Waarom is een konijn?

‘Leven is gewoon veel hooi,’ zegt ‘F’, die tijdelijk in een abdij woont, in het verhaal ‘Klooster’ uit de bij Prometheus verschenen bundel Andere kamers van Bram de Ridder. Problemen hebben met te veel hooi op je vork nemen (of krijgen) is wat veel mensen in deze bundel verbindt. De tijdelijke kloosterling wist het duidelijk even niet meer. Hij had zijn horloge stukgebeten (en de wijzers doorgeslikt) om de tijd stil te zetten, nou dan weet je het wel.

Hij schrijft aan zijn vriendin hoe het toegaat in zo’n stil gebouw, waar iedereen op alles reageert ‘vanachter een waas van vrede’. Bij vlagen is dat super irritant, weet hij zeker, maar hij gaat er in mee, vervangt zijn kleren door een vale, beige habijt en maakt een begin met leven zonder alles waar een hedendaags mens niet zonder denkt te kunnen. In de eerste plaats natuurlijk die eeuwige mobiele telefoon.

Er gebeurt vrijwel niets in het klooster, daar is het ook een klooster voor, maar De Ridder, die socioloog is en arts in opleiding tot psychiater, weet de tijdelijk buiten de maatschappij geparkeerde ‘F’ niettemin intrigerend te treffen. Onder meer in het bijzondere contact dat hij opbouwt met zuster Marthe, die hem in een tweede verhaal in deze bundel een persoonlijke brief probeert te schrijven. Bijvoorbeeld over hoe moeilijk het is voor een mens de balans te vinden tussen openstaan voor anderen en jezelf beschermen. ‘F’s oom Hans leeft trouwens ook in het klooster, afgeserveerd als ‘gek’ door de vermoedelijk knap bekrompen familie. ‘F’ weet al snel te melden dat hij weet dat de familie lacherig over hem doet, maar het lijkt hem niet te treffen. En, by the way, ook oom Hans is niet gek.

De andere verhalen in het boek, alle even prachtig terughoudend geformuleerd en registrerend van opzet, relativeren eveneens sterk het maatschappelijke zeker-weten over wat ‘normaal’ is, of ‘gek’. Broeder Carolus in het klooster vertegenwoordigt de noodzaak tot relativeren op een eigen manier. Hij loopt rond en vertelt vreemdsoortige en suggestieve raadsels. ‘Waarom is een konijn? ‘F’ en de anderen hebben geen idee. ‘Omdat-ie in z’n hol,’ blijkt het antwoord. ‘Later nog die avond kwam ik oom Hans grinnikend tegen.’

Behalve over de vraag wat gekte is in een maatschappij waarover geen mens serieus kan volhouden dat zij ‘normaal’ in elkaar steekt, raakt De Ridder ook steeds subtiel de voor veel mensen onmogelijke eis aan, zichzelf te redden en ‘verlossen’. In de existentiële of doordeweekse betekenis.

in ‘Je hebt hier wel een mooi uitzicht’ ziet iemand van achter zijn bureau in een groot kantoorgebouw een man in een blauwe overall aan het werk op een dak. De kantoorman heeft een mooi uitzicht vanaf de zevende verdieping, dat hoort hij ook vaak van mensen die er op bezoek komen. Hij stelt zich voor dat de dakbedekker Jan heet en vaak van diens vrienden te horen krijgt dat hij een ‘heerlijk beroep’ heeft, De hele dag buiten en lekker met je handen werken, waarop Jan zich een echte bofkont voelt. Het zijn kantoormijmeringen van een ambtenaar, die worstelt met de verwarrende werkelijkheid.

Ik hoor hier niet, dacht ik plotseling. Soms verwart het me. Maar eigenlijk verwart alles waarmee ik me denk te moeten identificeren me. Ik ben geen ambtenaar. Ik haat ambtenaren. Ik ben een mens. Ik haat mensen.

De dakbedekker eet hoog boven de stad een boterham. Waarschijnlijk met kaas. Dan loopt hij heel voorzichtig over de nok, maar valt toch. Wat volgt is een typische kantooractiviteit: al registrerend hoe de anderen reageren, zelf reageren. Voorzichtig manoeuvrerend, als op eieren. Moet je je ontzetting erg etaleren, mag je toch nog een grapje maken, kun je doorwerken? Menselijke angst, onzekerheid en twijfel zijn nooit ver weg in Andere kamers, waarin De Ridder bijzondere aandacht aan de dag legt voor de kwetsbare mensen die zich haast letterlijk door het leven worstelen.

Over het fenomeen literaire verhalenbundel dien je vandaag de dag natuurlijk ook altijd even op te merken dat het een bij het grote publiek weinig geliefd en lastig te verkopen genre is, maar dat dat onterecht is, omdat heel wat actuele verhalenbundels immers prachtige boeken zijn. Het valt niet te ontkennen.

André Keikes

Bram de Ridder – Andere kamers. Prometheus, Amsterdam, 198 blz. € 19,99.