Meldpunt voor Voorgevoelens

In het najaar van 1966 voltrok zich in Aberfan, een mijnwerkersdorp in Wales, een enorme ramp toen een met regen- en rivierwater verzadigde berg mijnafval van veertig meter hoog begon te schuiven, een lawine werd en een deel van het dorp bedolf, daar waar twee scholen stonden. 144 mensen kwamen om, waarvan 116 schoolkinderen. Het was een ramp die voorkomen had kunnen worden als de inspectie zijn werk had gedaan, als de arbeiders die het afval stortten de tekenen dat er iets mis was serieuzer hadden genomen, of als oproepen waren opgevolgd om zulke lawinevorming, die elders al eerder was voorgekomen, maar toen zonder rampen te veroorzaken, nader te onderzoeken.

John Barker, als psychiater verbonden aan Shelton Hospital, een grote psychiatrische inrichting met vooral longstay-patiënten nabij het Engelse Shrewsbury, zag nog een andere mogelijkheid ter voorkoming. Hij meende dat sommige mensen over voorspellende gaven beschikten en visioenen hadden van rampzalige gebeurtenissen die zich in een nabije toekomst zouden voltrekken. Barker ging als een soort ramptoerist naar Aberfan, vooral om zich ervan te vergewissen of de voorgevoelens die sommige mensen van deze ramp hadden gehad, overeenkwamen met de feitelijke aard daarvan.

In zijn boek met de lange titel De psychiater die geloofde dat je de toekomst zou kunnen voorspellen vertelt Sam Knight (journalist en medewerker van The New Yorker en The Guardian) over John Barker en over de geschiedenis van het in 1966 door Barker en wetenschapsjournalist Peter Fairley opgerichte Meldpunt voor Voorgevoelens (The Premonitions Bureau). Fairley’s krant, The Evening Standard stelde budget, een medewerker en redactionele ruimte ter beschikking.

Mensen die visioenen hadden gehad van ingrijpende gebeurtenissen die zich in de (naaste) toekomst zouden voltrekken, werden door de krant opgeroepen een beschrijving van hun visioen op te sturen, met zoveel mogelijk details over aard, tijdstip en locatie van de gebeurtenis, opdat een zekere mate van verificatie mogelijk was van de overeenkomst van visioen en voorspelde gebeurtenis. Het meldpunt ontving in de paar jaar van zijn bestaan vele voorspellingen, maar verreweg de meeste kwamen niet uit. Twee trouwe inzenders, meneer Hencher en miss Middleton, scoorden echter redelijk hoog en leken over voorspellende gaven te beschikken.

Knight gaat diep in op het persoonlijke leven van Barker, een man die enerzijds hang vertoonde naar het paranormale, maar anderzijds alle vertrouwen had in regels en methoden van de moderne wetenschap en dus zeker geen wappie was. Parapsychologie moest beschouwd worden als een serieuze psychologische subdiscipline die, indien beoefend met inachtneming van dezelfde normen en regels als wetenschap in het algemeen, nieuwe inzichten over de relatie tussen geest en tijd en ruimte zou opleveren, meende hij.

Knight schenkt veel aandacht aan Barkers carrière als psychiater van Shelton Hospital en neemt de nodige ruimte om duidelijk te maken dat de Britse psychiatrie rond 1960 in veel opzichten net zo negentiende-eeuws was als de neogotische gebouwen van de instelling. Barkers parapsychologische interesses werden door Sheltons bestuur bepaald niet verwelkomd. Zijn boek met gevalsbeschrijvingen van personen die waren gestorven van angst, dat wil zeggen: zonder dat er sprake leek te zijn van andere acute doodsoorzaken, kreeg van het bestuur geen applaus, noch was men trots op de uitnodiging die hij kreeg voor een boekpromotietour in Amerika. Barker moest zich meer bij zijn leest van praktiserend psychiater houden, vond het bestuur. Barker trok zich daar niets van aan.

Waar Knight helaas erg weinig aandacht aan besteedt, zijn de logische problemen die Barker negeerde met zijn ideeën over voorspellende gaven en het gebruiken daarvan om rampen te voorkomen. Stel, iemand heeft een visioen, met beelden van het neerstorten van een passagiersvliegtuig. Het visioen lijkt aanwijzingen te bevatten over de plek waar en het tijdstip waarop de ramp zal plaatsgrijpen. Zelfs zijn in het visioen vliegtuigregistratietekens zichtbaar geweest, die de degene die ‘zag’ kan reproduceren. Op de voorspelde dag houden we dat toestel natuurlijk aan de grond om een ramp te voorkomen. Als die inderdaad uitblijft, hebben we echter ook bewezen dat het visioen onjuist was, want als de visionaire persoon inderdaad voorspellende gaven had, dan moet ook ons ingrijpen in dat visioen zijn opgedoken en de ramp – in het visioen – zijn uitgebleven.

Maar er is ook een andere, duivelse mogelijkheid: het visioen was wel degelijk een juiste voorspelling. Er voltrekt zich inderdaad een vliegramp, maar daarvoor was het noodzakelijk dat er bepaalde pogingen tot voorkoming werden ondernomen. Bijvoorbeeld: met het aan de grond gehouden toestel was niets mis, maar het op het laatste moment, op grond van dat visioen ingezette, vervangende toestel had een nog niet ontdekt, ernstig technisch mankement, dat tot de ramp leidde. Wie hierin een Oidipous-patroon herkent, heeft gelijk: juist wat wordt ondernomen om aan een voorzegd noodlot te ontsnappen, bewerkstelligt voltrekking ervan, is daarin (en niet alleen daarin) het leitmotiv.

Barker overleed, nog maar 44 jaar oud, aan de gevolgen van een hersenbloeding, veroorzaakt door een gesprongen bloedvat. Zware hoofdpijnen waren voortekenen geweest, maar bij onderzoek in het ziekenhuis waren die niet als zodanig onderkend. Miss Middleton had ten tijde van zijn ziekenhuisopname een rare droom gehad en stuurde het Meldpunt voor Voorgevoelens daarover een briefje: ‘dit betekent wellicht een sterfgeval’.

Hans van der Heijde

Sam Knight – De psychiater die geloofde dat je de toekomst zou kunnen voorspellen. Vertaald door Robert Neugarten. Volt, Amsterdam. 274 blz. € 25,00.