu, zen zo men wil. De fascinatie groeide in de loop der jaren, werd gevoed met cursussen, met een poging om de taal machtig te worden.
In de roman Zonde van de hemel, de uitgever noemt het een autofictieve vertelling, voert Stouten een personage op dat verdacht veel op de schrijver lijkt. Laten we hem Bard noemen. In de jaren negentig bezoekt dit junger ego Japan, met nog steeds hetzelfde geromantiseerde beeld als leidraad. Daar ontmoet hij een Japanse jongeman, die – het kan niet beter – ook nog eens Yasujiro heet. Maar de jongen is dakloos, leeft in een kartonnen hutje vlakbij een druk kruispunt in het centrum van Tokio. Evengoed blijkt deze Yasujiro een begenadigd dj voor de lokale radiozender.
Een bewijs temeer dat in Japan alles anders is dan Bard zich had voorgesteld, het beeld dat hij in de loop der tijd zelf had gecreëerd, had gekoesterd, de wens naar innerlijke harmonie. De Japanners willen het liefst geen stinkende, onverzorgde daklozen in hun gemeenschap, geen beeldvervuiling zogezegd. En dus hebben de ‘zwervers’ toegang tot badhuizen, komen dokters en agenten langs die vragen of ze iets kunnen betekenen, worden ze gevoed, gegroet, als een soort wijzen van de straat.
Bard komt via de dj in een onbekende wereld terecht, ziet zijn eigen binnenwereld afgepeld worden als een artisjok. Weg met de bladeren, het hooi, direct naar het hart waar de oprechte herinneringen bewaard zijn. Hij wist ergens altijd wel dat hij ‘anders’ was, maar kreeg daarvoor vanuit zijn omgeving geen rugdekking. Bard bezoekt karaokebars die dienen als ontmoetingsplaats voor mannen en jongens. Hij maakt via Yasujiro kennis met de hermafrodiet Akemi, een actrice in het no-theater, die daarnaast bijklust als vroedvrouw. Er ontstaat een fragiele driehoeksverhouding die alles voor Bard op z’n kop zet, maar die tegelijk zijn lichamelijkheid ontsluit.
Zonde van de hemel is aangenaam hoofdstukvrij. In principe is het één lange brief aan Yasujiro, die zelfmoord heeft gepleegd. Dat is geen verklappertje, want het is het vertrekpunt van het boek. Een reconstructie waarin juist die dood een eindpunt is. ‘Ik ga de lagen wegpellen om bij jou te komen, Yasujiro, jij die daar dicht bij de nucleus van mijn bestaan zweeft.’
Hier graaft een schrijver diep, bezoekt zijn eigen meest duistere krochten, schuwt het niet om in de zoektocht naar nuance de twijfels te laten zien. Een boek als een wedergeboorte, een terugkeer en een duiding van de drijfveren, het eren van een inspiratiebron, de basis waaruit een levensidee is opgebouwd. Stouten was jarenlang de welluidende stem van Klara, de klassiek radiozender van de VRT.
Van lyricus Stouten verwacht je gloedvolle zinnen. En ja die zijn er genoeg in dit boek, als zorgvuldig aangeharkt grint in een Japanse tuin. De stijl is bij tijd en wijlen droomachtig, zinnelijk. Maar Stouten zorgt voor evenwicht door het vrij sec weergeven van dagelijkse beslommeringen, een down-to-earth beschrijving van praktische zaken, door zelfspot, maar ook door met mededogen overgebleven beelden uit de jeugd te bezien.
Dit is een roman die eerlijk is tot op het bot. Niets ontziend ten opzichte van een eerder versie van de schrijver zelf. Stouten etaleert geen kennis, in die zin is het geen ‘Wikipediaboek’, maar evengoed leer je verschillende facetten van Japan én van hemzelf kennen. Zonde van de hemel is een bezwering. Een subtiele, beeldende roman die ‘orde’ brengt, een zekere harmonie, een eerbetoon. In wezen een no-voorstelling waarbij elk klein gebaar, elke wending van groot belang is.
Tokio had een plaats van verwondering en opwinding moeten zijn, maar nu voelde het als een herinnering aan jouw verlies. […] De shintopriester reciteerde gebeden en prees jouw geest met wierook. […] Jij kreeg een nieuwe boeddhistische naam. Die moest je beletten terug te keren wanneer je je oorspronkelijke naam zou horen. Wanneer ik je tijdens de terugvlucht, half in slaap, zou roepen en om uitleg vragen over je zelfverkozen dood.
Guus Bauer
Bart Stouten – Zonde van de hemel. Uitgeverij Pelckmans, Kalmthout. 320 blz. € 22.