Een en al zonnestraal en familiegeluk

Mooie zomers, de stripreeks van Jordi Lafebre op scenario van Zidrou, is intussen een instituut geworden. Zo tegen de zomer verschijnt er een nieuw deel, dat altijd met exact dezelfde ingrediënten een leuk verhaal oplevert. In Mooie zomers staat de familie Faldérault centraal. Papa Pierre is striptekenaar, eentje van de klassieke school met alle striptekenaarsclichés die daarbij horen: altijd druk, beetje wereldvreemd, met een omgeving die achter zijn rug wat meewarig reageert op zijn werk. Mama Madeleine is vooral de liefhebbende echtgenote en in dit deel (weer) zwanger. En er zijn drie kinderen. Het klinkt als de Griswalds, uit de geestige Lampoons-films van vroeger, maar die vergelijking gaat behalve de reisperikelen mank. De Faldérault zijn schattiger, zonder enige weerklank.

Dat ‘weer’ hierboven tussen haakjes staat is vanwege de opzet van de reeks: ieder verhaal mag je kriskras door elkaar lezen, zoals het achterplat stelt. Beter gezegd: ieder deel speelt in een ander jaar, de reeks is niet chronologisch. In dit geval 1970, het vorige album in 1979. Dat er dus een vierde kind op komst is, kunnen we weten uit eerdere albums die later spelen.

Deel 3 was gesitueerd in 1962, met alleen de oudste twee, waarin we het verhaal van de Renault 4 van de familie leren kennen. Deze curieus genoemde Mam’zelle Esterel (Franse zullen nu met weemoed zuchten en terugdenken aan het prille type van de Renault 4 die Estérel heette, Nederlanders snappen de naam vast niet) speelt ongewild ook weer een belangrijke rol in Les Genêts, het zesde deel van de reeks.

De voorruit is stuk en daarom kan het gezin niet verder afzakken naar het zuiden. Eerst moet de boel gerepareerd worden, maar dat duurt even. Paar dagen, weekje, nog wat langer. Dit gaat zoals het vaker gaat in Mooie zomers: het toeval brengt de familie ergens, er is een speels verhaaltje en uiteindelijk is de vakantie voorbij.

Dat speelse verhaaltje is deze keer een mevrouw, of beter gezegd twee mevrouwen, die samen in een boerderij wonen en de lokale gemeenschap voorzien van zelfgemaakte jammen, compotes en groente. Zij zijn van de damesliefde en houden dat geheim voor hun wat conservatieve dorpsgenoten. Voor hen zijn ze zussen.

De kinders, van vier tot tien, vinden het allemaal reuze spannend als ze ontdekken dat er gezoend wordt door de gastvrouwen. De jongste noemt het omoseksuweel (ow, wat een schattige verspreking!), de andere twee doen alsof ze het normaal vinden, maar vinden het stiekem toch wel bijzonder. Typisch voor de reeks: het is allemaal lievig en ongecompliceerd. Lafebre tekent zo zoet, zo schattig en met zoveel schwung. Het is de kurk waarop de hele reeks drijft. Het heeft een hoge aaibaarheidsfactor.

Voor de scenarist van dienst, Zidrou, is Mooie zomers een heerlijk vehikel: altijd het vakantietripje met dezelfde toestandjes (vader die altijd nog een strip moet afmaken voor het gezin weg kan, regen, omgekeerde voorpret) en de toevalligheid onderweg die een verhaalgegeven oplevert. En dan gewoon weer weg aan het einde, omdat de vakantie erop zit. Je zou het zelf willen bedenken.

De dialogen, de complete gezinsmimiek, de entourage, alles is op vriendelijkheid gericht. De kinderen zijn lief, de ouders zijn lief, alle mensen onderweg zijn altijd lief. Je zou zeggen dat het bijna prettig is dat de dorpelingen in het verhaal niet zo heel aardig zijn. Maar tegelijk maakt dat alle anderen weer compleet aardig, en welja, lief. Mooie zomers wordt zo een serie die net zo bij de zomer hoort als de Tour de France, de bouwvak en badslippers. Les Genêts is ook nog eens veel beter dan het vorige deel, dus deze zomer kan niet meer stuk. Al moet de stripkoper vanaf nu wel gaan wennen aan de prijs van € 10,50 voor een reguliere softcover. Dat is flink, eigenlijk onbehoorlijk.

Stefan Nieuwenhuis

Zidrou & Jordi Lafebre – Mooie zomers 6: Les Genêts. Dargaud. 56 blz. € 10,50.