Een romanesk kunststuk

Er zijn schrijvers die eigenlijk steeds weer hetzelfde boek schrijven, of zo men wilt, aan één groot levenswerk sleutelen. Die keer op keer terugkomen bij hetzelfde thema, stukjes tekst hergebruiken, over de jaren heen verschillende versies van gedichten of verhalen maken. En toch krijg je er gewoonweg geen genoeg van, zoals van bijvoorbeeld het werk van de fijne misantroop met aanstekelijke lichte toets Frans Pointl (1933 – 2015), vooral bekend van de bestseller De kip die over de soep vloog. Het is het kleine geluid dat ver draagt. De hospita’s, zijn door de oorlog getraumatiseerde moeder, de kleine man met een onbetekenend baantje en dito liefdesleven. Het jezelf wegcijferen met een Joodse knipoog.

Schrijver David de Poel (1973) raakte gefascineerd door deze aangename zonderling, opperde het schrijven van een biografie en werd van lieverlee vriend, mantelzorger en literair erfgenaam. Tegelijkertijd met de verschijning van het Verzameld Werk van Frans Pointl, toch nog een kloeke duizend pagina’s dik, zag de langverwachte biografie De schrijver die over de soep vloog het licht, heel toepasselijk op 1 oktober, Pointls zelfgekozen sterfdag. Het is een is een eerbetoon geworden aan een vriendschap, liefdevol geschreven maar beslist niet kritiekloos. De welhaast romaneske vorm is daarbij de grootste troef. Feiten en getallen worden afgewisseld met een persoonlijk verslag van de biograaf over de laatste gemeenschappelijke jaren. Een ‘fusion’ die ervoor zorgt dat er afstand tot het onderwerp is, terwijl tegelijkertijd alle facetten van de persoonlijkheid van Pointl aan bod komen.

De verhaallijnen versterken elkaar en omdat je als lezer de vroegere en de huidige Frans Pointl leert kennen, begrijp je beter waarom hij doet wat hij doet en deed wat hij deed. Het is naast een biografie ook een indringend verslag van de mantelzorg, van de makken van het zorgstelsel, de zware weg van het onvermijdelijke verval, de problematiek rond euthanasie. De Poel sluit stijlmatig goed bij Pointl aan. Deze biografische schets is nergens larmoyant, sentimenteel. Eerder humorvol, laconiek, en daardoor ontroerend. Je hebt een schrijver nodig, om de biografie van een schrijver zo vermakelijk, met een lichte melancholische toon, neer te kunnen zetten.

Het eerste gedeelte van De schrijver die over de soep vloog maakt duidelijk dat de jonge Pointl de verbeelding al inzet om met het leven overweg te kunnen. In die zin legt deze biografische schets ook de ontwikkeling van een schrijverschap bloot. Het boek is bescheiden van omvang, zeer kundig gecomprimeerd, maar tussen de regels door merk je dat er door De Poel enorm veel werk is verzet, er heel zorgvuldig te werk is gegaan. Ook biografisch schrijven is schrappen. Het heeft een heel ingetogen, maar toch rijk boek opgeleverd. Frans Pointl liet maar hoogst zelden iemand toe. Het moet voor de biograaf, voor de mantelzorger moeilijk zijn geweest dat Pointl de vriendschap kenschetste als ‘samenwerking’. Twee mensen die in zekere zin van elkaar afhankelijk waren. De Poel die klusjes voor Pointl deed, die zich af en toe behoorlijk ergerde aan het ‘chagrijn’ van zijn onderwerp, maar die gelijktijdig, als schrijver van de biografie, de vriendschap niet kon opzeggen.

Het moet een bijzonder proces zijn geweest. De biograaf leefde als het ware in de redelijke beperkte biografische werkelijkheid van zijn onderwerp en niets menselijks zal hem daarom vreemd zijn voorgekomen. Ook voor de ‘Pointl-kenner’ zijn er echter toch behoorlijk wat nieuwe zaken die aan het licht komen. Het gesticht voor geestelijk gehandicapten bijvoorbeeld waarin hij tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef, de beslist karaktervreemde goklust die hem na de bestseller overviel. Opmerkelijk is ook dat biograaf De Poel bij toeval – tja, wat is toeval – in hetzelfde huis in Amsterdam-Zuid bleek te wonen als van waaruit een groot gedeelte van Pointls familie is weggevoerd tijdens een razzia. De moeder van Frans Pointl was op dat moment net boodschappen aan het doen. Dichter dan dat kun je als biograaf niet bij je onderwerp komen.

Frans Pointl was ergens een opportunist, maar toch eentje van wie je dat door zijn kwetsbaarheid met gemak vergaf. Het soort opportunisme dat eerder een vertederende glimlach opriep. In zake publiciteit, met betrekking tot zijn Joodse achtergrond. David de Poel stond heel dicht bij zijn onderwerp, te dicht aldus subsidieverstrekkers. Maar daarmee rekenden ze buiten de kracht van de schrijver als biograaf, als degene bij uitstek die óók uit het vogelperspectief naar het onderwerp kan kijken. David de Poel heeft heel goed geobserveerd en juist, door de hechte relatie en door de lange tijdspanne waarin hij aan het boek heeft gewerkt, dat gevaar goed onderkend en zeer weloverwogen gewikt en gewogen. Dat maakt De schrijver die over de soep vloog tot een waar biografisch, romanesk kunststuk.

Guus Bauer

David de Poel – De schrijver die over de soep vloog. Nijgh& Van Ditmar, Amsterdam. 304 blz. € 25,-.