Een echokamer

Miriam Van hee is een zeer gewaardeerd dichter: bijna ieder werk is bekroond met een prijs, gezaghebbende poëziecritici loven haar en ze is een van de meest vertaalde Vlaamse dichters. Haar valt nu als eerste vrouw de eer te beurt om centraal te staan in een deel in de reeks handboeken van Het Poëziecentrum. Ter ere van haar zeventigste verjaardag belichten 20 schrijvers haar compacte en consistente oeuvre.

Carl De Strycker en Yves T’Sjoen openen de bundel Handboek Miriam Van hee met een plaatsbepaling van haar poëzie. Daarna volgen afzonderlijke bijdragen voor ieder van haar elf dichtbundels. Matthieu Sergier analyseert de poëtica van Van hee. Ad Zuiderent meandert door de gedichten met het oog op het thema reizen. Van hees poëzievertaalwerk zetten Pieter Boulogne en Elke Brems in de schijnwerpers. Vrienden Hester Knibbe en Luuk Gruwez sluiten het handboek af. Knibbe beschrijft hoe hun manier van bevriend zijn resoneert in hun beider poëzie. Het was de poëzie die hen samenbracht en die leidde tot een dialoog in dichtvorm. Gruwez laat ons nog dieper doordringen in de essentie van Miriam Van hees gedichten. Hij toont hoe Van hee het buitengewone dat schuilt in het gewone voor ons ontsluit. De bundel wordt besloten met een hommagegdicht van Wim van Til.

Het handboek is duidelijk bedoeld voor een belangstellend publiek dat het werk van Miriam Van hee kent en liefst zelf in de boekenkast heeft staan. Er staan slechts weinig gedichten in en de schrijvers zijn vrij zuinig met het citeren van dichtregels bij het ondersteunen van hun analyses. Voor kenners van het werk van Van hee biedt dit handboek een kritische analyse van de poëzie met oog voor minder bestudeerde aspecten, zoals Van hees werk als vertaler.

De afzonderlijke bijdragen vormen een rijk overzicht: de intertekstualiteit, haar inspiratiebronnen, de samenhang én evolutie in haar werk krijgen stevig vorm. Van hees poëzie wordt zowel qua vorm als inhoud diepgravend uitgeplozen. De stukken blinken uit in consciëntieus, bedeesd taalgebruik. Het is een ingetogen bundel die naadloos aansluit bij het werk van Miriam van hee. De portee van deze bundel laat zich het best samenvatten met een zinsnede van Herman Leenders uit zijn analyse over de bundel Reisgeld: ‘Hoe meer je je erin verdiept, hoe meer je lijkt terechtgekomen te zijn in een echokamer.’

Miriam Piters

Redactie Carl De Strycker en Yves T’Sjoen – Handboek Miriam Van hee. Poëziecentrum, Gent. 148 blz. € 25.