In de Middeleeuwen is God heel belangrijk

De aandacht voor de geschiedenis is de laatste jaren toegenomen, denk alleen maar aan de successen van Geert Mak en in zijn kielzog tal van andere schrijvers. Zij hebben het stoffige imago van het vak laten verdwijnen en een blijkbaar grote honger naar kennis van het publiek weten te stillen. Voor jongeren was er nog niet iets vergelijkbaars. We kennen de jeugdromans van Thea Beckman en haar opvolgster Simone van der Vlugt, maar aan de non-fictiekant van de jeugdliteratuur gebeurde niet heel veel spannends. Daar is met Kinderen van Amsterdam van Jan Paul Schutten verandering in gekomen.

Ik ken Schutten eigenlijk alleen maar van een uitermate interessant blog waar ik elke dag wel op kijk. De schrijver houdt van feitjes en onder diverse pseudoniemen kan hij op zijn blog vertellen over voedsel, wetenschap, popmuziek en noem maar een onderwerp op: Schutten weet er een blog over te maken.

Zo´n smakelijk ratjetoe kun je ook terugvinden in Kinderen van Amsterdam waarin in grote lijnen de geschiedenis van Amsterdam beschreven wordt. Elk hoofdstuk begint met een paar pagina´s strip van Paul Teng die steeds een kind in een bepaalde periode centraal stelt. Vanuit dat kind kan Schutten dan aanhaken met soepel geschreven paragrafen over een onderwerp uit de tijd waarin dat kind leeft. Met af en toe een licht ironische ondertoon.

In de Middeleeuwen is God heel belangrijk. Maar het lijkt wel of hij in Amsterdam nog een tikkeltje belangrijker is dan in de rest van het land. Dat komt doordat er wonderen gebeuren in de stad. Echte wonderen.

En zo gaan we van de vroege middeleeuwen naar de gouden eeuw (waarin Titus, de zoon van Rembrandt een rol speelt) en zo de eeuwen door om te eindigen bij de Tweede Wereldoorlog. Daar had nog wel een hoofdstuk bij gemogen over de jaren zestig van de vorige eeuw, want het oorlogshoofdstuk is wel een zwaar slothoofdstuk.

In het boek heeft Jan Paul Schutten ook een ‘verborgen verleider’ verstopt: een boodschap die je ongemerkt meekrijgt als je doorleest en dat is de toename van de verschillende bevolkingsgroepen die door de eeuwen heen naar Amsterdam trokken: protestanten, hugenoten, joden en ga zo maar door. Amsterdam is per definitie een stad die groot geworden is dankzij de invloed van verschillende culturen en het is te hopen dat kinderen leren dat dat dus normaal is.

Volgens mij is Kinderen van Amsterdam een ideale manier om iets over de geschiedenis van je stad te leren en het is te hopen dat het idee wordt uitgebreid naar andere steden en dat scholen dit soort boeken op hun programma zetten. En ook voor volwassenen is het een leerzaam boek. Zo weet ik nu bijvoorbeeld hoe ‘radbraken’ precies in zijn werk gaat. Schutten laat dat wel voorafgaan door een waarschuwing: je mag het stukje overslaan en alvast naar een volgend hoofdstuk overstappen.

Dat brengt me meteen bij de leeftijdsgroep waarvoor dit boek bestemd is. Vanaf 9 jaar lijkt mij wat te jong. Ik zou eerder 11 of 12 jaar zeggen. Goed voor de eerste klas van het voortgezet onderwijs waar je meteen kunt leren dat geschiedenis absoluut geen saai vak hoeft te zijn.

Coen Peppelenbos

Jan Paul Schutten – Kinderen van Amsterdam. (met strips van Paul Teng). Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 175 blz. € 14,95.

Verscheen eerder op Literair Nederland, 4 februari 2008.