In het beleidskader stond het nog zo mooi: ‘De Jan CampertStichting draagt bij aan het literaire aanzien van Den Haag via de toekenning van de gemeentelijke literatuurprijzen.’ De toon bij de adviescommissie die gaat over de toekenning van meerjarige subsidies is een totaal andere. De Jan Campert-Stichting vroeg een meerjarige subsidie van € 117.100 aan bij de gemeente Den Haag, maar de adviescommissie adviseert daar slechts een deel van toe te kennen: € 70.000 per jaar. In de periode 2017-2020 ontving de stichting jaarlijks € 92.731. De commissie geeft de stichting onderuit de zak:

Al eerder constateerde de vorige Adviescommissie dat de Jan Campert-Stichting geen blijk geeft van intrinsieke motivatie om te reflecteren op haar functioneren en haar positie in een breder kader te overwegen. Er lijkt sprake van een zekere vanzelfsprekendheid, waarmee al sinds 1947 de prijzen op vergelijkbare wijze worden toegekend en uitreikt.

Wat betreft positionering, samenwerkingsverbanden en het vergroten van het bereik van de organisatie, spreekt uit de aanvraag geen ambitie en blijkt ook niet dat de competentie en deskundigheid om hierin tot verbeteringen te komen, binnen de organisatie belegd zijn. Als samenwerkingspartners noemt de Jan Campert-Stichting Writers Unlimited en Bibliotheek Den Haag. De instelling brengt de uitreiking van de prijzen onder bij Writers Unlimited, maar de Commissie kan niet duidelijk uit de aanvraag opmaken hoe de rollen, kosten en verantwoordelijkheden hierbij verdeeld zijn. De instelling noemt ook nog de samenwerking met het Literatuurmuseum, maar licht deze op geen enkele manier toe.

Het publieksbereik vindt de Commissie zeer beperkt en volgens de prestatiegegevens in de aanvraag verwacht de instelling hierin de komende jaren geen groei, anders dan via de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van educatie. Zo is het verwachte aantal bezoekers tot en met 2024 begroot op 400 en het aantal deelnemers aan de symposia op 150.

De online educatieactiviteiten onder de noemer ‘Campert de klas in’ komen op de Commissie niet overtuigend over. Inhoudelijk licht de instelling dit educatie-initiatief zeer summier toe, en wat ze er wel over schrijft geeft de Commissie geen vertrouwen in de noodzakelijkheid ervan. Het aanbod lijkt niet afgestemd op het aanbod van andere aanbieders in de stad, zoals Huis van Gedichten, Boekids of Bibliotheek Den Haag, die hiermee jarenlange ervaring op Haagse scholen hebben.

De Commissie waardeert het dat de Jan Campert-Stichting de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en manieren formuleert om deze te verwerken in haar organisatie maar mist zowel een goed begrip van de complexiteit van het onderwerp als een kritische zelfreflectie op dit punt (waar staat men nu, waar wil men naar toe, en hoe ziet succes eruit). Een consistente aanpak met concreet uitgewerkte doelstellingen voor de vier P’s (personeel, programma, publiek en partners) ontbreekt waardoor er geen vertrouwen is in de inbedding van het onderwerp in de organisatie. Dit blijkt onder andere uit de samenstelling van haar bestuur/jury. Het programma van de prijsuitreiking wordt volgens de Jan Campert-Stichting gekenmerkt door culturele diversiteit. De instelling geeft aan dit cultureel-diverse karakter te willen voortzetten, maar formuleert hiervoor geen specifieke doelstellingen of ambities.

Voor de uitreiking van de Jonge Campert-prijs werkt de instelling samen met middelbare scholen, maar ook hierbij mist de Commissie een specifieke doelstelling of strategie. Omdat de leerlingenpopulatie op deze scholen meerstemmig en veelkleurig is, gaat de Jan Campert-Stichting ervan uit dat ze hiermee inhoud geeft aan diversiteit en inclusie. Dat vindt de Commissie een misvatting.

Wat betreft de bedrijfsvoering constateert de Commissie met enige zorg dat de Jan Campert-Stichting voor bijna de volledige exploitatie afhankelijk blijft van gemeentelijke subsidie, hetgeen niet getuigt van cultureel ondernemerschap. De Commissie constateert dat er sprake is van een disbalans tussen de kosten voor de organisatie en het prijzengeld. Hoewel de uitreiking van de prijzen volgens de aanvraag is ondergebracht in het programma van Writers Unlimited, is er voor de prijsuitreiking toch een substantiële kostenpost opgenomen in de begroting van de Jan Campert-Stichting. De Commissie vraagt zich af wat Writers Unlimited precies levert voor dit bedrag.

