Hunkeren naar goedkeuring

Walter van den Bergs oeuvre kent een intrigerend leidmotief: de levenslang spelende impact van het opgroeien in een onveilige situatie. In iedere roman onderzoekt hij de weerloze kwetsbaarheid van kinderen uit gebroken gezinnen, waar geweld op de loer ligt, waar loyaliteitsconflicten spelen, waar echte aandacht voor een opgroeiend kind een zeldzaamheid is. Ook de nieuwste roman Ruimte kent deze ingrediënten, maar nu slaagt Van den Berg er glansrijk in om zijn hoofdpersoon een ontwikkeling te laten doormaken. Waar we in eerder werk vooral toeschouwer waren, vanaf een veilige afstand, sleept Van den Berg ons nu mee in de donkere krochten van de menselijke psyche.

In zijn vorige roman Schuld bezagen we de status quo van het leven van verschillende leden uit een gezin. De fragmentarische opbouw gaf ons slechts glimpjes van de psyche van de hoofdpersonen, want de focus lag op het blootleggen van een bepaalde biotoop: die groep mensen die in schrijnende armoe aan de rand van de samenleving bungelt, die eigen mores kent en die vaak zo ver afstaat van het lezerspubliek.

De roman Ruimte kent echter niet voor niets een klassieke indeling in vijf delen. Wesley begaat als een archetypische tragische held de ene vergissing na de ander, waardoor hij zijn treurige teleurgang niet meer kan ontlopen. Hij kent als eind-dertiger enorm veel succes met een zelfhulpboek dat hij heeft geschreven. Dat boek heet (hoe kan het ook anders?) Ruimte en de belangrijkste boodschap is: Pak ruimte, begrijp dat je er mag zijn. Iedereen heeft waarde. Het is belangrijk dat je ruimte inneemt. Niet alleen voor jezelf, ook voor de mensen om je heen. Pak ruimte met humor. Help jezelf eerst, want je kunt pas anderen helpen als je jezelf hebt geholpen. Geloof dus in jezelf!

In het heden van het verhaal is dertiger Wesley een gevierd man. Na het schrijven van Ruimte trekt hij zalen vol mannen, gefrustreerde mannen vooral op het vlak van intieme relaties. Hij geeft wereldwijd lezingen over zijn zelfhulpboek, baadt in luxe en krijgt een grote schare volgelingen die klakkeloos doen wat hij zegt en die zichzelf astronauten noemen. Ze zien hem als de verlosser in eigenste persoon. Wesley predikt in zijn boek en in zijn sessies een geloof waar hij zich zelf het hardste aan vastklampt. Dat lukt hem tot het moment dat hij moet dealen met de gevolgen van zijn eigen acties. Na een bepaalde lezing heeft hij een opmerking tegen een jongen gemaakt die hij zelf bestempelt als grap (‘Pak ruimte met humor’) maar die catastrofale gevolgen heeft. Op bepaalde internetfora wordt daarna gesproken over Wes’ Epidemie en later zelfs Wesedemic, maar hij denkt dat de beschuldigingen uit die obscure hoeken nooit het daglicht zullen zien. Hij is ervan overtuigd dat hem geen blaam treft: hij heeft niets gedaan of gezegd.

In een tv-uitzending van Mr. Daily wordt Wesley met zijn neus op de gevolgen van zijn eigen uitspraken geduwd. Zijn succes heeft hem blind en overmoedig gemaakt. Onwetend zit hij aan tafel tot het gesprek een voor hem onvoorziene wending neemt. Uit barre wanhoop rent hij weg uit de uitzending: ‘De onzichtbare man wil geen ruimte. Hij wil verdwijnen, niet gezien worden, oplossen in de ruimte.’

Wat volgt is een queeste voor de lezer naar hoe het zover heeft kunnen komen met deze man. Hoe komt hij in deze crisis terecht? Wat is zijn verantwoordelijkheid? In deze psychologisch gelaagde roman weet Van den Berg een eigentijdse draai te geven aan elementen van de klassieke tragedie. Hoe kan een introverte jongen, van oorsprong developer van games, programmeur, uit een sociaal kansarm milieu zo succesvol worden en daarna zo ten val komen? Waar komen zijn paniekaanvallen vandaan? Waarom heeft hij bepaalde overlevingstactieken nodig (zoals het zingen van enkele regels uit ‘These are a few of my favorite things’ uit The Sound of Music)? Waarover voelt hij zich toch zo schuldig tegenover zijn moeder?

Van den Berg springt in de hoofdstukken behendig heen en weer tussen de jeugdjaren van Wesley en het heden. Het innerlijke conflict van Wesley krijgt gestalte door het doorknede beeld dat Van den Berg vervaardigt. Van meet af aan is er compassie met de twaalfjarige Wesley die de onvoorwaardelijke steun en toeverlaat is van zijn labiele moeder. Er valt veel zelf in te vullen qua waardeoordelen over deze getormenteerde, meelijwekkende man die ook in zijn volwassen jaren als klein jongetje blijft hunkeren naar goedkeuring.

Iedere schrijver onderzoekt via zijn werk de wereld, de ander en vaak ook zichzelf. Nu zijn er veel raakvlakken aan te wijzen tussen de gepijnigde adolescenten in Van den Bergs romans en zijn eigen jeugd. Maar kennis van het verleden van een schrijver moet nooit noodzakelijk zijn om een literair werk te kunnen waarderen. Een roman moet op eigen benen kunnen staan en niet leunen op de sensatie van autobiografische elementen uit het leven van de schrijver of op privépijn. Walter van den Berg slaagt daar in Ruimte met verve in. Het is te hopen dat deze roman niet alleen op zijn lezers een louterende ervaring heeft, maar ook op hemzelf. Ruimte laat zien dat het de literatuur is die ons onszelf doet kennen. Daar kan geen zelfhulpboek tegenop.

Miriam Piters

Walter van den Berg – Ruimte. Hollands diep, Amsterdam. 268 blz. € 22.99.

P.S. Luister tijdens het lezen vanaf pagina 65 naar het nummer ‘Stan‘ van Eminem en zie de intrigerende gelijkenis tussen Eminem-Wesley en Stan-de jongen met de gekte in zijn ogen