Een meeslepend verhaal met gekunstelde randjes

Na het succes van The Party (Het feest) is nu ook een vroegere roman van Elizabeth Day in het Nederlands vertaald: Paradise City werd Schaduwstad, een titel die de lading weliswaar dekt, maar die de heerlijk Engelse ironie van het origineel jammerlijk mist.

Net als in Het feest draait Schaduwstad om de schurende verhoudingen binnen de Engelse klassenmaatschappij. In het boek vertellen vier hoofdpersonages keurig op toerbeurt hun eigen verhaal. De schatrijke textielmagnaat Sir Howard Pink heeft zijn confectie-imperium vanaf een marktkraampje in Petticoat Lane eigenhandig opgebouwd. Carol Hetherington woont in de rustige buitenwijk Wandsworth, waar ze het leven na de dood van haar man Dennis weer wat probeert op te pakken. De ambitieuze journaliste Esme Reade werkt voor een zondagskrant waar ze zich voortdurend moet waarmaken. En dan is er het meest intrigerende en misschien wel belangrijkste personage, de lesbische asielzoekster Beatrice Kizza die vanwege haar geaardheid Oeganda heeft moeten ontvluchten. De klassenverschillen zijn hiermee neergezet. De jongen uit de arbeidersklasse die zich tot multimiljonair omhoog heeft gewerkt, de twee ‘middle class’ vrouwen Esme en Carol die allebei een moeizame moeder-dochterverhouding hebben en natuurlijk de jonge vrouw uit de nieuwe onderklasse die nog steeds zonder echte verblijfsstatus hotelkamers schoonmaakt. Ze heeft in Oeganda aan de universiteit rechten gestudeerd, maar ze begrijpt dat dit poetswerk nu het maximaal haalbare is.

Alle vier hebben ze met een belangrijk en onverwerkt verlies te maken gehad. De weduwe Carol mist haar man Dennis, Beatrice heeft haar geliefde Susan moeten achterlaten, Esme heeft als kind haar vader verloren en Harolds dochter Ada is al zestien jaar vermist. De kracht van Elizabeth Day ligt in de eerste plaats bij de stevige karakterisering van haar personages, een kwaliteit die ook die van Het feest voor een belangrijk deel bepaalde. Bovendien kan Day boeiend en meeslepend schrijven. Lees bijvoorbeeld de eerste indrukken die Beatrice heeft van Londen, de stad die groter en vreemder was dan ze zich had voorgesteld en die juist door zijn immense omvang haar een gevoel van veilige anonimiteit bood. Maar die ook een vijandige kant heeft. Alleen het klimaat al:

Toen ze voor het eerst in Londen aankwam, in de door de smokkelaar geregelde bed & breakfast, was het winter geweest. Ze had niet geweten wat haar overkwam toen de zon om vier uur ’s middags verdween en de temperatuur daalde. Het was alsof God het licht uitdeed.
Het duurde lang voor ze aan het donker en het vocht gewend was. Bij elke ademteug voelde het alsof de Londense lucht doordrenkt was met vocht, waar haar neus verstopt van raakte en haar keel van opzette. En dan was er nog de mist. Ze had bij Dickens wel gelezen over de ondoordringbare, indikkende nevel, maar toen ze die voor het eerst in Londen meemaakte werd ze er compleet door overvallen. Toen hij vanaf de oevers van de Theems kwam opzetten en als rook door de straten heen rolde, voelde ze zich alsof ze werd losgemaakt van haar omgeving, omhuld door een vreemde, katoenwitte staat van verdoving waar ze zich nog eenzamer van ging voelen. De mist leek zich in haar borst te nestelen. Dagenlang had ze piepend ademgehaald en als ze moest hoesten klonk dat alsof er een klein ratelend balletje in haar luchtpijp vastzat.

Day is behalve romanschrijver ook journalist. Dat merk je niet alleen aan haar observatievermogen en vlotte stijl, maar ook aan de geloofwaardige manier waarop ze de verschillende karakters tekent, ook die van de bijfiguren, en waarop ze de sfeer en de onderlinge naijver op de redactie van haar krant, de Sunday Tribune weet te treffen. (Opmerking voor de vertaalster: het is in het geval van de Tribune niet handig om ‘paper’ met ‘dagblad’ te vertalen – want dat is het niet.)
Tel hierbij het raadsel van de zestien jaar geleden verdwenen dochter Ada op en je hebt ook nog een thrillermysterie te pakken dat er mag zijn.
Maar er zijn ook bedenkingen. Om te beginnen vloeit het boek vanaf pak ’m beet driekwart wel erg onbevredigend naar een te sprookjesachtig einde toe. Het laatste hoofdstuk dat aan Esme gewijd is, is bijvoorbeeld voor de plot volstrekt overbodig. Maar ja, ze was wel weer aan de beurt en dus heeft Day maar een sympathiek einde aan haar liefdesproblematiek gebreid. Maar, en dat is erger, de manier waarop de Dominique Strauss-Kahnachtige aanranding van Beatrice Kizza uit het eerste hoofdstuk nogal makkelijk in der minne wordt geschikt, is niet alleen onrealistisch, maar ook tamelijk denigrerend, zowel naar het personage als naar ‘de mensen in het echt’. Foutje, bedankt. Verschillende kranten, waaronder de New York Times stelden beide tekortkomingen in 2015 ook al vast, waarna Elizabeth Day zich krachtig kon revancheren met het ijzersterke Het feest. Door de vertaalhistorie naar het Nederlands kunnen we nu niet meer doen dan, vooruit, over ons hart strijken. De revanche hebben we immers een jaar geleden al gehad .

Jan de Jong

Elizabeth Day – Schaduwstad. Ambo/Anthos, Amsterdam. 434 blz. € 24,99.