‘Ik lees nog liever Couperus hertaald door een kettingzaag en een bladblazer dan het proza van Sylvia Witteman.’ Aan het woord is Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands en Academische Communicatie aan Radboud Universiteit, na de aanval van Sylvia Witteman op de hertaalde Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. Michelle van Dijk hertaalde de roman op eigen initiatief om het boek weer toegankelijk te maken voor leerlingen. Ze is er niet over te spreken:

Het was alsof de Sixtijnse kapel was beschilderd door Dick Bruna, ­Erbarme dich gezongen door ­Sieneke, James Bond gespeeld door Gerard Joling.

En zo wordt een aardig initiatief meteen in de kiem gesmoord als we niet oppassen. Van Oostendorp moet op zijn beurt weer niets hebben van de botte aanval op de hertaalde versie door Sylvia Witteman en zegt op Facebook:

Dit stukje getuigt van grote leeghoofdigheid. De columniste geeft zelf toe dat ze niets doet om haar eigen zoon Couperus te laten lezen, maar ze vindt het wel nodig om iemand die tenminste wat probeert (Michelle, die het geheel op eigen initiatief doet) in haar betaalde krantencolumn belachelijk te maken. Ze doet dit door 1 zin te nemen (geen willekeurige, maar 1 waar ze kennelijk problemen in zag, ook al is die zin zelf nu eigenlijk geen hoogtepunt in Couperus’ proza) en dan te zeggen dat zo’n hertaling een groot gevaar is. Terwijl er niemand is die vindt dat die hertaling het origineel moet vervangen.
Zo is het hele oeuvre van deze columniste: geen gedachten, geen pogingen om er zelf wat van te maken, geen waardering voor idealisme, geen werkelijk stijlgevoel, maar verontwaardigd gekraai als iemand iets doet om anderen te laten lezen wat jij als 15-jarige las.