Herman Brusselmans heeft op enkele die hard-fans na die zijn werk kritiekloos bewonderen vooral te maken met gebrek aan aandacht van de serieuze literaire kritiek. Met een interview in Trouw over zijn nieuwste boek Geschiedenis van de moderne literatuur hengelde Herman Brusselmans naar een scherpe polemiek, maar enige meewarigheid was vooral zijn deel. Rob van Essen zag ook geen enkele inhoudelijke reden om het boek van de ‘typende aap‘ te bekritiseren. Ook Stella Bergsma kwam in De Morgen tot die conclusie in een column:

Polemiek wil hij. Maar volgens mij moet je daarvoor vooral schrijven in plaats van alleen schelden. Het boek bewijst wel één ding: de literatuur is inderdaad mors- en morsdood. Net als Herman Brusselmans.

Literair criticus Dirk Leyman van De Morgen sprokkelt nog twee sterren bij elkaar voor het proza:

Ongeveer elke opgevoerde schrijfster wordt op haar cupmaat getaxeerd. Boeken­bijlage­cheffinnen die niet meteen antwoorden worden uitgemaakt voor ‘hoer’. En uw dienaar? Die kan maar beter ‘een poetsvod inslikken’.

Wadend door de rijstebrij van de Nederlandse letteren zit Brusselmans vanop zijn nachtelijke schrijfhonk te jennen, te porren en te poken. Tast Brusselmans de grenszones van misogynie én politiek incorrect scheldproza af in de ampele hoop op een relletje?