Simon Vestdijk vertaalt Emily Dickinson

Op een meesterlijke manier ontleedt Vestdijk de klankwerking van een gedicht van Emily Dickinson.

If I shouldn’t be alive
When the robins come,
Give the one in red cravat
A memorial crumb.

If I shouldn’t thank you,
Being just asleep,
You will know I’m trying
With my granite lip.

Het slot is beroemd geworden. Vestdijk wijst op het ‘kortglippende’ ‘lip’, rijmende op het langere en heldere ‘sleep’, ‘dit tegelijk recapitulerend en afkappend. Let op ‘de grauwe assonanties ‘come-one-crump’’, ‘de even oplevende toets van het ‘red’, het ‘half-allitererende ‘trying’ en ‘granite’. Het woord ‘trying’ verlangzaamt. De eerste regels hebben stijve trocheeën. Lees hardop en hoor de granieten lip als een baksteen vallen.

Hij vindt de beelden trefzeker vanwege hun ‘onverwachtheid (contrastassociatie). Tegenstelling ‘granit lip’ en ‘the robins’. De elegie verschuift naar de idylle; ‘de hopeloos-bittere onvoorziene bevestiging van de dood. De eerste regel wijst op de dood, maar men vergeet het haast door de idylle. Let op het harde graniet tegenover het zachte van een lip. Lippen trillen en spreken.
Vestdijk zegt nog meer; zie Lier en lancet, deel 1.

Hij vertaalt het zo:

Als ik niet meer in leven zal zijn
En de roodbostjes komen, zul je dan schenken
Dat eene met ’t dasje van karmozijn
Een kruimel brood als aandenken?

En hoor je dan mijn dankwoord niet,
Diep uit de donk’re groeve,
Weet, dat ik ’t toch zal beproeven
Met mijn lippen van graniet.

Als eerste valt op hoe veel korter het Engels is. Vertalen is onmogelijk. Zijn eerste strofe klinkt nogal houterig en sentimenteel.
Let op de tweede regel van de tweede strofe. Vond Vestdijk een vertaling als ‘Juist in slaap’ te eufemistisch?

Ans Bouter vertaalt zo:

Mocht ik als de roodborst komt
Niet in leven zijn
Geef die met de rode das
Kruimels namens mij

Als mijn ‘dank je wel’ dan
Telkens weer verstomt
Komt dat door mijn slapen
En granieten mond

Zij gaat wel erg vrij om met de tweede strofe. De eerste strofe is aangenaam nuchter en lapidair. ‘Telkens weer’ wordt gerechtvaardigd door ‘trying’.
Andere vertalers:

Als ik niet meer leven mocht
En de Roodborst kwam,
Geef die met de Rode Strik
Een Gedachteniskruim.

Kan ‘k u niet bedanken,
Is mijn slaap te diep,
Weet dat ik mijn best doe
Met Granieten lip!

(vertaling Peter Verstegen en Marko Fondse)

Als de roodborstjes komen
en ik leef niet meer,
geef die met de rooie das
een kruim te mijner eer.

Als ik je niet kan danken
daar ik het leven liet,
weet dan dat ik mijn best doe
met een granieten lip.

(vertaling Jan Eijkelboom)

Terug naar Vestdijk. De trochee heeft hij moeten loslaten. Hij vindt een eindrijm in regel twee en vier en zelfs omarmend rijm in de tweede strofe.
Waarom kiest hij voor ‘zal’ in plaats van ‘zou’? Ook bij een andere vertaling van een geheimzinnig gedicht kan men vragen stellen.
Het gaat om het volgende:

Elysium is as far as to
The very nearest room,
If in that room a friend await
Felicity or doom.

What fortitude the soul contains,
That it can so endure
The accent of a coming foot,
The opening of a door.

Wat betekent dit? Iemand wacht buiten een kamer op de uitslag van een ziekte? De dokter onderzocht de zieke vriend of vader (?). De wachtende heeft veel kracht nodig, maar zij (?) kan het ‘verduren’. Dan komen de zware (?) voetstappen, in elk geval duidelijk gemarkeerd, en de deur gaat open.

Er is een martelende onzekerheid in dit gedicht. Zowel de geïmpliceerde ik als de lezer is vol spanning: wat als? Het onbekende benadrukt de verwachting. Dickinson rekt zoals gewoonlijk de spanning tussen twee polen: geluk of doem? Het wordt niet beslist in het gedicht. De lezer blijft achter met de vraag.

Vestdijk vertaalt zo:

Verder weg is Elysium niet
Dan een kamer, dichtbij en bekend,
Wanneer in die kamer voor ons bestemd
Gelukzaligheid wacht of verdriet.

De ziel moet wel krachten bevatten
Onmeet’lijk, om niet te vergaan
Onder de naderende voetstappen
En het deurenslaan.

Waarom staat er ‘voor ons bestemd’? Wil Vestdijk de lezers er in betrekken of gebruikt hij een pluralis majestatis, als verdoezeling van een ‘ik’ of gaat het om een ‘ik’ en een vriend? De vertaling is opvallend vrij, maar het eigenzinnigst is Vestdijk in de laatste regel: ‘En het deurenslaan.’ Het heeft een agressieve toon, die misschien bedoeld is om het doodselement te benadrukken.

Remco Ekkers