Een afscheid van sociaal isolement

‘De hel, dat zijn de anderen,’ schreef Jean-Paul Sartre. Maar je kunt niet zonder ze, dat is de ellende. En al kun je wel zonder de anderen, soms worden ze een onontkoombaar deel van je bestaan. Het leven van Harold Silver, de ik-verteller van A.M. Homes’ nieuwe roman May We Be Forgiven, neemt door twee verbijsterende ongelukken een verschrikkelijke wending. Plotseling is Harold niet meer alleen verantwoordelijk voor zichzelf en zijn gezapige leven, maar ook voor anderen.

De ongelukken zijn eigenlijk misdaden die worden gepleegd door George Silver, de jongere broer van Harold. George is getrouwd met Jane en met haar heeft hij twee kinderen: Nate en Ashley. Hij is niet onder invloed als hij expres door een rood licht rijdt en de ouders van de jonge Ricardo doodrijdt. Na de aanrijding wordt George, een invloedrijke tv-producent, overgebracht naar een kliniek, waar de behandelaars onderzoeken of hij krankzinnig is. Harold, een Nixon-wetenschapper, heeft al een tijdje een oogje op Jane en terwijl George opgesloten is, belandt hij met haar in bed. George ontsnapt uit de kliniek en treft zijn broer en zijn overspelige echtgenote aan tussen zijn eigen lakens. Hij slaat Jane dood met een lamp.

Deze gebeurtenissen – die de inleiding vormen van het verhaal – worden met humor en ironie verteld: iets wat Homes de gehele roman volhoudt. Het is kenmerkend voor het vakmanschap van de schrijfster: telkens wanneer de roman te surreële wendingen lijkt te nemen of te sentimenteel dreigt te worden is er Homes’ humor en ironie. Zo mijdt ze de kitsch en blijft May We Be Forgiven bewonderenswaardige literatuur. Een mooi voorbeeld is de scène waarin de jonge Ricardo Harold omhelst nadat hij hem heeft bedankt voor de bescherming. De omhelzing van Ricardo is vast een imitatie denkt Harold, ‘like how maybe he once saw a kid on a TV show hug a grown-up.’

De sullige Harold is getrouwd met Claire, maar zij komt achter zijn overspel met Jane en vraagt een scheiding aan. Harold is nu alleen. ‘The cure for loneliness is solitude,’ schreef de Amerikaanse dichteres Marianne Moore in 1958. Harold lijkt gedoemd tot een geïsoleerd leven: hij spreekt wel met mensen, maar hij is niet bij machte echt contact te maken. Hij hield van zijn conventionele leven: ‘I find myself craving the normal, the repetitious, the everyday, the banal. I crave the comfort of what might seem to others to be exceedingly boring.’ Aan zijn comfortabele en overzichtelijke leven komt abrupt een einde door de misdaden van zijn broer. Harold wordt de voogd van zijn neefje Nate en nichtje Ashley. Het zijn de anderen die Harold dwingen tot een leven vol verantwoordelijkheden.

De onvrijwillig vergaarde verantwoordelijkheden stellen hem paradoxaal genoeg wel in staat tot communicatie met anderen. Dit gaat niet vanzelf: Harold leeft in een postindustriële wereld die niet gericht is op werkelijk contact. Het is een samenleving waarin men heeft vergeten waar het in dit aardse leven eigenlijk om gaat. In een minimalistische stijl schetst Homes een geestig en accuraat beeld van de moderne wereld waarin waarden zijn omgezet in verlangen, in het najagen van de Amerikaanse droom, die niets meer is dan een equivalent van het aanhoudende onvervulde verlangen.

Bijna een jaar na de misdaden van George woont Harold in het huis van zijn broer met drie kinderen en twee volwassenen. Hij neemt Ricardo in huis, omdat zijn broer hem wees maakte. Harold zorgt voor Nate en Ashley als een vader en neemt en passant ook het oude echtpaar Madeline en Cy op in zijn nieuwe huishouding. De anderen bleken toch niet zo hels te zijn als Sartre dacht.

Koen Schouwenburg

A.M. Homes – May We Be Forgiven. Viking, Londen. 480 blz. € 24,95.