Tijdloze schoonheid

Het is tweehonderd jaar geleden dat Gustave Flaubert werd geboren. Tijd om de grote stilist nog eens onder de aandacht te brengen. Drie vertellingen (1877) is het laatste boek dat Gustave Flaubert tijdens zijn leven publiceerde. Vertaler Hans van Pinxteren wijst er in zijn nawoord op dat het schrijven van de drie vertellingen gebeurde in een turbulente periode. Het kapitaal waarvan Flaubert leefde, heeft hij gebruikt om een nicht en haar man te helpen. Flaubert is geruïneerd en vreest zelfs zijn huis in Croisset te zullen moeten verkopen. Ook overlijden zijn moeder en veel van zijn beste vrienden: Sainte-Beuve, Jules de Goncourt en Théophile Gaultier. De romans Salammbô en La Tentation de Saint-Antoine worden door de literaire kritiek niet ernstig genomen. Ter afleiding en om te bewijzen dat hij nog wel degelijk kan schrijven, begint Flaubert zijn Drie vertellingen te schrijven. Meteen na publicatie ervan was de ontvangst ervan unaniem lovend: Drie vertellingen is een meesterwerk. Sinds wordt het gezien als een hoogtepunt in Flauberts oeuvre.

Het boek bevat de verhalen ‘Een eenvoudig hart’, ‘De legende van de heilige Julianus de gastvrije’ en ‘Herodias’. George Sand had Flaubert in een brief verweten dat hij te weinig mededogen had voor zijn romanfiguren en dat hij teveel schreef vanuit een onmenselijke objectiviteit. ‘Een eenvoudig hart’ is Flauberts antwoord. Hij beschrijft het leven van een simpel dienstmeisje. Ze heeft geen opleiding genoten, is naïef, vroom en werkt van ’s morgens tot ’s avonds. De kinderen van haar werkgeefster ziet ze dolgraag. Ze heeft ellende gekend: een liefdesgeschiedenis eindigt in bedrog en een geliefde neef sterft. Op een dag krijgt ze een papegaai cadeau en verzorgt het dier alsof het haar kind was. Ze leert hem spreken, laat hem vrij rondvliegen en voert hele gesprekken met hem. Als het dier sterft, laat ze het opzetten. Bizar, maar ook ontroerend, is dat ze de Heilige Geest zal vereenzelvigen met een papegaai en niet met een duif. Bij het bidden neemt ze de gewoonte aan om te knielen voor de opgezette papegaai.

De twee andere verhalen zijn verschillend van onderwerp en stijl. ‘De legende van de heilige Julianus de gastvrije’ is een sprookje dat zich afspeelt tijdens de Middeleeuwen. De ouders van Julianus krijgen aan het begin van het verhaal te horen dat hun zoon een heilige zal worden. Maar ook dat hij zijn vader en zijn moeder zal vermoorden. Flaubert doet voor dit verhaal enorm veel onderzoek en Hans van Pinxteren specifieert in het nawoord: de bouwkunst, de tuinbouw, het jagen, de valkerij, de wapens die men hanteerde en de kledij die men droeg. Dezelfde meticuleuze voorbereidingen treft de auteur voor ‘Herodias’. Het verhaal speelt zich, net zoals de roman Salammbô, af tijdens de klassieke Oudheid en is geïnspireerd op de onthoofding van Johannes de Doper. Dit verhaal vergt concentratie van de lezer omdat er erg veel historische informatie is vervat in een kort verhaal. Maar dit doet uiteraard niks af van de kwaliteit die ook dit verhaal bezit.

Kris Velter

Gustave Flaubert – Drie vertellingen. Vertaald uit het Frans door Hans van Pinxteren. L.J. Veen Klassiek, Amsterdam. 154 blz. € 15.