Fijn interview vandaag in NRC Handelsblad met Marita Mathijsen (die emo-biografie gaat schrijven over Betje Wolff) en Piet Buijnsters (die al een biografie over Wolff en Deken schreef in 1984).

Natuurlijk komt ook het liefdesleven van de twee aan de orde. Buijnsters vroeg zich pas laat af of de verwantschap ook seksueel was.

„In de tijd dat ik de biografie schreef werd bij dat soort dingen nog niet zo stilgestaan.”
Wat denkt hij nu?
„Ik weet het niet. Ze sliepen samen in één bed, maar dat was in die tijd normaal, ook voor mannen.”

Mathijsen zit ook niet direct aan een seksuele relatie te denken:

Marita: „Ik denk dat Betje puur een Wahlverwandtschaft had met Aagje. Ze zullen genoten hebben van elkaars lichamelijke aanwezigheid, lekker warm, gezellig. Hartsvriendinnen. Maar verder? Ze vond Aagje niet aantrekkelijk.”
Piet: „In een brief noemt ze haar een ‘welgemeste trapgans’. Een trapgans!”

Even later komt aan de orde dat Betje Wolff vaak verliefd werd op jongere vrouwen.

Meisjes met literaire belangstelling, soms wilden ze dichteres worden. Soms kwamen ze een poosje bij Betje en Aagje logeren. Vooral op Coosje Busken was Betje volgens Piet Buijnsters zo verliefd dat de verstandhouding met Aagje eronder leed. Betje droomde hardop van een mariage à trois.

Dat en veel meer kun je hier lezen.

(portretten op glas van Wolff en Deken, via Rijksmuseum)