Ach Venetië

Frans Westra reisde op 28 augustus 1988 voor het eerst naar Venetië en de stad maakte een onvergetelijke indruk op hem. Hij studeerde geschiedenis in Groningen. Na zijn studie werkte hij als onafhankelijk bioscoopprogrammeur en hield een levenslange passie voor film en bioscopen. In 2018 verzorgde hij de jubileumpublicatie voor de honderdjarige Nederlandse Bioscoopbond. Hij bezocht meer dan honderd keer een internationaal filmfestival, veelal in Berlijn en Venetië.

Nu schreef hij een soort reisgids over de waarschijnlijk meer dan honderd bioscopen in de stad en omgeving. Hij ontwikkelde in de loop der tijd een zintuig voor de overblijfselen van oude bioscopen. Waar niet kenners voorbij zouden gaan aan een supermarkt of hotel, ontdekte hij oude gevels van voormalige bioscopen. Door zijn kennis raakte hij in contact met de bewoners van de stad, die plezier kregen in zijn belangstelling. Daardoor en ook door zijn liefde voor mooie Italiaanse vrouwen, lekker eten en (nog) rustige plekken krijgt de lezer inside informatie over de ‘Serenissima’ (Opperste Doorluchtigheid), zoals de republiek Venetië eens werd genoemd.

De titel van zijn boekje zou kunnen zijn ‘Oude bioscopen in Venetië’, maar dat klinkt niet erg wervend en dus vond hij een aansprekende titel: Venetianen kunnen niet fietsen en de grap is dat hij in veel paragrafen hierover een opmerking maakt. Het is niet gemakkelijk fietsen in de stad met al dat water, de bruggetjes en nauwe doorgangen. Toch ontdekt hij op de vaporetto’s toeristen met vouwfietsen. De inwoners van de stad, voor zo ver ze er nog zijn, hebben natuurlijk geen fiets, zelfs geen waterfiets.

Venetië is verpest door de miljoenen toeristen, vooral veel uit Azië, die vaak maar éen dag blijven, hoewel je in de rustige maanden dankzij goedkope aanbiedingen van de vele hotels ook een week kunt ronddwalen, waardoor je kunt ontdekken dat je buiten de platgetreden looprichtingen, waar je in drukke tijden alleen stapvoets vooruit kunt komen en lang moet wachten op een boot en bij beroemde kerken en etablissementen, plekken kunt vinden waar nog iets van de oude sfeer te vinden is.

Venetië wordt ook verpest door de zogenaamde selfiesticks. Op de vaporetto’s is het dragen van rugzakken verboden. De resterende duiven mogen niet gevoerd worden en je mag meegebrachte etenswaren niet consumeren of je moet dat lopend en een beetje stiekem doen. Ergens rustig zitten op een bankje is niet mogelijk in de toeristische gebieden. Je riskeert een forse boete. De banken zijn er weggehaald, behalve voor oudere inwoners op afgelegen pleintjes. In de ‘canali’ mag je niet zwemmen, wat trouwens ook levensgevaarlijk is met al die boten. Er valt natuurlijk wel eens een dronken toerist in het water.

Toch heeft Westra zijn liefde voor de stad behouden. Hij kent de rustige plekken en tijden. ’s Morgens vroeg is het nog altijd mooi. Ik ben blij dat ik vroeger in Venetië ben geweest, een aantal malen en in mijn herinnering blijft de stad mooi en bijzonder. En dan heb ik nog de schilderijen van Canaletto en de Nederlander Van Wittel (Vanvitelli) met de overweldigende stadsgezichten van Venetië.

Remco Ekkers

Frans Westra – Venetianen kunnen niet fietsen. Nobelman, Groningen. 128 blz. € 17,95.