Terugzwaaien naar een bivakmuts

Co Woudsma heeft een nieuwe bundel geschreven: Zolang de stad maar vrolijk is. Hij heeft het gedicht ‘F.’, dat begin 2020 aanleiding was voor een relletje met voormalig Volkskrant-recensent Arjan Peters in de hoofdrol, erin opgenomen.

Daarmee is eigenlijk alles wel over deze bundel gezegd. Want ‘F.’ is een van de betere gedichten. Het staat in een afdeling ‘De doden’: ze bestaan vol herdenken en sterven, met aan het einde een troostend gedicht. Daarin beseft Woudsma dat de boom die hij ooit in zijn tuin plantte zelfstandiger en veelvormiger is dan hij. En waarschijnlijk lang bij het huis zal blijven waar Woudsma al zijn leven lang woont.

De F. in de titel is Frank Starik. Woudsma herdenkt Starik, die er jarenlang voor zorgde dat er een gedicht werd voorgedragen bij de uitvaart van mensen die in eenzaam stierven, en zonder de aanwezigheid van nabestaanden werden begraven. Vaak schreef Starik zelf, maar hij vroeg ook ander dichters, onder wie Woudsma. Het gedicht ‘Nadirstraat’ in Zolang de stad maar vrolijk is past in de reeks Eenzame Uitvaart die Starik in 2002 begon.

Deze gedichten zorgen voor het soortelijk gewicht van deze bundel, waarin helaas ook nogal wat vlakke en obligate regels staan. Zoals

Open de kast, dan zie je heel mijn leven,
verborgen is mijn traag bestaan gebleven.

Je kunt in stapels witte onderbroeken
naar onvergankelijke vlekken zoeken.

[…]
Het vrolijk spel uit verre jongensjaren
kwam in bestofte dozen tot bedaren.

Het geeft de lezer een ongemakkelijk gevoel, dat nog eens wordt verstrekt door het belletje aan het eind van elke regel waarmee feesten op knuffelbeesten rijmt, en normaal op egaal. Het zal allemaal wel.

Het is eenzelfde soort ongemak waarschijnlijk, dat Woudsma zelf overviel toen hij een groep mannen met bivakmutsen op iemand uit een woning zien sjouwen. Want wat deed Woudsma? Hij zwaaide terug.

Matthé ten Wolde

Co Woudsma – Zolang de stad maar vrolijk is. Magonia, Utrecht. 64 blz. € 18,95.