Het verhaal dat hij niet had moeten schrijven

De hoofdpersoon van dit boek, broodschrijver S. is vanuit Chicago op weg terug naar huis. Zijn vader is opgenomen in het ziekenhuis en naar het zich laat aanzien zal de man binnenkort sterven. ‘Waar is thuis?’ vraagt de barvrouw op het vliegveld van Chicago waar de hoofdpersoon zichzelf moed indrinkt voor de lange vlucht. Thuis is Jeruzalem. Hij hoopt dat de vrouw niet doorvraagt. Dat zou al een signaal kunnen zijn voor de oplettende lezer. De barvrouw vraagt inderdaad niet door. In plaats daarvan vertelt ze hoe graag ze er eens heen zou willen: Israël, dat prachtige land.

Ergens op een kwart van het boek kantelt het perspectief. De hoofdpersoon blijkt niet een Jood, maar een Palestijn, of zoals je wilt een Arabische Israëli. Daarin zit een verschil: Arabische Israeli’s hebben meer rechten dan Palestijnen: zo kunnen ze stemmen, of zich verkiesbaar stellen. Boeken schrijven in het Ivriet doen ze over het algemeen niet.

Maar voor Kashua is dit al zijn vierde boek in het Ivriet. Dat is zo uniek dat het om iets meer achtergrond vraagt. Atallah Mansour was de eerste (Christelijke) Palestijn die een boek schreef in het Ivriet. Dat was in 1966, bijna twintig jaar na de onafhankelijkheid van de staat Israël. Het bleef bij dat ene boek. Pas in 1986 volgde een tweede boek van een Arabische schrijver, Anton Shamas. Maar ook bij hem bleef het bij één boek (Arabesken) en enkele poëziebundels. Kashua’s debuuut (Dansende Arabieren) verscheen in 2002, het is een semi autobiografische roman, waarin zijn ingewikkelde positie binnen de Israëlische samenleving vorm krijgt. Het boek was meteen een succes en werd in vele talen vertaald waaronder het Nederlands.

Terug naar dit boek. S. de hoofdpersoon in Wijzigingen bijhouden komt uit Tira, een kleine stad die tegen de Westelijke Jordaanoever ligt. Een stad die voornamelijk bewoond wordt door Israëlische Arabieren. S. schrijft de levensverhalen op van gewone mensen. Mensen die daar vaak niet eens zelf om gevraagd hebben en die ook niet per se een geweldig verhaal hebben. Daarom vult S. hun verhalen aan met eigen herinneringen en fantasieën. De naar za’atar geurende koekjes van zijn oma krijgen een nieuwe bestemming in het verhaal van een gepensioneerde vuilnisman uit Yaffo. S. schrijft over de echtgenote van deze man:

Hij zei dat ze een goede vrouw was geweest […] ik voegde daaraan toe dat hij haar nog elke nacht welterusten toefluisterde alsof ze naast hem in bed lag. […] Ik legde de vuilnisman de woorden in de mond die ik mijn vader had horen fluisteren tegen zijn moeder.

Het heeft iets aandoenlijks hoe S. gul met zijn jeugdherinneringen strooit. Echter gaandeweg het verhaal worden de herinneringen van S. minder, het voelt alsof hij zijn eigen herinneringen letterlijk weggeeft. Hij raakt ze kwijt.

Maar eigenlijk draait alles in dit boek om dat ene verhaal dat hij niet had moeten schrijven. Of beter, dat ene verhaal dat anderen verkeerd hebben gelezen. Het is een verhaal waarin hij gebruik maakt van een beeldspraak die door de lezer letterlijk wordt uitgelegd. Zo krijgt het verzonnen verhaal macht over zijn leven. Het pakt voor S niet zo fortuinlijk uit. Hij wordt gedwongen tot een huwelijk en zijn leven wordt vanaf dat moment beheerst door een zeker schuldgevoel naar zijn echtgenote. Hij wil haar leven zo prettig en aangenaam mogelijk maken. Zijn vrouw lijkt zich door het verplichte huwelijk niet zo te laten knechten. Ze krijgt een aanstelling aan een universiteit in Illinois en het gezin verhuist alras naar Amerika. S. verlangt echter hartstochtelijk terug naar zijn geboortegrond. En naar het contact met zijn vader.

Waarom is dat contact verbroken? Dat is de vraag die Kashua ons het hele boek voorhoudt. Stukje voor stukje krijgt de lezer meer informatie totdat de puzzel in elkaar valt. Het zou moeten opluchten te weten hoe of wat, maar de eigenlijke vraag die resteert is: wat is eigenlijk waar van dit verhaal? Hoe betrouwbaar zijn herinneringen en verhalen?

Het boek is niet alleen een meesterwerk door de opbouw en de vorm maar ook door de gevoeligheid die uit elke zin spreekt. Daarbij moet worden opgemerkt dat het ook uitstekend vertaald is door Ruben Verhasselt. Kashua laat zijn personage voornamelijk leven in zijn gedachten en ideeënwereld. Het is een man die moeite lijkt te hebben om de werkelijkheid buiten hem vorm te geven. Die niet het vermogen heeft om zijn binnenwereld en zijn buitenwereld te verbinden. Eigenlijk kan S. het leven slechts vormgeven via zijn verhalen. De tragiek is dat het verhaal voor hem zowel de vlucht als de gevangenis is geworden.

Femmetje de Wind

Sayed Kashua – Wijzigingen Bijhouden. Vertaald door Ruben Verhasselt. Ambo Anthos, Amsterdam. 254 blz. €22,99.