Ontmaskering

The Party van Elizabeth Day is vertaald als Het feest. Dat is geen goede vertaling van de titel, omdat ‘Party’ zo veel meer betekent: feest, politieke partij en ‘club’. Waarom niet gekozen voor ‘Partij’?

Het boek gaat over de macht van de rijke adel die zich vrijwel alles kan veroorloven en die zich vanzelfsprekend verheven voelt boven de ‘gewone mensen’ en geen idee heeft wat hen beweegt. De machtigen zijn wel aardig voor het volk, maar alleen maar omdat zij hun stemmen nodig hebben als ze de politiek ingaan of eenvoudig omdat ze aardig gevonden willen worden.

Het boek gaat ook over de tragische liefde van een arme jongen, Martin, voor een telg van een machtig geslacht, Ben. Deze liefde is zo tragisch omdat Martin niet doorheeft dat hij homoseksueel is of dat eenvoudig ontkent, terwijl Ben hem alleen maar geholpen heeft op een Engels internaat omdat hij aardig gevonden wil worden. Ben is ‘charming’, zelfbewust en vanzelfsprekend middelpunt van een groep, een partij. Als Martin de eerste dag op het internaat wordt beledigd door een pestkop, Jarvis, neemt Ben het voor Martin op. Ze worden vrienden, althans dat denkt Martin. Hij is zogenaamd de beste vriend van Ben, maar hij wordt vanaf het begin ‘little shadow’ genoemd en dat wordt dan pesterig afgekort tot LS, ook thuis in het luxueuze landhuis van Bens ouders. Als Ben met een dronken kop verantwoordelijk is voor de dood van een achttienjarig meisje, neemt Martin de schuld op zich door te beweren dat hij achter het stuur zat, niet dronken, en dat hij moest uitwijken voor een vos. De familie betaalt hem grote sommen zwijggeld. Dit is nauwelijks een spoiler, omdat de schrijfster haar verhaal begint met een politieverhoor, waar dat ongeluk ter sprake komt. Er is iets ernstigs gebeurd tijdens een groot feest van Ben voor zijn veertigste verjaardag en dat moet de politie uitzoeken. Dat zal ik niet verklappen.

Het verhaal wordt zeer geraffineerd verteld, opgesplitst in hoofdstukken waarin het politieverhoor aan de orde komt en hoofdstukken waar Martin en zijn vrouw Lucy het feest bezoeken, hoofdstukken uit het dagboek van Lucy en hoofdstukken waarin Martin terugblikt op zijn opvoeding. Martins vader stierf door een stom ongeluk – hij gleed uit bij het posten van kerstkaarten en viel met zijn hoofd op een stoeprand – toen Martin nog niet geboren was. Het ergste was dat zijn moeder niet eens een goed verhaal kon vertellen over zijn dood. Zij deed de met bloed bespatte kerstkaarten later wel op de bus! Hij hoorde het pas op achtjarige leeftijd, omdat hij er naar vroeg. Zijn moeder was een teleurgestelde vrouw die de kost moest verdienen in een baantje waar ze een hekel aan had, bedienen in een cafetaria. Ze gaf haar zoon weinig liefde, maar dat kwam misschien ook omdat hij altijd terugschrok voor aanrakingen. Martin is intelligent en hij mag naar een goede middelbare school, ook een internaat. Hij heeft genoeg aan zichzelf en maakt geen vrienden. Hij is klein, niet sterk of sportief en later wordt duidelijk dat hij in tegenstelling tot Ben geen masculiene beharing heeft. Na de middelbare school mag hij door zijn goede cijfers naar Cambridge, maar het is altijd en overal duidelijk dat hij niet thuishoort bij de rijke en populaire jongens. Hij kent hun regels niet. Hij heeft alleen Ben, die hem af en toe beschermt. Na het ongeluk neemt de familie hem in hun huis op. Hij brengt er zijn vakanties door en denkt dat hij lid van de clan is, maar voor de lezer is duidelijk dat hij alleen maar geduld wordt om de familie niet in diskrediet te brengen.
Na de universiteit wordt hij journalist en schrijver van historische boeken, die niet veel succes hebben tot hij een bestseller schrijft.

