IJskoud vuurwerk

In het werk van Alan Hollinghurst speelt de manier waarop het verleden van invloed is op het heden een prominente rol. In The Swimmingpool Library (1988) wordt het leven van de jonge hedonist William Beckwitz bijvoorbeeld gespiegeld aan de geschiedenis van de bejaarde Lord Nantwich, die vanwege homoseksualiteit nog in de gevangenis heeft gezeten. Door zijn tweede roman The Folding Star (1994) loopt het verhaal van een vergeten, geheimzinnige schilder, die in zijn alomvattende passie voor schoonheid op de moderne hoofdpersoon lijkt. In The Line of Beauty (2004), zijn vierde roman, reconstrueert Hollinghurst de jaren tachtig in Engeland onder Margaret Thatcher en koppelt dit aan de komst van aids. Alle romans van Hollinghurst zijn van een uitzonderlijk niveau door hun prachtige stijl en de zeer ingenieuze opbouw van de plots. In al zijn boeken zindert het daarbij van seks. The Spell (1998), zijn derde roman, is er zelfs van doordrenkt.

Hollinghurst is niet een erg productieve schrijver en het heeft dan ook zeven jaar geduurd voor zijn nieuwe boek  verscheen. Het verhaal van The Stranger’s Child omspant bijna honderd jaar. Het boek begint als de jonge dichter Cecil Valance op een zomerse dag het vers ‘Two Acres’ schrijft in het poëziealbum van Daphne, een meisje van zestien. Als niet lang daarna de Eerste Wereldoorlog uitbreekt en Valance sneuvelt, wordt hij de personificatie van de heroïsche en tegelijkertijd zinloze oorlog. Op scholen moeten kinderen zijn gedichten uit het hoofd leren. Daarmee begint de mythe rond de dichter, waarbij alle persoonlijke eigenaardigheden weg gepoetst  worden. Hollinghurst laat zien hoe deze mythe opgebouwd en later weer afgebroken wordt. Hierbij speelt een biograaf een belangrijke rol. Hij publiceert een boek over de dichter (England Trembles) waarin hij onder andere onthuld dat het beroemde gedicht niet voor Daphne maar voor haar broer George werd geschreven.

The Stranger’s Child is opgebouwd uit vijf delen, die het verhaal rond de dichter, zijn familieleden en zijn reputatie verder brengen. Eigenlijk zijn het aparte novellen, vaak vanuit een geheel andere optiek geschreven dan een voorgaand deel, met steeds wisselende hoofdpersonen, die het beeld van de dichter nuanceren dan wel problematiseren. Cecil Valance verandert in de loop van de tijd van genie tot tweederangs dichter, waar moderne generaties nauwelijks meer belangstelling voor kunnen opbrengen. Zijn verandering van viriele dichter naar biseksuele hartenbreker boeit het publiek des te meer. Hierdoor blijft hij een interessant literair personage, dat anderen gebruiken om zichzelf op de voorgrond te stellen. Zo schrijft Daphne in haar memoires, hoewel ze wel beter weet, dat zij de vrouw was met wie Cecil had willen trouwen. Uit een boek met zijn verzamelde brieven blijkt echter dat de dichter meer vrouwen vanuit de loopgraven heeft gevraagd of zij zijn ‘weduwe’ wilden worden. Ook de  biograaf, wiens zoektocht naar de waarheid de lezer voor een deel volgt, is niet betrouwbaar. Hij blijkt details van zijn eigen leven ook verzonnen te hebben. Zo kantelen de beelden die mensen van zichzelf en anderen hebben steeds maar verder door. De roman is duidelijk gebaseerd op het leven en de fluctuerende reputatie van Rupert Brooke. Ook hij had een moeder die met ijzeren hand de cultus rond haar overleden zoon regisseerde, tot in de jaren zeventig heel andere meningen naar voren kwamen. Ook van Brooke doken brieven op, die een heel wat minder heteroseksuele dichter lieten zien.

Hollinghurst heeft The Stranger’s Child op zeer ingenieuze wijze opgebouwd, de lezer komt steeds een ander stukje van de puzzel te weten, maar krijgt er ook weer nieuwe raadsels bij. Zoals altijd is zijn schrijfstijl onberispelijk. Voor de liefhebber zijn er veel passages, die verwijzen naar romans van bijvoorbeeld E.M. Forster (Howards End) en Evelyn Waugh (Brideshead Revisited). Ondanks deze positieve elementen is dit Hollinghurst minst geslaagde roman. De wijze waarop personen opduiken en weer naar de achtergrond verdwijnen maakt het verhaal te fragmentarisch. Deze opbouw zorgt er ook voor dat de lezer nauwelijks bij de figuren betrokken raakt. Hoewel Hollinghurst hun oppervlakkigheid en zelfzucht genadeloos aantoont, ontbreekt een vorm van compassie, die zijn andere romans juist zo interessant maakten. De uitgebreide manier waarop landschappen of interieurs van landhuizen beschreven worden gaat naarmate het boek vordert steeds meer irriteren, omdat ze in de plaats komen van de psychologische uitwerking van de figuren. In het eerste deel staat nog een discrete seksscène, in de rest van het boek ontbreekt elke vorm van hartstocht, door Hollinghurst voorheen zo gretig beschreven. The Stranger’s Child is daardoor een leeg en koud boek, maar wel prachtig geschreven.

Doeke Sijens

Alan Hollinghurst – The Stranger’s Child, Picador, 576 blz.

Ook in het Nederlands vertaald door Ton Heuvelmans en Edzard Krol, als Kind van een vreemde. Prometheus, Amsterdam. € 19,95.