Een tevreden terugblik op een nauwelijks mislukt leven

We kennen Elizabeth Day van haar genadeloze ontleding van de Engels upper class in haar meesterlijke roman Het feest. Maar Day is vooral (of op zijn minst: ook) journalist. Britse lezers van onder andere The Observer roemen haar interviews waarin zij haar gesprekspartner haarscherp portretteert. In haar nieuwe boek Durf te falen laat zij die analyserende en portretterende aanpak los op een ander slachtoffer: haarzelf.

Aan de basis van dit nieuwe boek ligt een project waarmee zij begon toen een stabiel lijkende relatie onverwacht ophield. De podcast How to fail with Elizabeth Day trok vanaf het begin veel luisteraars en bij aflevering acht overschreed ze de grens van 200.000 downloads en lag er een boekcontract voor haar klaar. En dat is natuurlijk tamelijk succesvol voor een project over falen. De podcast bevatte oorspronkelijk interviews met mensen die het gemaakt hadden in het leven. Maar het gesprek ging vervolgens over hun mislukkingen. En dat sloeg blijkbaar enorm aan, ook gezien het aantal reacties. Luisteraars voelden zich gesteund, begrepen of boden aan te helpen. Een gat in de markt!

Het uit de podcast voortgekomen boek How to fail, nu in het Nederlands vertaald als Durf te falen, is ook een groot succes. In de eerste plaats natuurlijk dankzij die talloze abonnees op haar podcast. Maar ongetwijfeld ook omdat Day inmiddels, behalve als mislukkeling, vooral bekend staat als een begenadigd schrijver. In Durf te falen komen de geïnterviewde beroemdheden ook volop aan bod, maar het boek gaat toch eerst en vooral over Days eigen mislukkingen. Hoewel, mislukkingen. Ze beschrijft vooral zaken die weliswaar niet prettig waren voor de schrijver, maar die, het kan verkeren, uiteindelijk hebben bijgedragen aan een mooi en succesvol leven. De ondertitel van het boek Alles wat ik heb geleerd van dingen die fout gingen wijst daar natuurlijk ook al op. Of in Days eigen woorden:

Waarom had ik geen gasten in de podcast die midden in een mislukking zaten? Of waarom kon ik niet gewoon iedereen zijn eigen fouten laten maken, zonder ze het gevoel te geven dat ze niet goed genoeg mislukten? Was mislukking niet gewoon iets wat je moest aanpakken in plaats van erover te praten?
Mijn antwoord daarop is: het is niet zo dat ik mislukken actief propageer. Het is meer dat we er op een gegeven moment in ons leven allemaal mee te maken krijgen en dat we in plaats van mislukking te zien als een ramp die je nooit meer te boven komt, misschien beter iets van anderen kunnen leren om zo onze eigen emotionele veerkracht te versterken.

Day wilde dus vooral een positief boek schrijven. Want hoewel ik persoonlijk het altijd erg troostrijk heb gevonden om te ontdekken dat anderen nog dieper in de shit zaten dan ik, is dat niet de ideale houding die Day voor ogen staat. Als ik het gevoel heb dat alles me ontglipt, moet ik juist kijken naar mensen die daarvan weer helemaal opgeknapt zijn. Succesvolle mensen hebben zich ook uit de diepste diepten naar boven moeten worstelen en kijk toch eens hoe goed het nu met ze gaat!
Ik heb wat moeite met dat uitgangspunt. Het geeft de verliezers in onze maatschappij immers een beetje het idee dat dat allemaal hun eigen schuld is. Neem eens een voorbeeld aan John Nichols. Die speelt weliswaar belabberd piano, maar hij is desondanks toch een gevierd schrijver. Of kijk eens naar Elizabeth Day zelf. Juist omdat zij gedurende haar acht lange jaren bij The Observer nooit om opslag of een eigen rubriek durfde te vragen, heeft zij op een dappere dag de arbeidsrelatie verbroken en is als freelancer het leven ingegaan. Het gevolg: alleen nog maar leuke opdrachten en inmiddels vier succesvolle romans.

Was het allemaal maar zo makkelijk. Natuurlijk, we zijn allemaal wel eens ergens gestruikeld in het leven en Day zelf heeft wat dat betreft haar portie zeker ook gehad. Maar we komen natuurlijk niet voor niets geen gokverslaafde alcoholisten, terminaal zieke heroïnehoeren of schurftige bedelaars zonder benen tegen in het boek. Er moet tenslotte nog wel wat te kiezen zijn in het leven. Durf te falen helpt daarom vooral als er maar weinig hulp nodig is.

En tóch pakte ik het boek iedere keer weer op om nóg maar eens over een complete (maar niet fatale) mislukking te lezen. Dat is ook de verdienste van Elizabeth Day. Want als zij iets kan, dan is het schrijven. En met veel humor vertellen. Zoals in het kostelijke hoofdstuk ‘Durf te falen in zijn zoals Gwyneth Paltrow’. Het gaat daarin over ontevredenheid met het eigen lichaam.

Later die week kreeg ik een lasergezichtsbehandeling, die niet-invasieve radiogolven gebruikte om de beschadigde en ouder wordende huid te verbeteren. Normaal gesproken, als ik het als journalist niet voor niets had gekregen, had me dat 2000 pond gekost. Ik reserveerde bij Dr. G, dezelfde dermatoloog over wie Paltrow had geschreven dat ze ‘mijn gezicht vijf jaar jonger heeft gemaakt’.
[…]
Toen mijn naam werd omgeroepen werd ik naar een kleine behandelkamer gebracht. De huid van Dr. G leek wel een plakje ham dat net uit zijn verpakking was gehaald op een warme zomerdag, en was net zo glad en glimmend. Ze droeg een bril, had geblondeerd haar en kon qua leeftijd alles tussen de vijfentwintig en de vijfennegentig zijn, al liet ze met later weten dat ze bijna vijftig was.

Kijk, als je zo kunt schrijven, dan doet het onderwerp er niet eens meer zo veel toe. Elizabeth Day kijkt, analyseert en fileert in Durf te falen even meedogenloos als in haar roman Het feest. Haar toon en haar stijl reiken de lezer bovendien de mogelijkheid aan om dit ‘zelfhulpboek’ met een stevige tongue-in-cheek te lezen. En ook dat is dan trouwens weer een belangrijke levensles: relativeer alles en begin bij jezelf. Dan komt het vast wel weer goed. En ik? Ik kijk intussen uit naar haar volgende roman, meer nog dan naar nieuwe non-fictie.

Jan de Jong

Elizabeth Day – Durf te falen. Vertaald door Eefje Bosch. Ambo|Anthos, Amsterdam. 328 blz. € 20,99