Het gras staat er verweesd bij

Het is gelukkig weer goed gekomen tussen Gerbrand Bakker en Leeuwarden. De stad waar hij studeerde associeerde hij vooral met een diep ongelukkige periode in zijn leven: ‘de plek is synoniem geworden met hoe miserabel ik mij voelde’. Maar als hij op een regenachtige dag Leeuwarden weer bezoekt, moet hij constateren dat de binnenstad en de mensen die er rondwandelen mooier zijn dan hij dacht.

Ik geloof verdomd dat Leeuwarden mij voor zich heeft teruggewonnen. Al is het maar voor één dag.

Het is één van de optimistische stukken in Moeder, na vader en die vallen op na het heftige verslag over zijn depressie in Knecht, alleen uit 2020. Daarna ging het beter, onder meer dankzij de komst van een nieuwe liefde: M. Toch staat zijn derde boek in de reeks Privé-domein in het teken van de dood van zijn vader. ‘Al die boeken over dode vaders en moeders,’ schrijft Gerbrand Bakker, ‘en dan stuit iedereen altijd op familiegeheimen. Nou, bij ons is er echt geen geheim.’

In de zorg voor de zevenentachtigjarige moeder, tijdens bezoekjes aan haar of in telefoongesprekjes, zit ook Bakkers eigen rouwverwerking verstopt. Rouwverwerking is meteen een veel te groot woord (net als ‘trauma’) dat niet past bij de stijl van schrijven van Bakker, die het sterven van zijn vader als iets natuurlijks beschrijft. Iets wat past bij een oud iemand. De overlijdensberichten van schrijvers, acteurs en zangers die hij gedurende het jaar opneemt in zijn tekst, geven aan dat hij toch bezig is met de dood. Het meest expliciet gebeurt dat in de tuin van zijn vader. Bakker, zelf verwoed tuinier en gediplomeerd hovenier, constateert:

Het is vreemd misschien, maar in die tuin voel ik de meeste weemoed naar mijn vader. Het is bijna alsof de ziel van zo’n plek verdwijnt. Meer letterlijk zie je aan de tuin het duidelijkst dat hij er niet meer is. Niemand kijkt ernaar om, het gras, de bomen, planten en struiken staan er verweesd bij.

Door een paar van die regels krijgen de passages waarin hij in de tuin van zijn vader aan het werk is of in zijn eigen tuin bij zijn huis in de Eifel een symbolische laag mee. Dat gehannes met boompjes, struikjes en planten, het snoeien en wieden, het planten en oogsten staat daarmee allemaal in het teken van de vergankelijkheid. Ook dat is misschien te groot geïnterpreteerd, alsof er een weldoordacht masterplan achter dit autobiografische boek zit.

Bakker houdt niet van al dat geïnterpreteer. Als de uitgever van zijn laatste roman De kapperszoon hem iets probeert uit te leggen over zijn eigen boek, dan onderbreekt hij hem: ‘Laat mij maar een beetje in het onbekende weg schrijven.’ Dat is, kort gezegd, ook de kracht en charme van dit Privé-domein. Niet te veel stileren en schrappen, vooral niet theoretiseren, maar het gewone leven weergeven. Dat blijkt eveneens als hij een recensie in Trouw moet schrijven over de dagboeken van J.J. Voskuil: ‘ik wil meer koetjes en kalfjes’. Het mooie Moeder, na vader is geschreven voor mensen die daar oog voor hebben.

Coen Peppelenbos

Gerbrand Bakker – Moeder, na vader. De Arbeiderspers, Amsterdam. € 25,99. 336 blz.

Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 23 juni 2023.