Hij, zij, het, hun, hen

Afgelopen zaterdag bleef ik hangen in een stuk van de ombudsman van NRC Handelsblad: ‘Haar en de zijnen: hoe NRC omgaat met non-binaire termen en enkel meervoud.’ De directe aanleiding was het winnen van de Booker International Prize door Marieke Lucas Rijneveld.

Aanleiding: de 29-jarige auteur identificeert zich als genderfluïde en niet als man óf vrouw. In een mooi interview met Toef Jaeger bleek de auteur daar overigens niet dogmatisch in, daaruit sprak eerder bedachtzaam ongemak met de last van digitale maakbaarheid: waarom moet alles altijd het een óf het ander zijn? The New York Times meldt dat ze een voorkeur heeft voor de meervoudsvorm, they en them.

Het gebrek aan dogmatiek is een van de leuke kanten van Rijneveld, lijkt me, maar de kwestie werd toch verder geproblematiseerd door het ombudsmens Sjoerd de Jong.

Ik stap nu ook even het mijnenveld binnen, want Rijneveld kan dan wel niet dogmatisch zijn, heel veel anderen zijn dat wel en voordat je weet, kom je in dogmatische discussies terecht. Wat mij betreft mag iemand zelf beslissen hoe hij of zij of hen aangesproken wil worden. Als je genderfluïde bent of in transitie dan ben jij degene die bepaalt hoe je aangesproken wilt worden. Het Transgender Netwerk bepaalt dat niet voor anderen.

De komiek Eddie Izard is meer van de travestie (ja, ik weet het, dat is weer iets anders), maar gaat nogal losjes om de verwarring die hij sticht. ‘Ik draag geen vrouwenkleren, ik draag jurken; je zegt toch ook niet van vrouwen in jeans dat ze mannenkleren dragen?’ Meestal is hij vooral bezig om mensen eerst op hun gemak te stellen bij een eerste ontmoeting. Thomas van der Meer schrijft in Welkom bij de club met humor over de onzekerheid van anderen die opeens niet meer weten hoe je moet praten met iemand die een genderverandering heeft meegemaakt.

Ik werd zaterdag een beetje narrig van dat stuk van de ombudspersoon Sjoerd de Jong. Waarom The New York Times aanhalen, als je Marieke Lucas Rijneveld ook gewoon kunt mailen? Dan weet je het daarna en dan gebruik je gewoon die voornaamwoorden. Ik dacht: maar dat kan ik ook zelf doen en ik stuurde Rijneveld via Twitter een berichtje om voor eens en altijd van dat gezeur af te zijn.

Ik kreeg geen antwoord.

Nu, een paar dagen later, ben ik bevangen door een lichte schaamte, want ik zat Rijneveld door mijn vraag een keuze op te dringen. Vertel nou maar hoe je genoemd wil worden, dan zijn we daar ook weer vanaf, zonder erbij na te denken dat je daarmee iemand een hok in duwt. Waarom zou je een keuze moeten maken? Het probleem van de media is niet jouw probleem. Iedereen heeft het recht om de voornaamwoorden te kiezen die bij hem, haar, hun hoort/horen. Iedereen heeft ook het recht om die keuze niet te maken.

Coen Peppelenbos