Op pad met een bejaarde sukkelaar

Zeven dagen op pad met Donald ‘Sully’ Sullivan, een stuurse, stronteigenwijze 60-jarige uit New Bath, upstate New York. De trip met hem begint op de dag voor Thanksgiving en eindigt een paar dagen voor oudejaarsdag; het jaar is 1984. Niemands gek is de derde roman van Richard Russo, uit 1993 en nu voor het eerst in vertaling. Russo debuteerde in 1986 met het fenomenale Mohawk en kwam zo’n beetje mee in het spoor van de Dirty Realists, een literaire stroming waar Russo voor het gemak ook toe wordt gerekend. Centraal in deze stroming staat namelijk de tekening van de gewone man of vrouw, die zijn of haar moeizame weg door het leven baant. Ziehier de protagonisten in Richard Russo’s niet misselijke oeuvre.

Sully is een nurkse, onaangepaste en ook agressieve oudere, die zo’n beetje alles in zijn leven verkloot heeft. Hij huurt een etage bij de 80-jarige juffrouw Beryl, een grote ruimte die Sully vooral leeg laat omdat hij simpelweg niets bezit wat de moeite waard is. Geld heeft hij niet, alleen wat zakgeld om elke avond in The Horse te zuipen, en een aftandse pick-up waarmee hij klusjes kan doen voor aannemer Carl Roebuck, Sully’s antagonist: altijd ruzie, maar nooit wrok. Verder heeft Sully een boezemvriend in Rub, een meter vijftig en achterlijk, een ex-vrouw en al twintig jaar een jongere vriendin die nog gewoon bij haar echtgenoot woont. Sully heeft zijn leven bepaald niet op de rails en daarbij: Sully is een eigenwijze klootzak, maar je gaat van hem houden dankzij Russo’s voortreffelijke, empathisch-geestige schrijfstijl. Richard Russo is aldus een meester in het neerpenselen van een dorpsgemeenschap waarin de bewoners voortploeteren en het hoofd boven water pogen te houden; in het tonen van de individuele personages zoals ze zichzelf zien en zoals ze door anderen gezien worden. Hiermee portretteert Russo working class America.

Zoals gezegd volgt de lezer de eigenwijze Sully op de voet, beleeft met hem zijn trials and tribulations, zeker als zijn volwassen, maar werkloze zoon plotseling opduikt met zijn stuurse vrouw en hun drie lastige kinderen, en zij een manier proberen te vinden om – voor het eerst – als vader en zoon met elkaar om te gaan. De lezer is de empathische getuige van dit proces dat Russo subtiel ontvouwt. Maar Sully blijft natuurlijk die onverbeterlijke, eigengereide betweter. Zijn vriendin ziet het zo:

Het was alsof je probeerde een kat in een zak te stoppen, als je Sully wilde overhalen dingen op jouw manier te zien: er bleef altijd wel een poot naar buiten steken.

Wat zo goed is aan Niemands gek is dat Russo Sully’s ellende op een bijzonder geestige wijze benadert en het bovendien gedoseerd – soms wijkt Russo qua vertellersperspectief uit naar de hulpbehoevende juffrouw Beryl – aan de lezer presenteert. Je leeft echt mee met de sukkelende bejaarde die zijn problemen poogt te trotseren, evenals de te vroeg gevallen sneeuw in november. In soms briljant proza sleept Russo de lezer – deze althans – mee in het turbulente leven van de ogenschijnlijk gevaarlijke, maar voor de lezer vooral goedhartige Richard ‘Sully’ Sullivan. Het maakt Niemands gek tot een geweldige roman.

Niemands gek verscheen in 1993 en werd al in 1994 succesvol verfilmd met in de hoofdrol Paul Newman, een uitstekende Sully. Deze vertaling is dan ook na zoveel jaren bijzonder welkom. Mooi is ook dat uitgeverij Signatuur het vervolg Everybody’s Fool (2016) – Sully is dan alweer tien jaar ouder – aangekondigd heeft te vertalen. Hulde. De uitgeverij verklaart daarbij ook dat daarmee Russo’s volledige oeuvre in vertaling wordt gebracht, maar dat is niet waar: Mohawk (1986) en Straight Man (1997) worden in dat verband node gemist. Afsluitend: ga Niemands gek lezen, gewoonweg een schitterende roman.

Wiebren Rijkeboer

Richard Russo – Niemands gek. Vertaald door Kees Mollema. Signatuur, Amsterdam. 590 blz. € 26,99.