‘zo loop je rond in andermans woorden’

Sommige uitgeverijen draaien de tijd een loer en redden een schat uit de vergetelheid door deze opnieuw in een beeldschoon jasje te steken, zoals het balanseer onlangs deed met de poëzie van Lidy van Marissing. de verwerping van het stilzitten is een bijzonder fraai (in zijn soberheid!) vormgegeven bundeling van al eerder verschenen gedichten en als je ze leest, begrijp je meteen hoe het mogelijk is dat je ze eerder over het hoofd hebt gezien: ze zijn zo sterk in beweging dat je ze met geen mogelijkheid kunt vangen, en laat dat nu juist precies de bijzondere charme zijn van deze bundel!

De bundel opent met een vertraagde start, met woorden die ‘uit het niets, opdoemen, in elkaar verstrikt / raken en weer verdwijnen’. Het gedicht vormt laagjes, niet alleen door de regels die vanuit het niets over elkaar heen vallen als je ze leest, maar ook doordat de afdeling waartoe het behoort, ‘schaduwen van gebladerte’ heet. De lezer die een middag zoet kan zijn met het kijken naar de beweging van de schaduwen van bladeren, zal in deze grillige regels hiervan de afspiegeling zien. Je weet niet wanneer de beweging is begonnen en waar zij heengaat, maar juist als je je overgeeft, kom je tot rust.

Van Marissings poëzie raakt aan prediker met haar eeuwige cyclus van onze bewegingen: in en om het huis, op weg naar het werk, ‘heel veel brokken geluid waaruit / taalsplinters steken’, maar vergis je niet, want dwars door de cycli die eeuwig lijken, ‘is haar hele lichaam veranderd / in oude vrouw intussen / van krakend hout haar benen’. De tijd draait niet alleen rond, ons bestaan houdt onherroepelijk een keer op. Maar zo ver is het nog niet, want ook in het oude hoofd komt nog van alles binnenwaaien: ‘schaduwachtig geluid // dit dunne wit: een nevel, geen gedachte.’ Misschien lukt het de vrouw niet meer een samenhangende gedachte voort te brengen en blijft zij steken in een lichte nevel? Het is alsof je in die eerste afdeling een bejaarde aarzelend rondjes ziet draaien, terwijl herinneringen haar te binnen schieten door de geluiden die ze hoort en de beelden die ze ziet. In het heden echoot het verleden: ‘hoor de etmalen malen’.

En dan wil je je opschrijfboekje pakken, om al die stukjes over te schrijven, omdat ze zo mooi zijn, maar na een poosje besef je dat je de hele bundel aan het overschrijven bent en dat je ook gewoon even rustig kunt blijven lezen. Voel je die neiging wellicht, omdat de gedichten zo bewegen dat je ze even vast zou willen houden? Als je net uit de ‘schaduwen van gebladerte’ bent gekomen, beland je in ‘vlagen van taal’ en ook daar voel je hoe je de tijd op zijn hielen zit:

hoe ook in zwart geschreven, gedrukt, vastgezet /
altijd in vlug wit gedacht, in witte vlagen

De dichter geeft een inkijkje in het schrijfproces en prikt het onvermogen van de taal door: haar gedachte, die aan de oorsprong van het gedicht ligt, lijkt nog maar weinig op wat er hier zwart op wit staat gedrukt. Het voelt alsof je zojuist iets hebt aangepakt, wat spontaan verdwijnt in je greep. Van Marissing weet heel mooi – hoe onmogelijk eigenlijk – toch die onnavolgbare gang van te taal te verwoorden:

het ene woord over het andere
het ene woord vreet het andere aan, legt het
scheef, stoot het af of slokt het op

ook al probeert de verteller
te vertellen
in lange, in elkaar schuivende zinnen

in zich om elkaar heen slingerende
zinnen die soms niet verder
komen dan zijn neus en gesprongen lippen

stalt hij taal uit, geluid, stapelt klanken
op veelbetekenende klanken
in magnetische veldjes

de ene lettergreep na de andere
haakt zich vast, duwt of trekt een heel woord
voort, zuigt een regel mee

Is dit hoe wij mensen met elkaar proberen te communiceren, vat proberen te krijgen op de volgepropte werkelijkheid om ons heen? Tussen de ernst van deze regels bots je ook zo nu en dan op de humor van taalspel, dat de onontwarbare kluwen taal enigszins relativeert: ‘trekt de verteller aan een draad / om er een touw aan vast te knopen / begint het hele weefsel te schommelen’.

Af en toe doet haar poëzie denken aan die van Kreek Daey Ouwens, of andersom, door hoe beiden de lezer in beweging brengen: je hebt je verbeelding hard nodig om de wereld tussen de regels op te bouwen. Wankele bouwsels worden het, omdat je nooit zeker weet of je de leegtes wel op die manier had moeten of willen invullen. Je begint weer opnieuw, omdat een nieuwe mogelijkheid zich voordoet. En daarom kun jij zelf als lezer ook niet stilzitten. Als vanzelf beweeg je met de gedichten mee. Van oude vrouw word je ineens een meisje dat zwarte bramen in haar mond stopt. Flarden van beelden komen langs en het kan niet anders dan dat je de leegtes vult met je eigen herinneringen: ‘het verhaal zou een gedicht kunnen zijn / dat nog bezig is gedroomd te worden’.

De dichter voegt citaten in, alsof willekeurige zinnen die iemand ergens heeft uitgesproken, het gedicht binnen zijn komen waaien, waardoor de brokjes tekst soms op ready mades lijken. Je raakt de draad kwijt, weet niet wie wat zegt, en belandt dan in ‘iemand die hapert’. Ook daar kom je prachtige zinsneden tegen: ‘tot het bittere // trekt weerzin / een droevigheid stroef door haar benen’.

In het gedicht ‘gisten, gissen, gisteren’ heeft een vrouw het halve gezicht en de scheefhangende heup van een jongen uit een oude foto weggesneden: ‘kopje kleiner op zijn plaats / op zijn nummer gezet’. Deze handeling lijkt precies op wat de dichter zelf doet: zij snijdt stukjes uit de taal, waardoor de taal gehavend op haar nummer wordt gezet. In de afdeling ‘koppen van houtskool’ zie je dat ook degene die tekent, worstelt met de bewegende werkelijkheid: ‘iemand zet met een klap de bewegingen / stil zet het geluid / tot onder de ruisgrens’.

de verwerping van het stilzitten is vol van prachtige sneden uit het altoos bewegende leven. Tussen het rusteloze meisje met haar mond vol bramen en de wat strammer bewegende oude vrouw zit een wereld van beweging, die je niet wilt missen, omdat de bundel overloopt van taal, de taal van woorden, de woorden van klanken, die je hoe en waar dan ook raken.

Dietske Geerlings

Lidy van Marissing – De verwerping van het stilzitten. het balanseer, 112 blz. € 22,00.