In een uitvoerig essay in Trouw gaat Maaike Meijer in op de vraag: schrijven vrouwen nu echt slechter dan mannen? Dit doet ze naar aanleiding van het onlangs uitgekomen boek van Corina Koolen, Dit is geen vrouwenboek. Daarbij haalt Meijer ook eerder onderzoek aan:

Lezers (m/v) verwachten al dat mannelijke auteurs beter zijn, dat mannelijke hoofdpersonen eerder garant staan voor literatuur. Het onloochenbare feit dat er in alle tijden een contingent bestaat van door vrouwen geschreven bestsellers leidt tot ‘besmetting’ van de waarneming van álle door vrouwen geschreven literatuur. De diskwalificatie ligt klaar. Maar niet voor schrijvende mannen.

Natuurlijk komt ook de ondervertegenwoordiging van vrouwen bij literaire prijzen aan de orde. Dat Sander Kollaard een paar maanden geleden de Libris-literatuurprijs voor zijn roman Uit het leven van een hond won in plaats van ‘het door velen literair hoger aangeslagen Vallen is als vliegen van Manon Uphoff’ is dan ook opmerkelijk.

Het juryrapport van de Libris besteedt wel enige aandacht aan literaire kwaliteiten, met name aan de intertekstuele verwijzingen in Kollaards boek, maar mist de in het oog springende overeenkomsten met het genre van de ‘chicklit’, het dagelijkse gerommel van Bridget Jones en de haren. Deze voor de hand liggende vergelijking komt niet op: mannenwerk wordt niet geassocieerd met vrouwenwerk.

Lees het hele stuk hier.