Verantwoordelijkheid nemen

De meeste filosofen bogen zich over het kwaad. Een probleem was altijd dat een volmaakte God moeilijk te rijmen was met het bestaan van het kwaad. Leibnitz beweerde dat er talloze werelden denkbaar zijn, maar dat een geschapen wereld per definitie onvolmaakt is en dat God natuurlijk de beste van alle denkbare werelden voor ons heeft uitgekozen. Zijn tijdgenoot, de Engelse dichter Alexander Pope, schreef: ‘Alle natuur is slechts kunst, die wij niet kennen / Alle toeval is orde, die wij niet zien / Alle strijd is harmonie die onbegrepen blijft / Al het afzonderlijke kwaad is het universele goed: / En ondanks de hoogmoed en wrok van de dwalende rede / Is een ding waar: dat wat is, is goed.’ In ‘Kleinste versie van mij’, het titel gedicht van de debuutbundel van Anne-Fleur van der Heiden, Zaailingen, staat:

Gewoon ademen moet niet moeilijk zijn
planten water geven en een bonsaiboom, stofzuigen
naam geven aan een kat, bed opmaken

er zijn zaailingen die in huis worden gehouden
voor wie een zonnig raam nog te donker is

de wereld bestaat uit een ander
opeten, neem de oceaan
waar vissen in elkaar
verdwijnen als matroesjkapoppen

of de aarde alles terugneemt
als je maar lang genoeg stil blijft liggen

de kleinste versie van mij
eet mij op, wanneer
ben ik gestopt met plezier,
waar staan trampolines, vroeger overal
en vandaag heb ik de meest verdrietige aardappels gegeten

Hier is iemand dapper bezig zich teweer te stellen tegen het kwaad. Het beeld van de bonsaiboom is treffend: hij is beknot, maar hij wordt liefdevol verzorgd. De zaailingen lijken niet te kunnen uitgroeien tot volwaardige planten. De derde strofe geeft de situatie in de wereld aan. Wat is ‘de kleinste versie van mij’? De jeugd, die moeilijk was? De slotregel relativeert op een triest-komische manier.

In ‘Dat ik fictief besta’ staat ‘alles is goed en alles / zal goed zijn // ik heb niet eens de lampen aangedaan zo gewend aan het donker / het is vanzelf gegaan’. Hier wordt Pope geciteerd, bewust of onbewust. Elders verwijst een gedicht naar het motto van Rilke: ‘Maar omdat hier zijn veel is, en omdat blijkbaar / alles van hier ons behoeft, dit verdwijnende, dat ons /zo bijzonder treft. […] Maar dit een maal geweest te zijn, al is het slechts een maal: van de aarde geweest te zijn, lijkt onherroepelijk.’

Nog één maal

Afscheid nemen, alles van waarde nog één maal
voelbaar langs je heen laten glijden

cicaden en hooibalen in het glooiende landschap
opgerold tapijt van aarde

wakker worden en ’s nachts uit bed stappen, nog één maal
naar de sterren kijken die zo veel beter te zien zijn dan thuis

hopen dat morgen bij de terminal iemand op je wacht

Het gaat hier om afscheid van Zuid-Frankrijk bijvoorbeeld, maar je kunt het lezen als een metafoor voor het leven. Hoe was het leven? De ik is geboren ‘als lederschildpad / ei zonder geslacht, door mijn moeder in het zand begraven, met de taak / alleen uit te kruipen, te water gaan, kwallen te eten’. De jonge schildpadjes moeten zich maar zien te redden. Ze moeten zo snel mogelijk naar het water rennen, maar meeuwen doen zich er nog sneller te goed aan. Wie geluk heeft, haalt het water en moet leven van kwallen, die zeer arm zijn aan voedingstoffen. De embryo’s van de lederschildpad hebben geen geslachtschromosomen: de temperatuur bepaalt of uit het ei een mannetje of een vrouwtje komt. Het geslacht is nogal betrekkelijk. Uit een enkel gedicht blijkt dat de ik van de gedichten soms twijfelt aan haar seksuele geaardheid.

Anne-Fleur zet in een aantal gedichten strofen bij elkaar die waarnemingen behelzen. Samen vormen ze een gedicht, omdat ze een zekere samenhang vertonen, waar de lezer naar moet zoeken.

De soep maakt duidelijk dat het om een Shetlandeiland gaat, zoals ook uit de titel blijkt. We vinden in dit gedicht een apokoinou: “op een paar / mooie dagen’ en ‘mooie dagen om te hooien’. En misschien is dit er ook een: ‘wacht op een havik / met zijn buurman’ en ‘met zijn buurman belt’.

De dichteres beheerst haar vak. Aan het slot van het gedicht wordt weer duidelijk waar ze heen wil: ‘dromen vervagen op een tractor met als grootste voldoening / je verantwoordelijkheid nemen voor wat je is gegeven’. We leven maar één keer en we moeten er iets van maken.

Remco Ekkers

Anne-Fleur van der Heiden – Zaailingen’. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 48 blz. € 20.