Lucy werkt op dezelfde krant als Martin. Hij neemt het in een gesprek voor haar op en zij voelt zich gezien door hem en doet haar best hem te winnen. Dat duurt lang, maar uiteindelijk went hij aan haar en ze trouwen. Lucy vertelt hoe ze als zeventienjarige is verkracht door een knappe jongen die haar dronken voerde. Daarna heeft ze allerlei vriendjes gehad, maar mannen bleken alleen maar geïnteresseerd te zijn in zich zelf. Martin wil geen kinderen omdat hij denkt dat hij geen goede vader wordt en bovendien zijn er al te veel mensen. Lucy wordt niettemin onbedoeld zwanger. Zij is blij, maar krijgt een miskraam. Dan is het afgelopen met haar vruchtbaarheid. Ze begrijpt al gauw dat Martin niet van haar maar van Ben houdt. Ze heeft medelijden met hem, want ze ziet scherp dat Ben niet echt om hem geeft en blijft haar man trouw. Haar moeder zei eens dat Lucy zorgt voor mensen, herinnert zij zich.

Martin en Lucy vertellen hun verhaal, maar de schrijfster weet meesterlijk de gebeurtenissen te doseren. De vertellers zijn niet helemaal betrouwbaar, dat wil zeggen dat ze apart van elkaar niet helemaal en vanaf het begin door hebben wat er speelt, maar de schrijfster presenteert de gegevens, opmerkingen, observaties zo geraffineerd dat de lezer uiteindelijk een compleet beeld heeft van wat er aan de hand is. Er zijn geen auctoriële commentaren. De eerste zinnen van het boek luiden: ‘De verhoorkamer is klein en vierkant. (…) Twee bekertjes thee: één voor de politieagente, één voor mij.’ De observatie is van Martin, maar de schrijfster is de regisseuse. Zij kiest ook voor de opmerking over de thee. Het drinken van thee en de afkeer van Martin voor te slappe of te sterke thee speelt in het hele verhaal. Je begrijpt het karakter van Martin door zijn gedragingen. Je begrijpt Lucy’s teleurstellingen en haar moed om door te gaan door haar opmerkingen en Martins reacties.
Er zijn allerlei voorbereidingen die wijzen naar de catastrofe. Zo is Lucy niet op haar mondje gevallen en kan ze uitvallen tegen de vrouw van Ben.

Op een dag wandelt Martin op een kerkhof, nadat hij Lucy heeft afgewezen en ontmoet een bleke jongen, ‘zo dun als een zilverberk’, die vraagt of hij gezelschap zoekt. Hij antwoordt te luid: ‘Nee, ik bedoel, ik ben niet zo.’

Na hun huwelijk gaan ze naar Martins moeder, die hem de deur wijst. Zij zegt tegen Lucy dat ze niet verder moet met hem, omdat hij niet normaal is. Hij heeft immers weinig of niets van zich laten horen toen hij op de internaten zat en heeft haar evenmin uitgenodigd bij de schamel gevierde bruiloft. Wat een verschil met het enorme feest van Ben bij zijn veertigste. Wie waren er niet allemaal op dat feest? Beroemde mensen van tv en film en sport en zelfs de minister-president! Ben doet alles voor zijn carrière. Lucy is ook gewaarschuwd door een collega die zegt dat er iets niet in orde is met Martin.

De lezer begrijpt al snel wat Martin niet wil inzien, dat Ben geen partij voor hem is. Het spannende van het verhaal is dat stukje bij beetje duidelijk wordt wat er is gebeurd en waarom. De schrijfster maakt je meedogenloos klaar voor de uiteindelijke wraak, die aan het slot beloofd wordt. Zal Ben uiteindelijk toch ontmaskerd worden?

Remco Ekkers

Elizabeth Day – Het feest. Vertaald door Eefje Bosch. Ambos|Anthos, Amsterdam. 336 blz.

(Lees ook het stuk van Jan de Jong over drie Brexit-romans, waaronder Het feest.)