Amerikaans complot in dialogen

Homes slingert je gelijk het verhaal in: woensdag 5 november 2008, de dag dat Barack Obama de Amerikaanse verkiezingen won. En dus de dag dat de Republikeinen verloren. Big Guy, een grote financier van de campagne van John McCain, zit er ’s nachts in de bar van het Biltmore Hotel in Phoenix, Arizona – het Republikeinse hoofdkwartier – achter vier glazen whisky verslagen bij. Die ochtend is hij met zijn alcoholische en angstige vrouw Charlotte en hun achttienjarige dochter – die voor het eerst mag stemmen – van hun ranch in Wyoming naar Arizona gevlogen om daar met McCain de uitslag af te wachten. Meghan verveelt zich daar dood en Charlotte ligt al dronken op bed in de hotelkamer. Big Guy besluit dat het roer om moet en dat hij bereid is zijn rijkdom daarvoor in te zetten.

Enerzijds ontspint zich in De openbaring, de zevende roman van Amy Homes en de volgende in een lijn van succesromans als Dit boek redt je leven (2006) en Vergeef ons (2012), een tot op het absurde doorgevoerd complot van Big Guy en een aantal van zijn stinkend rijke vriendjes, anderzijds legt de schrijfster in razendsnelle, maar bewust nietszeggende dialogen de open zenuw bloot van een disfunctioneel gezin.

De volgende dag zit Meghan alweer in het vliegtuig naar Washington DC, waar ze op een kostschool zit, omdat in Wyoming volgens haar ouders de scholen niet ambitieus genoeg zijn om een ‘wereldburger’ van haar te maken. Verweesd is Meghan. Big Guy en Charlotte reizen af naar hun vierde huis of zo, in Palm Springs, Californië, alwaar Charlotte rap in een ontgiftings- en vervolgens in een ontwenningskliniek verdwijnt en Big Guy zijn complot gaat smeden op de aanpalende golfbaan. Big Guys vrienden vliegen af en aan, komen drinken en zuipen, een balletje slaan en reizen ook af naar de ranch in Wyoming om daar op wilde dieren te schieten. Wilde plannen hebben de mannen, acht in getal, ook, maar die verzanden steevast in gezwatel – door Homes opgetekend in tamelijk surrealistische dialogen:

‘Ik vraag me af wie jij eigenlijk bent,’ zegt Kissick.
‘Ik ben wie ik ben,’ zegt Bo.
‘Dat past maar op twee plaatsen,’ zegt Kissick. ‘In het Oude Testament en in Popeye.’

De contacten tussen Meghan en haar ouders – of eigenlijk alleen met Big Guy, Charlotte zit in het Betty Ford Center en mag geen contact hebben met de buitenwereld – zijn meest telefonisch:

‘Ik zou iets bemoedigends tegen haar kunnen zeggen, net als bij Bambi.’
‘Wie is Bambi?’
‘Bambi, het hertje uit de film. Laten weten dat ik achter haar sta.’

Als er dan ook nog een grande finale is in Washington op de dag van de inauguratie van Obama op 20 januari 2009, waar door nogal onwaarschijnlijke omstandigheden – De openbaring is immers toch een soort van komedie – Meghan tot de genodigden behoort en Big Guy en zijn complotbroeders op een afstandje zitten te wachten op wat er gaat gebeuren, is de conclusie definitief gerechtvaardigd dat De openbaring een zwarte komedie is. Een geslaagde zwarte komedie bovendien – met schitterende dialogen, iets waar A.M. Homes altijd in uitblinkt.

Wiebren Rijkeboer

A.M. Homes – De openbaring. Vertaald door Gerda Baardman en Monique ter Berg. De Bezige Bij, Amsterdam. 462 blz. € 24,99.