Meer dan een cowboyroman

Het is welhaast ondenkbaar dat een roman – en ook nog eens een vuistdikke – die zich afspeelt in het Wilde Westen van de negentiende eeuw niet het predikaat ‘epos’ of nog beter ‘meeslepend epos’ krijgt opgespeld. Die kwalificaties vallen ook Achterland ten deel en dat is toch wel bijzonder, aangezien de vertelde tijd in de roman slechts een dag bestrijkt. Een dag uit het leven van Nora Lark, woonachtig in het afgelegen Amargo in Arizona Territory. Omdat het water op is, is haar man Emmett vertrokken om dat gaan halen. Hij is nu al meer dan drie dagen weg. Haar bijna volwassen zoons blijken ook – na een eerdere fikse ruzie – plots verdwenen te zijn, zodat de dorstige Nora alleen op de boerderij is met zoontje Toby, achternichtje Josie, steevast in gesprek met geesten, en oma Harriet in haar rolstoel. Aanvankelijk is er nog geen paniek.

Dit is het vertrekpunt van Téa Obrehts tweede roman. Achterland is net niet een magisch-realistische roman, maar wel een die zich in het tot de verbeelding sprekende Wilde Westen afspeelt en die bijzondere hoofdrolspelers kent. Zo speelt door het verhaal van Nora in het hete Arizona dat van Lurie, een kamelenrijder. Lurie is als jongetje met zijn vader vanuit Bosnië naar Amerika gekomen. Hij groeit in z’n eentje op als oplichter, dief en moordenaar. Er komt een prijs op zijn hoofd te staan en er wordt op hem gejaagd. Maar het lukt hem een andere identiteit aan te nemen: hij sluit zich aan bij een groep Turkse kamelendrijvers die door het Amerikaanse leger is ingehuurd om in woestijngebieden legergoederen te vervoeren. De kamelen baren overal waar ze komen veel opzien. Door de jaren heen zwerft Lurie met zijn kameel Burke door de wetteloze, onontgonnen territoria van het Westen. Obrehts schetst waanzinnige avonturen: hier is een zeer fantasierijke verteller aan het woord. Ondertussen is het onvermijdelijk – het is immers een roman die door Obrehts hand wordt bestuurd – dat de paden van Lurie en Burke en Nora elkaar zullen kruisen. De met Lurie beleefde jaren kruipen langzaam maar gestaag naar die ene loeihete dag van Nora in 1893. De spanning in de roman neemt aldus toe.

Het samenkomen van de beide verhaallijnen is echter bepaald niet voorspelbaar – en dat moet ook niet. In de tussentijd – die ene dag van Nora en misschien wel tien jaar van Lurie – trakteert Obreht de lezer op meeslepende literatuur, waarbij vooral die ene dag prachtig uitbreidend en welhaast tastbaar beschreven wordt: je bent bijzonder dicht bij de emoties en gevoelens van Nora en alles en iedereen die haar omringen. Een bijna tastbare gewaarwording. Alleen al daarom is Achterland een prachtige en aanbevelenswaardige roman. De dimensie van Lurie en zijn kameel, en hun avonturen voegen daar nog een extra kracht aan toe. Het maakt van Achterland een poëtische avonturenroman. Geweldig leesvoer in deze barre tijden.

Wiebren Rijkeboer

Téa Obreht – Achterland. Vertaald door Ine Willems. Signatuur, Amsterdam. 470 blz. € 24,99.