In een persbericht, verspreid door het Literatuurmuseum, reageert de Stichting verslagen op het advies:

Jan Campert-Stichting gemarginaliseerd

Het advies van de Adviescommissie voor het Haagse Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024 betekent een marginalisering van de Jan Campert-Stichting. De stichting kan door de korting van 25% in de toekomst slechts de literaire prijzen van Den Haag toekennen, waaronder de Constantijn Huygensprijs en de Jan Campertprijs. Zelfs voor de uitreiking ervan is een ontoereikend budget beschikbaar gesteld om de prijzen in de vorm van een publieksmanifestatie uit te reiken waarbij Haagse scholieren worden betrokken. Dat gebeurde tot vorig jaar bij het Schrijversfeest, georganiseerd door Writers Unlimited en de Jan Campert-Stichting samen.
Het jaarlijks symposium en het jaarboek – met essays over de laureaten en bijdragen van het symposium – sneuvelen sowieso als het advies wordt overgenomen. ‘Literatuur en 75 jaar bevrijding’ zal dan de laatste literaire middag zijn die de Jan Campert-Stichting organiseert. Nieuwe plannen kunnen niet worden uitgevoerd. Zoals online lesprogramma’s voor Haagse scholieren en een evenement voor het algemene publiek met de laureaten, dat met en in de Openbare Bibliotheek georganiseerd zou worden.

De Jan Campert-Stichting wordt gerund door vrijwilligers en verricht haar werk met een minimale overhead, mede dankzij de samenwerking met het Literatuurmuseum. De korting op deze stichting levert de gemeente dan ook nauwelijks geld op. Den Haag als literatuurstad verliest zijn glans. De boodschap die dit advies uitstraalt, is dat literatuur er nauwelijks toe doet. En dat in een tijd waarin ontlezing als een groot maatschappelijk probleem wordt gezien.

Remco Campert reageerde op de bezuinigingsberichten als volgt: ‘Den Haag, koester de Jan Campert-Stichting die ooit door je eigen gemeenteraad werd opgericht, koester de literatuur, koester het lezen. Het kost je bijna niets, ja liefde voor de leescultuur. Dat wel.’

De kritiek op Crossing Border is zo mogelijk nog harder en kan de doodsteek betekenen voor de organisatie. Die kreeg € 452.441 per jaar en vroeg voor de komende periode € 444.000 aan. De commissie adviseert de hele aanvraag niet te honoreren. We citeren een deel van het keiharde oordeel:

Hoewel de Commissie op zich vertrouwen heeft in de kwaliteit van de festivalprogrammering van Crossing Border, had zij een overtuigende toelichting willen lezen op de artistieke keuzes en de borging van de eigen artistieke identiteit in de organisatie. Crossing Border zegt artistiek-inhoudelijk een uitdagend programma te brengen, maar uit de aanvraag kan de Commissie geen intrinsiek-inhoudelijke of thematische sturing opmaken; vooral de actualiteit en internationaal aanvaarde literaire kwaliteit lijken toonaangevend.

De Commissie stelt vast dat Crossing Border het verhalen vertellende karakter van het festival in de aanvraag onvoldoende toelicht. De onbevredigende uitwerking van de artistiek-inhoudelijke uitgangspunten was een van de aanleidingen om de subsidieaanvraag voor het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020 voorwaardelijk toe te kennen en dit te heroverwegen in een tussentijdse evaluatie. Tot haar spijt moet de Commissie vaststellen dat Crossing Border ook in de huidige aanvraag niet de gewenste helderheid heeft kunnen verschaffen op dit punt.

Daarnaast heeft de Commissie vergeefs geprobeerd uit de aanvraag op te maken wie de verantwoordelijkheid draagt voor de programmering van Crossing Border. De instelling omschrijft geen artistiek team of redactieraad, maar spreekt van informele netwerken en tip- en raadgevers. Het beleidsplan is in de wij-vorm geschreven, terwijl niet duidelijk is wie daarmee – anders dan de directeur – worden bedoeld.

Hoewel de internationale context van Crossing Border positief afstraalt op Den Haag, mist de Commissie voldoende inbedding van het festival in de Haagse culturele sector en de letterensector in het bijzonder. Gezien het feit dat de gemeente in haar Beleidskader Kunst en Cultuur 2021-2024 een concrete oproep tot (meer) samenwerking deed, stelt het de Commissie teleur dat Crossing Border geen samenwerking of afstemming heeft gerealiseerd met Writers Unlimited, het tweede grote literaire festival in de stad. Bovendien valt het de Commissie op dat er in de aanvraag steeds nieuwe samenwerkingsverbanden en -partners worden genoemd, zonder dat
daarbij voldoende wordt toegelicht waaruit deze samenwerkingen precies bestaan.

Crossing Border onderschrijft de Code Diversiteit & Inclusie en heeft in de optiek van de Commissie een redelijk zicht op de eigen positie hierin, hoewel ze soms een internationaal karakter verwart met divers en inclusief zijn. De Commissie vindt het positief dat Crossing Border de ambitie toont om groei van het niet-westerse deel van het programma te realiseren. Om dit streven te verwezenlijken, ziet de Commissie ‘Unheard Voices’ en ‘The Chronicles’ als zinvolle en interessante programmalijnen. Crossing Border schrijft in haar eigen personeelsbeleid proactief te kijken naar verscheidenheid en inclusie. Aangezien deze ambitie ‘een grotere diversiteit’ in het netwerk van freelancers betreft en niet de eigen kernorganisatie, constateert de Commissie een gebrek aan kritische reflectie op de eigen vaste organisatie.

Er komt ook goed nieuws uit de hofstad. De commissie adviseert om de subsidie voor Writers Unlimited te verhogen naar een kwart miljoen (was € 226.357). De organisatie had € 285.000 per jaar aangevraagd.

Hier is het hele advies met de wrange titel Kracht en Kwetsbaarheid te lezen.