Een astronaut op een ruimtewandeling

Gewoon maar een beetje leven, van dag tot dag desnoods. Het valt niet mee. Al zeker niet wanneer je een ‘doordenker’ bent zoals de jonge moeder Karlijn in de fijnzinnige roman Parttime astronaut van Renée van Marissing (1979). Kon zij maar wat lankmoediger met haar bestaan omgaan, in de theosofische wetenschap dat je niet meer voor je kiezen krijgt dan je aankan.

Karlijn is een weifelaar, iemand die zichzelf aan het verliezen is in haar relatie met de ogenschijnlijk ideale man Jasper, een karakter wel heel duidelijk afkomstig van mars. Een doorpakker, iemand die obstakels nodig heeft om te tackelen, een ‘astronaut’ die voor de buitenwereld alle knoppen weet te vinden. Maar ondertussen, een licht verklappertje, wel eenmaal elders zijn lichamelijke heil heeft gezocht en gevonden. Een misstap die hij – een relatie is niet altijd gebaat bij totale eerlijkheid – heeft opgebiecht, als een soort eerste aanzet ‘om er samen uit te komen’.

Maar het zit Karlijn meer dan dwars. Ze kan daardoor nog minder bij haar gevoelens dan anders. Eigenlijk wil ze zeggen dat ze van Jasper en Lucas, hun zoontje van vijf, houdt, dat ze hen niet kan missen, maar ze krijgt de woorden gewoonweg niet uit de mond. Het is de vanzelfsprekendheid die ze mist, waar ze naar hunkert. Het zorgt voor de licht melancholische ondertoon in de tekst. Van Marissing blijft stijlmatig dicht bij huis, geen onnodige zware kost, maar doordachte eenvoud.

Karlijn is een dromer, een eigenheimer die eigenlijk bij het intrekken bij Jasper al moeite had met de concessies. Toen al zag dat ze wellicht niet geschapen was voor een gewoonteverandering, misschien niet geschikt is voor het onvoorwaardelijke. Haar adagium is ‘laat maar’, waarin zoals Van Marissing het treffend zegt, iets van tekortgedaan zit opgesloten. Karlijn wil totaal eerlijk zijn tegen zichzelf en tegen de buitenwereld. En juist het decor waarin we moeten leven – met feestjes, uitstapjes, ontmoetingen met andere mensen – vraagt vaker dan menigeen lief is om acteerwerk. Je anders, gelatener, vrolijker voordoen dan je werkelijk bent.

Tegelijkertijd weet Karlijn wel wat er van haar verwacht wordt. Ze deelt geen hengsten uit als ze zich weer eens aan het gedrag van Lucas ergert. Ze vlucht vaak in beelden, letterlijk in schilderijen, in tv-programma’s, is voor even de astronaut, alleen in een café achter een glas. Beam me up Scotty. Van Marissing bouwt het karakter van Karlijn langzaam maar gestaag op. Ze weet met de sfeerbeschrijvingen van wat de protagonist ziet, de gemoedstoestand goed te duiden, laat de balans subtiel heen en weer gaan, geeft af en toe doorkijkjes in het ongewisse. Want eigenlijk is Karlijn ook in haar eigen zeepbel niet tevreden, werken ongeplande uitstapjes eerder bevreemdend dan bevrijdend.

Van Marissing beschrijft scènes heel nauwgezet, geeft zo’n beetje elke handeling weer, maar het stoort niet, het past. In de details steekt vaak het venijn. Net zo goed als dat ze tegen het einde een oude wijze volksvrouw in de bar opvoert die Karlijn een paar lesjes leert, met onder meer Kierkegaard en de theosofen in de hand. Het is de vraag of iemand in een bar zo’n lange ‘preek’ afsteekt, maar het kan, het past in de omkadering van dit levensverhaal, van dit geschakeerde verhaal over het leven. Ja, er ligt in potentie heel wat op de loer voor een mens. Hoe stel je je daar tegen te weer?

Jasper en Lucas, Karlijns zuster Sophie en de jeugdvriendin Lies zijn romantechnisch gesproken echte bijfiguren. Vervullen ze in het leven van Karlijn eigenlijk ook slechts die rol, of kan zij hen uiteindelijk naar waarde inpassen?

Na verloop van tijd ga je een relatie, ga je het moedercontact met je kind als vanzelf relativeren, maar wat als je dat eigenlijk helemaal niet wil, ergens ook niet kan? Ben je dan een romantica, een astronaut op een ruimtewandeling? Het ‘parttime’ in de titel is hoopgevend. Er ontstaat een zekere mildheid, Karlijn doet, hoe onbeholpen ook, pogingen, analyseert in elk geval haar handelingen nog. Ze is dan ook journaliste, interviewt en analyseert nieuwe talenten, hemelbestormers.

De bekende documentaire over Kees, de volwassen autist die bij zijn ouders inwoont, ontroert Karlijn, juist door de onmacht, door de vraag wat er met deze man moet gebeuren als zijn vader en moeder er niet meer zijn. Kees die vreugde put uit zijn modeltrein en uit het dragen van mooie spijkerpakken. Daar raakt Van Marissing een teer punt van Karlijn. Karlijn huilt omdat het bij haar niet zo simpel ligt, maar bij lange na ook niet zo ingewikkeld. Waarom kan ze de levensvreugde niet omarmen?

Karlijn vat het voor zichzelf helder samen:

Ik huil omdat de familie naar wie ik het heb gekeken hun verdriet niet laat zien, maar als kijker voel je de onmacht van de moeder, de vader en de zoon. Dit is kunst, geloof ik, verhalen, levens laten zien zoals ze zijn en daar zoveel meer mee zeggen. Maar daar schieten zij geen mallemoer mee op.

Dit geldt voor de romankunst in het algemeen en voor Parttime astronaut. Door het lezen van verhalen schiet de eeuwig zoekende mens, als het goed is, steeds een klein beetje op. Karlijn zoekt naar een ongedefinieerd zelf, en vergeet daarbij soms haar wezen en de ruimte die ze ondanks alles inneemt. Van Marissing werkt gedreven naar een dubbelslag toe. Tijdens een feestje gooit Karlijn ineens publiekelijk het overspel van Jasper op tafel, uiteraard met het averechtse effect, en een ongepland tripje alleen met Lucas loopt danig uit de hand. Het laatste met een benauwende spanning geschreven. Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd. Parttime astronaut cirkelt bekwaam om dit thema heen.

Guus Bauer

Renée van Marissing – Parttime astronaut. Atlas Contact, Amsterdam. 176, € 19,99.