De triestheid van gedwongen gezelligheid

Zeven jaar geleden verscheen in november de eerste druk. Nu is er een tweede, herziene druk van Het groot kerstverhalenboek. Een sympathieke bundeling korte verhalen, columns en poëzie. Meer dan dertig Nederlandse schrijvers, dichters en cabaretiers cirkelen rond het thema kerst, rond de twee dagen waarin de wereld normaliter even stilstaat. Dat maakt deze bundel uitermate geschikt om ook in een ander jaargetijde te lezen. Er is immers geen enkel feest dat zo onlosmakelijk verbonden is met herkenbare clichés. De kerststress is zo op te roepen, net zoals de triestheid van gedwongen gezelligheid. Yoko Heiligers en Floor Rieder luisteren het boek op met snedige illustraties die niet zouden misstaan op traditionele kerstkaarten (ook uitermate geschikt om je zelfvervaardigde menukaartjes thuis op te leuken).

De meeste schrijvers in deze bundel maken lustig gehakt van de kitscherige gevoelens en de verplichtingen die we onszelf jaar na jaar opleggen. ‘Aftellen’ van Maartje Wortel bezorgt je een beklemmend gevoel van verlatenheid en veinzerij. Elke Geurts’ ‘Eerste kerstdag’ is schrijnend komisch, met een oma die wil dat het kleinkind zegt dat ze dood is, omdat ze niet met kerst wil komen. Het verloop is nog veel tragischer dan het begin doet vermoeden. Sylvia Witteman is vanouds hilarisch en Hanneke Hendrix laat zien op de korte baan te kunnen excelleren.

Anton Dautzenberg zou Anton Dautzenberg niet zijn als zijn verhaal niet de grenzen van het betamelijke op zou zoeken. Maar eigenlijk is zijn verhaal juist daardoor wel het verhaal dat het meest bekoort: waar hele volksstammen geloven in de geboorte van een kind in een kribbe in een stal, verwonder je je bij hem geen seconden over de mogelijkheid van een cadeau dat bestaat uit een plots voor de deur verschenen kartonnen doos:

Vader zet het cadeau op tafel. ‘Van wie zou dat zijn?’
Moeder weet het ook niet. Ramon tilt de deksel op. Alle drie kijken ze in de doos….
Twee vechtende negers? Ja, twee vechtende negers! Ze dragen alleen een zwembroek. Hun lijven zijn ingesmeerd met olie of iets dergelijks. Ze glimmen als kerstballen.

Ramon raakt in de ban van de twee vechtende mannen en zijn magische, bezwerende denken doet hem geloven dat hij een kerstoffer moet brengen, dat hij de Grote Redder moet zijn: ‘Hij komt vast en zeker in de krant. Niemand op school zal hem nog durven uitdagen.’

Er is eigenlijk geen beter jaar om deze bundel aan te schaffen dan nu, nu we door corona maar een beperkt aantal mensen mogen uitnodigen. Weg zijn de ellenlange ritten op eerste en tweede kerstdag naar ouders en schoonouders. Wel aanwezig is de verstilling, het perfecte uitgangspunt voor een paar uren met een boekie in een hoekie. En die verstilling duurt nog tot minstens half januari. Paradoxaal sympathiek aan de uitgave is dat van elk verkocht exemplaar twee euro bestemd is voor de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Terwijl jij de luxe hebt om je tegoed te doen aan geestelijk voer, help je die mensen die in Nederland onder de armoedegrens leven. Dat zijn er anno 2020 bijna 1 miljoen.

Miriam Piters

Jasper Henderson en Mijke Pol (samenstelling) – Het groot kerstverhalenboek. Marmer, Baarn. 238 blz. € 15.