Op donderdag 13 februari werd namens de Libris Literatuur Prijs het evenement ‘Tussen longlist en shortlist’ georganiseerd in boekhandel Van der Velde in Zwolle, naar aanleiding van de bekendmaking van de longlist van 2025. Niet alleen werden de genomineerden geïnterviewd, ook hield juryvoorzitter Sheila Sitalsing namens de gehele jury een rede over de staat van de Nederlandse literatuur aan de hand van de 183 inzendingen. De tekst van de rede is vorige week online gezet. Sitalsing en haar collega’s doen maar liefst acht observaties.

Ten eerste valt de jury op dat veel boeken niet worden besproken in de media:

Dat heeft ongetwijfeld te maken met krimpende boekenbijlagen en met de tendens om bij het verschijnen van een boek de schijnwerper te richten op de schrijver en op diens zielenroerselen, en om de schaarse ruimte daarmee te vullen. Het wegen van de kwaliteiten van het boek zelf wordt daarbij soms een beetje vergeten.

Ten tweede wordt er een lichte vermaning uitgedeeld naar de uitgevers die boeken hebben aangemeld die eigenlijk geen fictie zijn:

Er zit non-fictie tussen. Soms is die opgeschreven met literaire ambitie en stijlmiddelen, soms staat er brutaalweg ‘roman’ op de cover, alsof daarmee het pleit is beslecht, maar niettemin: non-fictie. Daar zijn we hard in geweest. Wij moeten romans bekronen.

Vluchtig naar de lijst met aanmeldingen bekeken valt bijvoorbeeld op dat Het verhaal van mijn schaarste van Marieke Groen, Ga je erover schrijven?  van Herman Koch en Autobiografie van mijn lichaam van Lize Spit erop staan, terwijl die boeken toch op zijn minst de schijn van non-fictie hebben.

Ten derde prijst de jury de debuten van dit jaar, waarvan er zes de longlist hebben gehaald:

[W]át een debutanten waren er in 2024. Jonge auteurs die iets te vertellen hebben, die op een volstrekt eigen manier naar de mens en de wereld kijken, en dat op een volstrekt eigen manier overbrengen. Dat biedt hoop voor de toekomst. De literatuur zal, ik kan het niet vaak genoeg zeggen, nog heel lang leven.

Als vierde constateert de jury: ‘Queerliteratuur is eindelijk volwassen geworden’:

De nadruk ligt niet langer op de coming out, of op de ontworsteling aan een verstikkende omgeving, of op het queerzijn an sich, maar op bredere thema’s, op bijzondere intermenselijke relaties, op vreemde gebeurtenissen. Je zou het emancipatie kunnen noemen. Nog heel even en we hebben het niet meer over queerliteratuur als categorie.

Ten vijfde valt de jury op dat het vormexperiment populair is en blijft:

Zoiets kan gruwelijk misgaan, daarmee vertel ik u niets nieuws, maar pak de longlist erbij en geniet van de geslaagde voorbeelden.

Pijnlijk voor uitgeverijen is de zesde observatie van de jury: de eindredactie was nogal eens slordig:

Tik- en zetfouten, zinnen die halverwege ophouden, rare afbrekingen, grammaticale miskleunen, complete passages die een eindredacteur mogelijk over het hoofd heeft gezien. Dat zal samenhangen met gekrompen bezettingen bij uitgeverijen en met aandeelhouders die denken dat Chat GPT ook een soort persklaarmaker is, maar we willen vanaf deze plek hartstochtelijk pleiten voor zorgvuldige eindredactie- en correctierondes. Het deed soms pijn aan onze ogen.

Als zevende punt merkt de jury op dat de Nederlandse literatuur zelden de ‘grote wereld’ beschrijft, mede veroorzaakt door het grote aandeel van autofictie:

Er zitten romans tussen van de grote greep, die door een eeuw wereldgeschiedenis heen wandelen, of door een paar eeuwen kunsthistorie, of die zich bewegen tussen Amsterdam, Parijs en Casablanca. De grote wereld bestaat, ook in de roman. Maar de introspectie overheerst. Veel zelfreflectie, veel selfcare, veel persoonlijke tragiek, veel familiedynamiek, we vermoeden hier en daar zelfs een familieopstelling.

Ten slotte constateert Sitalsing dat de Nederlandse literatuur donker is:

Er is veel zwaarte en duisternis en ernst en we hebben veel gehuild (nu spreek ik voor mezelf, ik weet niet hoe makkelijk de anderen huilen). We snakten soms naar lichtheid en relativering, en als er eindelijk een roman tussen zat waar we van moesten lachen, dachten we: hè hè. Dus vergeet niet, beste schrijvers, om af en toe het licht aan te doen.

De shortlist van de Libris Literatuur Prijs wordt op maandagavond 10 maart in Nieuwsuur bekendgemaakt.