Met de geschiedenis van ’t Hooge Nest bereikte Roxane van Iperen een enorm publiek. Het verhaal leunt echter sterk op Sag nie, du gehst den letzten Weg van Eberhard Rebling en Lin Jaldati (artiestennaam van Lien Brilleslijper) volgens journaliste Annemieke Hendriks in het weekblad Argus. De rol van Eberhard Rebling is in het boek weggewist volgens Hendriks. ‘Twee joodse verzetszussen doen het beter dan een goede Duitser.’

Hendriks laat in haar artikel aan de hand van enkele passages zien dat Van Iperen wel heel erg dicht aanschuurt tegen het Duitse boek dat in 1986 in de DDR verscheen. Soms verschilt er een detail: een schot in de lucht, terwijl er in de werkelijkheid niet werd gevuurd. Soms heeft Van Iperen het Duitse boek fout gelezen, zodat bij haar Rebling als pianist onder de hoede wordt genomen door de beroemde dirigent Otto Klemperer, terwijl volgens Hendriks Rebling slechts als toeschouwer bij concerten van Klemperer aanwezig was. Een ‘kleine misser’ noemt Hendriks het.

Het boek van Sag nie, du gehst den letzten Weg wordt slechts één keer genoemd, ‘weggemoffeld’ achterin het boek onder het kopje ‘Persoonlijke documenten en interviews’ terwijl het boek regelmatig als bron is gebruikt voor scènes bij Van Iperen.

Interessant is ook de constructie van Hendriks van de wijze waarop uitgeverij Lebowski het boek in de markt zette en als het vergeten verhaal van twee zussen positioneerde bij De Wereld Draait Door.

Roxane van Iperen krijgt een weerwoord in Argus. Ze stelt, zonder op de concrete voorbeelden van Hendriks in te gaan, onder meer dat er wel vaker lezers zijn die meer aandacht voor personen of onderwerpen hadden gewild in ’t Hooge Nest:

De kritiek van Annemieke Hendriks is daarin niet nieuw. De aannames en interpretaties die zij loslaat op mijn gekozen narratief of onderzoekswijzen staan haar volkomen vrij, maar leg ik naast me neer.